Ramses Debruyne wordt vanaf 1 januari prof bij Alpecin-Deceuninck: “Een enorme upgrade voor mij”

Ramses Debruyne (midden) reed dit jaar al voor het Development Team van Alpecin-Deceuninck. (foto Belga) © BELGA
Tom Vandenbussche

Ramses Debruyne (22) wordt vanaf 1 januari profwielrenner bij Alpecin-Deceuninck, de ploeg van Mathieu van der Poel en Jasper Philipsen. Voor de Rollegemnaar is het een droom die werkelijkheid wordt. “De werking in deze ploeg is werkelijk top”, aldus Debruyne.

Als junior behoorde Ramses Debruyne bij de beste Belgische renners van zijn generatie. Op het WK op de weg in Yorkshire in 2019 werd hij als eerstejaars na een uitgeregende wedstrijd knap 20ste. “Dat WK was de eerste keer dat ik erbij stilstond om misschien ooit prof te kunnen worden, alleen moet je op dat moment nog de overstap naar de beloften maken en begin je weer vanaf nul. Maar toen, als eerstejaarsjunior, was er voor de eerste keer contact met Kurt Van de Wouwer om over te stappen naar het Development Team van Lotto. Daar is het zaadje geplant.”

Val in de Savoie

In 2020 kwam Debruyne door corona amper aan koersen toe en ook zijn debuut bij de beloften in 2021, als onderdeel van het opleidingsteam van Lotto, was niet evident. “2020 had een jaar moeten worden waarin ik heel mooie wedstrijden kon rijden en enkele prachtige zeges kon boeken. Superjammer! Dat is echt iets wat ik gemist heb. Dat jaar was er zelfs geen WK. Mijn overstap naar de beloften in 2021 lukte wel, maar als je meteen rittenkoersen op UCI-niveau rijdt, zoals Tour d’Alsace en Tour de Savoie, is het niet evident. Zeker mijn val in de Savoie, toen ik me net goed begon te voelen maar in de ravijn terechtkwam, heeft sporen nagelaten. Door een knieblessure ben ik de rest van dat jaar op de sukkel geweest. Eind 2021 volgde een operatie, waarna ik tot maart 2022 heb moeten revalideren.”

In de loop van 2022 ging het weer in stijgende lijn met Debruyne. Het hoogtepunt volgde eind 2023 met een derde plaats in de Ronde van Lombardije voor beloften. “Dat is een heel juiste samenvatting”, merkt de Rollegemnaar op. “Lombardije was misschien wel mijn beste koers die ik tot eind 2023 gereden heb. In die periode heb ik mijn contract bij Alpecin-Deceuninck verdiend. In de profkoersen kon ik mijn ding doen en Lombardije was de kers op de taart. Enkele maanden eerder was ik al in contact gekomen met Tom Verhaegen, die nu mijn trainer is (en ook Mathieu van der Poel begeleidt, red.). Begin september 2023 is er beslist dat ik in 2024 deel mocht uitmaken van het Development Team en na mijn sterke prestaties op het einde van het seizoen werd duidelijk dat ik vanaf 2025 prof kon worden.”

Contract

In 2024 mocht Debruyne aantreden in tal van profkoersen, zoals de Ster van Bessèges en de Ronde van Noorwegen. Opmerkelijke uitslagen bleven uit, maar de broers Roodhooft geloven in de capaciteiten van de West-Vlaming. Ze schotelden hem een contract voor twee jaar bij de ploeg van Mathieu van der Poel en Jasper Philipsen voor. “Deze ploeg betekent een enorme upgrade voor mij. De werking staat op een bijzonder hoog niveau: voeding, trainingsindeling, periodisering, krachttraining, specifieke sessies… De begeleiding is top. Ik heb dit jaar gevoeld dat ik een grote stap vooruit heb gezet. Mijn motor is groter geworden. Alleen de resultaten vielen wat tegen. Door een val in Parijs-Roubaix was ik de twee weken erna op de sukkel, net in de periode waar ik naartoe gewerkt had. In de zomer had ik mijn beste conditie ooit, maar werd ik vlak voor de Ronde van Aosta ziek. Heel jammer.”

Hoewel Debruyne als jeugd vooral bergop indruk maakte, ziet hij zichzelf niet als een klimmer. “De klimmer in mij is een beetje verdwenen, maar ik kan nog altijd beklimmingen tot 15 minuten aan. Alles tussen het Vlaamse en Ardennenwerk gaat me erg goed af. Mijn lichaam is geëvolueerd. In rittenkoersen als Aosta en Savoie heb ik gemerkt dat ik in het hooggebergte tekortkom ten opzichte van echte klimmertjes zoals William Lecerf Junior.”

Bioprocestechnologie

Intussen is hij zich volop aan het voorbereiden op zijn debuutcampagne, die al in januari van start gaat. De voorbije weken haspelde hij met enkele renners van zijn ploeg een stage in Benicassim af. “Het plan is om de Tour Down Under te rijden”, vertelt Debruyne, die intussen nog bezig is met zijn bachelor industrieel ingenieur circulaire bioprocestechnologie. “Het is een specifieke richting die je in Kortrijk kan volgen. Ik spreid mijn studie over meerdere jaren en neem twee tot drie vakken per semester op. Op dit moment is de combinatie met de koers redelijk haalbaar.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier