Jonas Rickaert zet met sterke Tour streep onder moeilijke periode: “De Tour uitrijden, was voor mij erg emotioneel”

Jonas Rickaert, Jasper Philipsen en Mathieu van der Poel hebben niet enkel Parijs gehaald, Alpecin-Deceuninck won ook vier ritten én de groene trui. (foto Photonews) © Vincent Kalut Photo News
Tjorven Messiaen
Tjorven Messiaen Reporter

Voor Alpecin-Deceuninck werd het dankzij vier etappezeges en de groene trui voor Jasper Philipsen een fantastische Tour de France. Jonas Rickaert (29) was als sprintloods een belangrijke schakel in dat succes. Al is zijn grootste zege misschien wel het feit dat hij de Tour na een jaar vol miserie überhaupt kon uitrijden.

Na een zware Tour moet Jonas Rickaert naar eigen zeggen fysiek nog wat herstellen – “Ik zal de fiets toch een paar dagen laten staan” -, maar mentaal heeft de Ronde van Frankrijk hem een enorme vertrouwensboost gegeven. “Ik was op voorhand al heel blij dat ik in de Tourselectie zat. Dat was al een mijlpaal op zich”, lacht de in Roeselare wonende Waregemnaar. “Maar dat ik dan ook nog eens Parijs gehaald heb, stemt me heel tevreden. En dan zijn die vier etappezeges en de groene trui voor Jasper Philipsen natuurlijk ook mooi meegenomen. Zeker door de manier waarop we die behaald hebben. We hebben de sprints als ploeg echt gedomineerd. Drie keer hebben we de sprintvoorbereiding perfect volgens plan kunnen uitvoeren, dan mag je wel stellen dat het met de sprinttrein goed zat.”

Emotioneel

Na een jaar vol gesukkel met de liesslagader, had hij er vlak voor de Tour nochtans geen goed oog in. “Eerlijk? Ik heb in de week voor de start van de Tour nog getwijfeld om af te zeggen. Ik wist niet of ik conditioneel wel goed genoeg was”, is Rickaert open. “Zeker nadat de Baloise Belgium Tour tegenviel en het Belgisch kampioenschap voor mij dramatisch was.” Achteraf gezien bleek dat evenwel een foute inschatting. “Ik ben inderdaad heel blij dat de ploeg op me ingepraat heeft en me vertrouwen heeft gegeven. Dat ik de Tour nu heb kunnen uitrijden, doet me enorm veel deugd. Ik stond met heel veel stress aan de start, maar ik ben heel blij met hoe het voor mij en de ploeg uitgedraaid is.”

“Tijdens de laatste afdaling heb ik echt geweend van contentement”

Al was het onderweg ook wel afzien geblazen. “Het is superzwaar geweest”, aldus Rickaert. “Twee jaar geleden heb ik de Tour ook uitgereden en stond ik in Parijs op 3 uur en 17 minuten van de winnaar. Dit jaar stond ik op maar liefst 5 uur van Jonas Vingegaard. De laatste dagen was ik ook wel echt aan het leeglopen.” Al maakte dat zijn aankomst in Parijs er alleen maar mooier op. “Het was heel emotioneel. Voor aanvang van de laatste bergetappe in de Vogezen was ik heel stil omdat het dan stilletjesaan begon door te dringen dat ik Parijs zou halen. De laatste afdaling die dag reed ik zelfs met de tranen in mijn ogen. Ik zei toen tegen een ploegmaat dat ik het aan de finish niet droog zou kunnen houden. (lacht) Maar het waren tranen van contentement welteverstaan. Dat ik de Tour kon uitrijden, was voor mij de ultieme bevestiging dat ik weer een volwaardige renner ben en opnieuw helemaal op niveau ben na alle problemen.”

Problemen van de baan

Rickaert kan dan nu ook eindelijk helemaal een streep zetten onder een zware periode. Nadat hij vorig jaar in juni al eens onder het mes moest voor een vernauwing van de liesslagader, volgde een half jaar later, in december van vorig jaar, een nieuwe klap: er was opnieuw een operatie nodig aan datzelfde euvel. De carrière van Rickaert hing op dat moment aan een zijden draadje. “Het is lastig geweest”, windt hij er geen doekjes om. “Voor de tweede keer geopereerd moeten worden aan de liesslagader is nooit een goed teken, dus ik heb echt stress gehad. De chirurg probeerde me wel te verzekeren dat alles in orde zou komen, maar vlak voor ik het operatiekwartier werd binnengereden, heb ik toch geweend als een klein kind omdat ik schrik had voor wat komen zou. Je gaat immers binnen als profrenner, maar je weet niet of je na die operatie buitenkomt als profrenner, of als wielertoerist. Gelukkig is het allemaal goed uitgedraaid. Ik ben de chirurg die de operatie uitvoerde eeuwig dankbaar.”

“Brugge – De Panne was een belangrijk kantelpunt in mijn weg terug. Daar besefte ik voor het eerst sinds die operatie dat ik nog een rol kon spelen op het hoogste niveau”

Door die operatie verloor Rickaert evenwel opnieuw enkele maanden, nadat hij ook vorig jaar al de helft van zijn seizoen in het water zag vallen. “Al kan ik niet klagen, want ik was, ondanks dat ik pas half januari weer echt kon trainen, vrij snel koersklaar”, relativeert hij. In een van zijn eerste koersen maakte Rickaert ook meteen indruk. Zo werd hij zesde in een loodzware editie van Brugge-De Panne. “Dat was een belangrijk kantelpunt in mijn weg terug”, aldus Rickaert. “Daar besefte ik voor het eerst sinds die operatie dat ik nog een rol kon spelen op het hoogste niveau. Ik heb mezelf en de ploeg in die wedstrijd echt verbaasd. Het was voor mij de bevestiging dat ik op de goede weg was.”

Herbronnen

Ondertussen twijfelt niemand meer aan de waarde van Rickaert in het peloton. Al blijft hij zelf wel nog ietwat op zijn hoede als we vragen of zijn blessure nu volledig van de baan is. “Het zal altijd wel wat in mijn achterhoofd blijven sluimeren dat ik kan hervallen. Ik ga nooit zeggen dat ik er honderd procent van verlost ben. De schrik zal blijven, zij het wel op de achtergrond. Momenteel heb ik geen last of pijn en hopelijk blijft dat ook zo, want ik ben heel blij met hoe het nu gaat.”

Na de Tour en de natourcriteriums van Aalst en Roeselare is het voor Rickaert tijd om even te herbronnen, voordat hij het tweede deel van het seizoen aanvat. “Ik ga nu een tweetal weken op vakantie met mijn gezin, waarna ik herneem in Zottegem met het oog op de Renewi Tour eind augustus.”