Zondag wordt in Plouay de Bretagne Classic verreden. In 2019 was Sep Vanmarcke nog de beste in de Franse eendagswedstrijd. De afgelopen maanden moest de 35-jarige Anzegemnaar echter op zoek naar een ‘nieuw’ leven nadat zijn wielercarrière een abrupt einde kende. Maar kijk: vanaf volgend seizoen kan Vanmarcke aan de slag bij Israël-Premier Tech, de ploeg waar hij tot twee maanden geleden nog actief was als renners. Wij spraken Vanmarcke over de afgelopen periode en het lastige afscheid van het wielrennen.
“Samen met mijn overwinning in de Omloop Het Nieuwsblad was die zege in Plouay het hoogtepunt in mijn carrière”, blikt Vanmarcke terug. “Nochtans had ik veel pech in het begin. De eerste 70 kilometer heb ik waarschijnlijk zeven keer van fiets moeten wisselen. Van al dat terugkeren waren mijn benen dan al volledig afgesneden en echt veel moral had ik ook niet meer. Een ploegmaat heeft me dan echter aangemaand om het gewoon vooraan eens te gaan proberen. En zie: uiteindelijk belandde ik samen met Tiesj Benoot en Jack Haig voorop en kon ik solo winnen. Na een koers met zo’n 3.700 hoogtemeters dan nog.”
Vier jaar later ziet de wereld van Vanmarcke er evenwel compleet anders uit. Op het BK kreeg de kasseispecialist hartritmestoornissen, waarna na een MRI bleek dat Vanmarcke littekenweefsel op het hart heeft. Van de ene dag op de andere dag kwam er zo abrupt een einde aan zijn profcarrière.
Een vraag die je de laatste weken waarschijnlijk al ontelbare keren hebt gekregen: hoe is het met je, Sep?
“Nu vrij goed eigenlijk. De zomer is wel een rollercoaster geweest. Het verdict was een zware klap, maar meteen erna was ik heel strijdvaardig en wilde ik meteen mijn nieuw leven in handen pakken. Na een week of twee volgde echter een dipje. Als je zo’n nieuws hoort, ben je de eerste week altijd strijdvaardig, denk ik. De tweede week zijn we dan echter op reis geweest en toen we daarna weer thuis waren, werd ik plots weer geconfronteerd met de realiteit dat ik nog steeds niet moest gaan trainen en dat ik nog steeds voorzichtig moest zijn met fysieke inspanningen. Ik had op dat moment ook nog schrik bij alles wat ik deed. Die periode heb ik een paar slechte dagen gehad. Het voelde eigenlijk als een begrafenis regelen. Het is te zeggen: ik moest plots stoppen met koersen, wat voor mij voelde als een deeltje van mij dat gestorven was. Plots was mijn wielercarrière een herinnering. En terwijl je volop in de rouw bent, moet je wel alles gaan regelen en gaan uitvissen om alle instanties correct in te lichten. Dat was ook de periode waarin ik bij Wim Lybaert ben geweest voor Zomeravonden. Vandaar dat ik in die aflevering zo emotioneel was. (lacht) Vanaf augustus heb ik dan evenwel een soort van acceptatie gevonden en sindsdien gaat het wel beter. Ik probeer me nu heel bewust te focussen op de leuke dingen.”
Zoals?
“Daar vraag je zoiets. Veel van de leuke dingen die ik wilde doen na mijn carrière zijn nu onmogelijk geworden: een triatlon, een marathon, de Mont Blanc beklimmen… Dat mag ik allemaal niet meer doen. Ik moet nu op zoek naar meer relaxte dingen. Ik heb me bijvoorbeeld al geïnformeerd over bikepacking of paragliden. Met mijn vrouw heb ik onlangs ook een campervan gehuurd en zijn we gaan wildkamperen. Heel leuk. Als ik nu ook nog een nieuwe job kan vinden, hopelijk iets in de koers, zal het nog beter zijn, want dan heb ik ook weer een ritme in mijn leven. Nu zit ik immers thuis en dat is wel tof, maar het is niet hetgeen ik goed in ben. (lacht) Ik heb wel dingen te doen, maar doordat niets echt moet, haal je minder uit je dag.”
“Ik ben tijdens mijn carrière drie keer door het oog van de naald gekropen. Na die diagnose heb ik dan ook niet getwijfeld”
Nochtans zijn de kindjes wel thuis. Het moet leuk zijn voor hen om de papa de hele vakantie thuis te hebben.
“Dat hoop ik toch. (lacht) Voor mij is het dubbel. Enerzijds zorgen ze ervoor dat mijn dag goed gevuld is, maar anderzijds is het wel moeilijker om rust te vinden als ik eens een slechte dag of een minder moment heb. De laatste jaren merkte ik evenwel dat ze goed beseften dat ik de hele tijd weg was, dus is het wel fijn dat we nu veel samen kunnen doen. Ze hebben deze zomer al veel meer aan mij gehad dan vroeger. Ook omdat ik vroeger als ik thuiskwam van een training vaak uitgeput was, terwijl ik nu de energie heb om veel meer met hen te spelen en bezig te zijn.”
Ze beseften dat je vaak weg was, maar beseffen ze ook waarom je nu zo vaak thuis bent?
“Ik dacht aanvankelijk dat ze niet echt beseften wat er mis was, maar ondertussen heb ik gemerkt dat ze het wel degelijk beseffen, maar er gewoon op een kindse manier mee omgaan. Zo zei de jongste, die vier jaar is, vorige week toen we naar de triatlon van mijn broer gingen kijken: papa, ik wil ook koersen. Maar als ik dan ook pijn heb aan mijn hartje, moet ik dan ook stoppen? Nochtans hadden mijn vrouw en ik al een tijdje niet meer over mijn hart gesproken. Daaraan merk je dat de kinderen wel degelijk beseffen wat er gebeurd is, maar gewoon op hun manier bepaalde linken leggen. Ik moet toegeven: het was ook wel een vraag die er even inhakte.”
In ‘Zomeravonden’ had je het ook over je zoektocht naar een nieuwe identiteit.
“Dat is ook zo. Mijn leven heeft altijd rond de koers gedraaid, al van kleins af aan. Nu kwam daar abrupt een einde aan. Dat is een groot verschil met wanneer je zelf beslist om te stoppen. Dan weet je dat het genoeg geweest is en dat het tijd is voor iets anders. Bij mij was dat helemaal anders. Ik had nog tweeënhalf jaar contract, dus ik ging nog wel even doorgaan, maar van de ene dag op de andere werd dat van onder mijn voeten weggeveegd. Natuurlijk heb je dan wel nog je bestaan als persoon, als vader, als echtgenoot, maar hetgeen waarrond alles draaide – ook binnen ons gezin – viel plots weg. Als renner wilde ik vermijden dat ik niet meer was dan alleen coureur, maar toch werd ik in die periode overvallen door vragen als: wat nu? Wie ben ik? Wat stel ik voor?”
Heb je ooit ook maar één seconde getwijfeld om toch door te doen of op zijn minst een tweede opinie aan te vragen?
“Geen seconde. Ik wil verder met mijn gezin. Ik wil mijn kindjes zien opgroeien. Ik ben tijdens mijn carrière drie keer door het oog van de naald gekropen. De eerste keer in 2011, toen ik bij een val in een ravijn belandde, de tweede keer in 2018 toen ik bij een val net niet van een brug naar beneden tuimelde, en de derde keer twee maanden geleden toen ze op de MRI het littekenweefsel ontdekten.”
“Weet je: ik heb pech gehad. Pech dat een griepje of corona net bij mij op mijn hart geslagen is. En dan kan je in een hoekje kruipen en je afvragen waarom ik? of je kan doen zoals mijn ouders altijd zeggen: vooruit en voortdoen. Ik wil dat laatste doen. Net omdat ik evenzeer kan zeggen dat ik net heel veel geluk gehad heb dat ze dat littekenweefsel heel toevallig ontdekt hebben op die MRI. Wie weet wat er anders gebeurd was.”
“Het klinkt stom, maar eigenlijk ben ik nu net een klein kind dat alles nog moet leren”
“Onlangs kreeg ik een brief toegestuurd van een vader en een moeder. Hun zoon was een wielertoerist, geboren op exact dezelfde dag als ik en net als ik een vader. Hij is tijdens een fietstocht ineengestuikt en gestorven. Achteraf bleek dat hij littekenweefsel had op zijn hart. Als je dat leest, kan je niet anders denken dan: ik heb geluk gehad. Want doe ik die MRI niet, lig ik misschien binnen twee of drie jaar ook ergens in de graskant. Dus ja: het is heel jammer dat ik moest stoppen, maar het positieve is dat ik hopelijk nog heel lang van mijn gezin kan genieten. Ik zou niet per se zeggen dat mijn kijk op het leven veranderd is, maar ik wil wel bewuster gaan genieten van de mooie en leuke dingen in het leven en de leuke dingen niet gaan uitstellen tot het te laat is, want je weet nooit hoe lang je hier nog zal zijn.”
Verzacht het de pijn dat je je carrière wel hebt kunnen afsluiten na een sterk voorjaar?
“Zeker weten. Had ik na vorig voorjaar moeten stoppen, wat echt een dramatisch voorjaar was, had ik met een heel slecht gevoel moeten stoppen. Nu ben ik kunnen eindigen met een podium in Gent-Wevelgem en reed ik ook in andere koersen goed mee vooraan. Dat gaf voldoening, want ik stond weer waar je me kon verwachten. De uitslagen waren misschien niet meer dezelfde als vroeger, maar dat kwam simpelweg omdat het algemeen niveau zoveel gestegen is. Dankzij dat podium in een van de grootste eendagskoersen van het jaar ben ik als goede coureur kunnen stoppen. In 2010 behaalde ik daar in mijn eerste jaar mijn eerste podiumplaats en nu haalde ik er in mijn laatste jaar ook mijn laatste podiumplaats. Dat maakt het ook wel symbolisch.”
“Ik heb in mijn carrière niet heel vaak gewonnen, maar werd wel heel vaak tweede, derde of vierde. Ik was vaak bij de beteren, maar ik kon niet winnen. Vroeger was ik daar ontgoocheld over. Ook omdat ik daar vaak kritiek over kreeg en omdat ik de sticker van pechvogel kreeg, maar als ik nu terugkijk op mijn palmares, denk ik: amai, goed gedaan. Niet veel renners kunnen immers mijn palmares evenaren, ook al was ik zelf geen ultratopper. En daar ben ik heel trots op. Ik zou mijn lijst met dichte ereplaatsen niet willen wisselen voor een overwinning.”
Hoe kijk je nu naar de koers?
“Ik mis de koers, zeker als het koersen zijn waarin ik zou kunnen meedoen. Ik voel nog steeds die spanning en gedrevenheid. Dat toont me elke keer weer dat ik echt in die koers wil zitten. Ik hoop een job te vinden in het wielrennen, liefst als ploegleider. (En zo geschiedde: enkele dagen na dit interview raakte bekend dat Vanmarcke vanaf volgend seizoen ploegleider wordt bij Israël-Premier Tech, red.) Al lijkt analist zijn of co-commentator me ook heel tof. Ik wil vooral niet te gebonden zijn aan één iets. Ik zou graag de ruimte hebben om ook buiten het wielrennen nog dingen te gaan ontdekken, want ik heb zo lang met oogkleppen geleefd omdat ik het maximale uit mijn carrière wilde halen. Nu is het tijd om dingen te gaan ontdekken. Hoe ik zelf een pizza moet maken bijvoorbeeld. Deze zomer heb ik ook een betere barbecue gekocht. Ik had al een heel simpel dingske om eens een worst of een stuk kip op te leggen, maar nu heb ik een toestel gekocht om eens écht te leren barbecueën Het klinkt stom, maar eigenlijk ben ik nu net een klein kind dat alles nog moet leren.”
“Het klinkt stom, maar eigenlijk ben ik nu net een klein kind dat alles nog moet leren”
Hoe lukt het om af te stappen van het monnikenbestaan?
“Qua eten zal het er deels wel blijven inzitten, ik hoef niet meer scherp te staan en er is ook al een aantal kilo bij, maar ik wil nu ook niet te veel verzwaren. Al houdt me dat niet tegen om nu wel chips te eten als er op tafel staan of toch nog een extra stuk taart te eten. Wat alcohol betreft zal het altijd wel beperkt blijven. Als we nu ergens gaan eten, bestel ik telkens een andere aperitief om ze allemaal eens te leren kennen. Niet dat een coureur dat niet weet, maar ik heb me daar nooit voor opengesteld. Mijn favoriet tot nu toe is cuba libre, al wist ik eerst zelfs niet wat dat was. Daarnaast drink ik ook graag de zoete dingen zoals amaretto en baileys. Er zijn renners die na hun carrière messcherp willen blijven, maar dat hoeft voor mij niet. Meer zelfs, ik scheer ook mijn benen niet meer. Als ik niet meer snel mag fietsen, ga ik ook mijn beenhaar niet meer afscheren!” (lacht)
Wat mogen we jou nog toewensen voor de toekomst?
“Een lang en gelukkig leven met mijn vrouw en mijn kindjes. Dat is het voornaamste. En voor de rest weet ik het nog niet goed. Ik moet echt mijn weg nog zoeken en ontdekken welke richting ik uit wil met mijn leven, vooral naast de koers dan. Het is nog te vroeg om nieuwe doelen of wensen uit te spreken, want mijn nieuwe leven is nog maar pas begonnen. Laat me mezelf dus eerst nog maar even herontdekken en dan zien we daarna wel.”
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier