Vito Braet (23) kan nu al terugblikken op een geslaagd derde seizoen bij de profs, zijn eerste op WorldTour-niveau bij Intermarché-Wanty. De naar Hulste uitgeweken Zwevezelenaar werd onder meer derde in een rit van de Vuelta, zijn allereerste grote ronde. “Ik kijk nu al uit naar 2025.”
Braet maakte in 2022 zijn profdebuut bij Team Flanders-Baloise en liet meteen enkele flitsen van zijn talent zien. “De overstap naar de profs was nochtans verre van evident”, geeft Braet aan. “Ik was drie jaar belofte, maar die periode viel voor een groot deel tijdens corona. In één seizoen telde ik zelfs amper elf wedstrijddagen, waardoor ik met toch wat twijfels de stap naar het profpeloton zette. Gelukkig kon ik me relatief vlot aanpassen. Dat eerste jaar was ideaal om te kijken welke wedstrijden mij het best lagen en kon ik ervaring opdoen in de grote koersen. Vooral positionering is bij de profs belangrijk, stelde ik al vlug vast. De voorbereiding op een massasprint is helemaal anders dan bij de beloften. Als je de laatste 10 à 15 km niet in positie zit, geraak je niet meer voorin. Ook de laatste kilometers naar pakweg de voet van de Oude Kwaremont zijn helemaal niet gemakkelijk, zeker niet als renner van Topsport Vlaanderen. Intussen rijd ik voor een WorldTour-ploeg en merk ik een verschil. Ik krijg toch al wat meer respect.”
Resem ereplaatsen
In 2023 zette Braet nog een grote stap vooruit. Braet won de bergtrui in de Ster van Bessèges en behaalde daarna een resem ereplaatsen. Zo haalde hij de top tien in Le Samyn, de GP Monseré en de Ronde van Drenthe.
Zijn meest opvallende uitslag was echter een derde plaats in de tweede etappe van de Ronde van Hongarije. In de massasprint moest Braet alleen Fabio Jakobsen en Phil Bauhaus voor zich dulden. De stap hogerop bleef niet uit. Intermarché-Wanty bood Braet een contract voor twee seizoenen aan. Hij ontgoochelde niet. In februari sprintte hij zich in de slotrit van de Ronde van Valencia meteen naar een derde plaats. Enkele dagen later werd hij tweede achter Remco Evenepoel in de Figueira Champions Classic. In april behaalde hij twee ereplaatsen in de sterk bezette Ronde van het Baskenland, werd hij negende in de Brabantse Pijl en 13de in de Amstel Gold Race. “Waar ik het meest trots op ben?” kaatst Braet de bal terug. “Daar heb ik nog niet over nagedacht. (korte stilte) Maar die 13de plaats in de Amstel, samen met die negende plek in de Brabantse Pijl, maken me echt trots. Het valt voor het brede publiek misschien niet zo op, maar ik had echt naar die periode toegewerkt.”
In augustus stond Braet aan de start van zijn eerste grote ronde, de Vuelta. Hij ontgoochelde niet en werd in de slotweek zelfs nog een derde in Santander achter Kaden Groves en Pavel Bittner. Twee dagen later, op amper twee dagen van eindstation Madrid, maakte Braet ook nog deel uit van de vroege vlucht die 100 km standhield. Het zegt iets over de motor van de derdejaarsprof, die begin november 24 wordt.
“Mijn debuut in een grote ronde was sowieso dit jaar voorzien. Het is de Vuelta geworden. Jammer genoeg waren er in deze editie niet veel sprintetappes. In eerste instanties was ik naar Spanje meegenomen om de sprint voor Arne Marit aan te trekken. In de slotweek kon ik vaker mijn kans gaan. Jammer dat ik in de rit naar Villablino, met in de finale een beklimming van ruim 20 km, mijn derailleur kapot reed en pas op twee km van de finish weer kon komen aansluiten. Anders had ik daar misschien wel heel dicht kunnen eindigen. Gelukkig kreeg ik vier dagen later nog een kans. Ik kom goed tot mijn recht in lastigere etappes waarbij de pure snelheid bij de sprinters al wat afgebot is.”
Klassiekers in 2025?
Vorige week verscheen Braet niet aan de start van de profkermiskoers in Zwevezele, het dorp waar hij samen met broers Vinnie en Axel opgroeide. “Jammer, want ik passeer er nog dikwijls op training. Ik heb echter nog een druk schema voor de boeg, met onder meer de Italiaanse najaarsklassiekers”, aldus Braet, die intussen al twee jaar in Hulste woont en nu al uitkijkt naar 2025. “De koersen die ik in 2024 gereden heb en waarin ik een dichte ereplaats kan behalen, zoals de Figueira Champions Classic, staan nu al met stip in mijn agenda aangeduid. Dat geldt ook voor de voorjaarsklassiekers. Hopelijk mag ik van de ploeg volgend seizoen ook wat meer kasseiklassiekers betwisten. Die moeten me zeker liggen. Dit jaar reed ik al Kuurne-Brussel-Kuurne en de E3 Saxo Classic in Harelbeke. In die eerste klassieker reed ik tot in Kortrijk voorop en in Harelbeke was ik eveneens verre van slecht. Ja, ik kijk er nu al naar uit.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier