Onze analisten blikken terug op een fantastisch Vlaams wielervoorjaar: “We zijn verwend geweest, maar de Wolfpack is weggeblazen”

“Behalve in Brugge-De Panne was het bij Lampaert net niet goed genoeg”, vindt Steels. © Luc Claessen Getty Images
Tjorven Messiaen
Tjorven Messiaen Reporter

Met Parijs-Roubaix zit het eerste deel van het klassieke voorjaar erop. In de Amstel Gold Race wordt er vanaf zondag een nieuw blik renners open getrokken. Met enkele analisten blikken wij nog een laatste keer terug op de kasseiklassiekers.

Het werd een voorjaar om duimen en vingers bij af te likken. Razend interessante wedstrijden, heerlijke duels en even mooie winnaars. Voor de wielerliefhebber was het de afgelopen weken smullen geblazen. “We zijn verwend geweest”, merkt ook Johan Museeuw op. “Qua wedstrijdverloop, qua spankracht, qua winnaars: het was bij momenten echt genieten.” “Het was inderdaad één en al spektakel”, treedt Stijn Steels, die na zijn wielerpensioen voor het eerst sinds lang niet zelf over de Vlaamse heuvels en kasseien dokkerde, hem bij. “Als ik zie hoe hard er gekoerst werd, kon ik er bij momenten zelfs vrede mee nemen dat ik er niet tussen reed. (lacht) Er wordt veel over de grote mannen gesproken, maar het zijn ook die mannen die de koers maken natuurlijk. Het is altijd spectaculair. Door hen bestaan er gewoon geen saaie klassiekers meer, want ze beginnen zelf al op 100 kilometer van de meet te koersen.”

En al dat positieve geldt evengoed voor de dameswedstrijden, want ook daar verveelde de wielerliefhebber zich geen seconde. “Het was simpelweg fantastisch”, vindt Sporza-commentator Ine Beyen. “Met de zege van Lotte Kopecky in de Ronde als absolute uitschieter. Als topfavoriete een tweede keer op een rij winnen: fenomenaal!” “Ze staat gewoon alleen aan de top van het vrouwenwielrennen”, treedt Steels Beyen bij. “Je hebt het gevoel dat ze wedstrijden in een beslissende plooi kan leggen wanneer ze wil. Ze is de meest complete renster van het pak.”

Bij de mannen stak Tadej Pogacar er volgens Steels dan weer bovenuit. “Vooral omdat hij tussendoor ook nog Parijs-Nice en de Ruta del Sol won. Ik weet dat ik door hem te kiezen de andere twee tekort doe, maar voor mij heeft Tadej een streepje voor.” Daar is Museeuw het echter niet helemaal mee eens: “Doe mij dan toch maar Van der Poel. Hij won wel twéé monumenten, hé.”

De West-Vlamingen

De suprematie van bovengenoemde zorgde er wel voor dat de West-Vlamingen in het peloton tevreden moest zijn met de – met alle respect – kruimels. Zo werd Yves Lampaert wel derde in de Classic Brugge-De Panne, maar bleef hij voor het overige wat onder de verwachtingen. “In de andere koersen was het net niet goed genoeg”, is Steels eerlijk met zijn ex-ploegmaat. “Ik denk dat het drieluik Brugge-De Panne, E3 en Gent-Wevelgem misschien wel een te grote impact op zijn lichaam gehad heeft. Het zat ook niet mee natuurlijk. In de Ronde was hij minder, maar in Roubaix wordt hij gehinderd door een val, anders was hij misschien wel mee met het groepje dat uiteindelijk de finale kleurde en hadden we een totaal ander verhaal gehad.”

“Als ik zag hoe hard er gekoerst werd, had ik er bij momenten vrede mee dat ik er niet meer tussen reed” – Stijn Steels

Ook Sep Vanmarcke stond dit voorjaar eens op het podium. Hij werd derde in Gent-Wevelgem. “En dat vind ik toch sterk”, aldus Steels. “De plekjes in de top 3 zijn door die fenomenen erg duur en om er dan toch in te slagen om op dat podium te staan, dan is dat knap gedaan. Het moet Sep ongelofelijk veel deugd gedaan hebben, want de laatste jaren is hij ondergewaardeerd geweest.” “Daar heeft Vanmarcke zijn voorjaar gered”, ziet ook Museeuw.

“In Gent-Wevelgem heeft Vanmarcke zijn voorjaar gered”, stelt Johan Museeuw.
“In Gent-Wevelgem heeft Vanmarcke zijn voorjaar gered”, stelt Johan Museeuw. © POOL LUCA BETTINI BELGA

Voor het overige was het qua West-Vlaamse uitschieters evenwel magertjes. “Al is het altijd gissen wat die jongens van de tweede of derde rij meegemaakt hebben, want eens de Grote Drie aan de boom schudden, is er voor de rest geen aandacht meer. Hun verhalen zijn dus lang niet altijd bekend”, zalft Museeuw wel.

Wie wel geregeld in beeld kwam, was Guillaume Van Keirsbulck, die geregeld meeging in de vroege vlucht. “Achter de grote drie moet iedereen proberen zoveel mogelijk in beeld te rijden en daar is Guillaume eigenlijk het beste in geslaagd”, aldus Beyen. “Hij lijkt een nieuw elan te hebben gevonden bij zijn nieuwe ploeg.” Steels knikt instemmend: “Hij heeft aanvallend gekoerst. Het is niet evident om bij Bingoal finales te rijden, maar hij heeft de koersen wel mee proberen kleuren. Het is tof dat hij zichzelf weer wat meer in de kijker heeft gefietst.”

Soudal-Quick-Step

Nee, het was tot dusver nog helemaal niet het voorjaar van Soudal-Quick-Step – op Vlaamse wegen althans. De troepen van Lefevere konden in geen enkele grote voorjaarskoers een vuist maken en moesten lijdzaam toekijken hoe de Grote Drie en hun blokken de Wolfpack overvleugelden. “Het is een raar verhaal, want enerzijds heb je de ploeg rond Remco die supergoed draait, maar anderzijds wordt de voorjaarsploeg wel weggeblazen”, aldus Steels. “Nochtans oogt de ploeg op papier nog steeds supersterk. Dit voorjaar konden ze echter zelfs niet meedoen voor de dichtste ereplaatsen. En dat is toch zorgwekkend.” “Als je de ploeg punten moeten geven op hun voorjaar kom je met moeite aan vijf op tien. Dit moet een van de slechtste Vlaamse voorjaren ooit geweest zijn voor Lefevere. Zijn ploeg kwam gewoonweg amper in beeld”, is Museeuw streng. “Of toch niet op de juiste momenten”, vult Steels aan. “In mijn ogen hebben ze te vaak onnodig mannen opgesoupeerd. Denk bijvoorbeeld aan Jakobsen die in Gent-Wevelgem alleen naar de kopgroep probeert te rijden, maar terug waait en Asgreen die dan een paar kilometer later de hele groep op sleeptouw neemt en de kloof dicht. Het blok lijkt weg. Iedereen reed op eilandjes. Het enige wat de ploeg nu kan doen, is alles van nul herbekijken om te zien wat er misgelopen is en wat er moet veranderen, want de namen en de kwaliteit zijn er nog steeds.”

“Dit moet voor Lefevere een van de slechtste voorjaren ooit geweest zijn” – Johan Museeuw

Maar wat was dan het grote probleem voor de mannen van Lefevere? “Ik heb het gevoel dat ze met bepaalde zaken achterop lopen”, aldus Museeuw. “Dat leek vorig jaar al een beetje zo, maar die trend heeft zich dit seizoen doorgezet.” Steels: “Het probleem is dat ze er nu wat tussen vallen: enerzijds gaan andere ploegen niemand van de ploeg laten demarreren door het verleden van de ploeg en anderzijds wil Quick-Step de koers nu nog steeds dragen, maar helpen ze daarmee eigenlijk vooral de concurrentie omdat ze niet sterk genoeg zijn om die andere blokken te kloppen. Het zou voor hen gemakkelijker zijn mochten ze nu plots de status van een Lotto-Dstny of AG2R Citroën hebben.”

“En zo zal Remco het toch weer moeten goedmaken in de koersen die er nu aankomen. Hij is op dit moment immers de enige echte winnaar binnen die ploeg”, concludeert Museeuw.

“Als je de Soudal - Quick-Step punten moeten geven op hun voorjaar kom je met moeite aan vijf op tien”, is Museeuw streng voor de mannen van Patrick Lefevere.
“Als je de Soudal – Quick-Step punten moeten geven op hun voorjaar kom je met moeite aan vijf op tien”, is Museeuw streng voor de mannen van Patrick Lefevere. © PIERRE ROUANET PHOTOPQR/VOIX DU NORD/MAXPPP

Dames

Bij de vrouwen was Lotte Kopecky zonder twijfel dé vrouw van het voorjaar. “Wat zij presteerde was ongelofelijk”, zag ook Steels. “Ze staat op dit moment wat mij betreft alleen aan de top van het vrouwenwielrennen. Ze is zo compleet: ze kan wegrijden wanneer ze wil en het indien nodig ook in de sprint afwerken. Heel straf.” “Ze is de leading woman van het Belgische wielrennen. Lotte is een winnaar en dat straalt af op de andere Belgische rensters”, weet Museeuw.

In het zog van Kopecky liet ook Shari Bossuyt zich dit voorjaar opmerken. Zij won een rit in Normandië, werd vijfde in Brugge-De Panne, tiende in Gent-Wevelgem en achttiende in de Ronde. “Er zal dus zeker ook leven zijn na Lotte. We hoeven ons vooralsnog geen zorgen te maken om de toekomst”, aldus Beyen. Ook Museeuw is fan: “Ze zet flinke stappen vooruit, dat is duidelijk. Ik denk dat zij de komende jaren de aansluiting zal maken met de top en in de klassiekers mee zal doen voor de overwinning.” Toch moeten we volgens Beyen ook geduld hebben. ““Shari is nog jong en moet nu vooral gestaag groeien. Lotte wordt ook nog steeds beter, hé. Maar dat Bossuyt veel potentieel heeft, is na dit voorjaar wel helemaal duidelijk.”

“Dat Shari Bossuyt veel potentieel heeft, is na dit voorjaar wel helemaal duidelijk” – Ine Beyen

Nog zo’n lichtpunt in het West-Vlaamse vrouwenwielrennen is Justine Ghekiere. Zij won in februari al de Ronde van Valencia en vindt nu vooral de komende weken wedstrijden die haar zouden moeten liggen. “Ik ben heel benieuwd naar hoe ze het er vanaf zal brengen”, vertelt Beyen. “Ze moet nog veel leren op het vlak van koersinzicht, maar ik hoor dat ze heel snel leert en zaken erg snel oppikt.” Ook Steels ziet het wel in de Izegemse: “Het is iemand die goed bergop rijdt, dus dat kan ook in het rondewerk interessant worden. We kunnen eigenlijk enkel stellen dat het Belgische vrouwenwielrennen goed boert momenteel, met Lotte Kopecky die al wereldtop is en met Shari Bossuyt en Justine Ghekiere die volop aan hun weg naar boven aan het timmeren zijn.”

Ondanks een zware val in Parijs-Roubaix reed Shari Bossuyt een dijk van een voorjaar.
Ondanks een zware val in Parijs-Roubaix reed Shari Bossuyt een dijk van een voorjaar. © JASPER JACOBS BELGA