Mathieu van der Poel (Alpecin-Fenix) heeft woensdag Dwars door Vlaanderen (1.UWT) op zijn naam geschreven. De Nederlander haalde het na 183,7 kilometer, met start in Roeselare en aankomst in Waregem, na een sprint met twee tegen Tiesj Benoot.
Mathieu van der Poel, die ook in 2019 Dwars door Vlaanderen op zijn palmares zette, toont met winst in deze generale repetitie dat hij klaar is voor de Ronde van Vlaanderen van zondag. Benoot voelde snel dat hij niet opgewassen was tegen de Nederlander en zette niet volledig aan in de sprint. De Brit Thomas Pidcock eindigde voor Victor Campenaerts als derde.
De 27-jarige Van der Poel volgt op de erelijst de Nederlander Dylan van Baarle op. In 2020 kon Dwars door Vlaanderen niet plaatsvinden wegens de toen geldende coronamaatregelen. Yves Lampaert, die zegevierde in 2017 en 2018, is de laatste Belgische winnaar.
Klaar voor de Ronde
Mathieu van der Poel lijkt meer dan ooit klaar voor de 106e Ronde van Vlaanderen van zondag. Hij gaf in Dwars door Vlaanderen zijn visitekaartje af met de zege. De renner van Alpecin-Fenix houdt de voeten wel op de grond.
De Nederlander ging op zowat 90 kilometer van de finish samen met zijn teamgenoten doortrekken. In het peloton was het meer dan alarmfase rood en zagen meerdere renners alle kleuren van de regenboog. Uiteindelijk trok de 27-jarige Nederlander met Tiesj Benoot naar de laatste rechte lijn en haalde ‘Matje’ het redelijk overtuigend in de daaropvolgende sprint. Net als in 2019 mocht Van der Poel een paardje in ontvangst nemen als winnaar van Dwars door Vlaanderen.
“De laatste tien kilometer was er bijna geen controle meer. In ons groepje werd slag om slinger gedemarreerd. Niemand wou blijkbaar met acht naar de eindmeet. Toen Benoot met Campenaerts en Pidcock even voor ons uit ging rijden moest ik de kloof zelf dichten. Ik kon op dat moment op geen enkele steun rekenen. Ik moest daar een hele grote inspanning leveren maar achteraf ben ik toch tevreden dat ik dat toen heb gedaan”, gaf Mathieu van der Poel mee.
Goed maar niet super
Op meer dan 90 kilometer van de finish was het al Alpecin-Fenix wat de klok sloeg in de voorwacht van het peloton. Op de nieuwe helling, de Stooktestraat, werd een eerste fikse demarrage geplaatst. “Ik was altijd wel mee waar ik mee moest zijn. Misschien hebben we het daar met de ploeg iets te vroeg open gebroken. Die tempoversnelling zorgde er wel voor dat er direct een pak renners af moesten en we zo met een uitgedund peloton verder konden. Campenaerts ging telkens versnellen in de afdalingen. Logisch want hij rijdt met een voorblad 58 rond. Ik trainde soms met hem in Spanje en daar flikte hij me dat ook enkele keren. Toch straf wat hij deed. En dan was er die uitval van Benoot die ik pareerde net voor de slotkilometer. Ik was ook niet van plan de sprint van zo ver al aan te gaan. Benoot kwam nog opzetten maar uiteindelijk heb ik goed getimed.”
“De Ronde van Vlaanderen van zondag is toch nog iets anders dan wat we vandaag geserveerd kregen. Vooral dan qua afstand en lastigheidsgraad. Ik was vandaag goed maar niet super. Ik hoop nog goed uit te kunnen rusten tegen zondag, want dat zal wel nodig zijn”, gaf Mathieu van der Poel nog mee.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier