“In 2025 wil ik voelen dat ik over enkele jaren kan meestrijden”: Alec Segaert (22) kijkt uit naarde komende voorjaarsklassiekers

“Ik heb het gevoel dat ik elk jaar enkele procenten verbeter”, zegt Alec Segaert. © Brecht Steenhouwer
Tom Vandenbussche

In tijden waarin de Pogacars, Van der Poels en Evenepoels van deze wereld de koers domineren, is Alec Segaert West-Vlaanderens hoop in bange dagen. Dit voorjaar trekt de 22-jarige Lendeledenaar op ontdekkingstocht. “Parijs-Roubaix is de koers die mij het best ligt.”

Het is begin de maart en in België maakt de zon overuren. Ook Alec Segaert kan dit aangename lenteweer wel smaken. Enig nadeel: het prima weer was afgelopen week medeverantwoordelijk voor de minder boeiende eerste wedstrijden op Belgische bodem. Omloop: sprint. Kuurne: sprint. Le Samyn: sprint. “Toch verkies ik dit mooie lenteweer, want het maakt de trainingen een stuk aangenamer”, vindt Segaert. “Het klopt dat je voor een koers als Kuurne meer kans hebt om een sprint te ontlopen als het weer slechter is, maar de parcoursen van de meeste voorjaarsklassiekers zijn sowieso lastig genoeg om voor afscheiding te zorgen. (glimlacht) Van mij mag deze vroege lente dus gerust een tijdje aanhouden.”

Hoe kijk jij terug op je seizoensdebuut?

“Tijdens de hoogtestage op de Teide voelde ik dat de vorm aan het komen was, maar daarna ging het minder goed in de Tour des Alpes-Maritimes, waar ik maagklachten had. Gelukkig was ik snel beter en kon ik starten in Kuurne. Daar was het gevoel best goed, maar reed ik lek op het slechtst denkbare moment en kon ik de benen niet echt testen. Op de helling ervoor, de Hameau des Papins, zat ik wel goed vooraan. Dat was een positief signaal.”

De dag ervoor zag je Søren Wærenskjold de Omloop winnen. Wat dacht je?

“Zoals velen had ik dat niet zien aankomen, maar het is fijn om leeftijdsgenoten en concurrenten van vroeger op het hoogste niveau te zien presteren. Diezelfde dag won Romain Grégoire, die net als ik in het jaar 2003 geboren is, de Faun-Ardèche Classic. Als je hen dat ziet doen, hoop je snel ook zulke resultaten te behalen.”

Wærenskjold en jij lijken op elkaar.

(knikt) “Hij is natuurlijk wel een stuk explosiever dan ik, maar we kunnen in kleine rittenkoersen allebei onze tijdritkwaliteiten gebruiken en nog net een lastige Ardennenrit overleven, zoals vorig jaar in de Baloise Belgium Tour. Hij won en ik werd zevende. In theorie rijd ik de Vlaamse hellingen iets vlotter naar boven, maar in de Omloop kon hij met een beetje geluk overleven en op die manier een grote klassieker winnen. (glimlacht) Ik hoop dat ik ooit dat geluk ook eens mag ervaren.”

“Als je Wærenskjold en Grégoire, twee generatiegenoten, ziet winnen, hoop je dat zelf ook snel te kunnen doen”

Een jaar geleden behaalde je jouw eerste profzege in de GP Criquielion. Later dat jaar won je de tijdrit in de Renewi Tour, je eerste overwinning in de WorldTour. Hoeveel geef je jezelf op tien voor 2024?

“Een negen. Ik was echt tevreden. Ik kon vrij snel die eerste zege binnenhalen, wat me veel vertrouwen gaf. De zomer was boven alle verwachtingen. In de Renewi Tour won ik niet alleen de tijdrit waarin ik mooie namen klopte, maar hield ik in de slotrit op en rond de Muur van Geraardsbergen goed stand en werd ik tweede in het eindklassement. Daarna viel het WK tijdrijden voor beloften, een van mijn grootste doelen van 2024, tegen, maar kon ik enkele dagen later in de wegrit (waarin hij brons behaalde, red.) mooi terugslaan.”

Het brede wielerpubliek kent jou natuurlijk van die tweede plaats in juni 2023 op het BK op de weg in Izegem, waar je met Remco Evenepoel voor de driekleur sprintte. Vergelijk de Alec Segaert van toen eens met die van vorig jaar en nu?

“Ik heb het gevoel dat ik elk jaar enkele procenten verbeter. Dat heb ik tijdens de voorbije hoogtestage in februari opnieuw gemerkt. Loïc (zijn broer en trainer, red.) speelt daar een belangrijke rol in. Hij kent al mijn waarden door en door en kan me altijd zeggen wanneer ik progressie boek. Dat geeft veel vertrouwen. Dat BK in Izegem was, net als het BK tijdrijden drie dagen ervoor in Herzele (waarin hij ook zilver behaalde, red.), een fantastische ervaring, maar puur fysiek ben ik intussen nog een stuk sterker geworden. Ik hoop in de toekomst stappen te blijven zetten en hopelijk vertaalt zich dat ook in resultaten.”

Alec Segaert reed in Kuurne-Brussel-Kuurne lek op het slechtst denkbare moment.
Alec Segaert reed in Kuurne-Brussel-Kuurne lek op het slechtst denkbare moment. © GARNIER ETIENNE PRESSE SPORTS

Hoe ziet jouw wedstrijdprogramma er dit voorjaar uit?

“De komende twee weken koers ik niet. Ik zal thuis in mijn hoogtekamer vertoeven en een stevig trainingsblok inlassen. Daarna rijd ik Denain, E3, Gent-Wevelgem, Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix.”

Je gaf eerder al aan dat Parijs-Roubaix jouw droomkoers is. Wordt dat het absolute hoofddoel van jouw voorjaar?

“Ik zie het eerder als een ontdekkingstocht. Van de klassiekers die ik dit voorjaar zal betwisten, heb ik vorig jaar enkel Denain en Roubaix al gereden. Los daarvan weet ik dat de kasseistroken van Roubaix mij, zonder pech, het best moeten liggen. Daarop komen de grote motoren naar boven. Al bij de jeugd (Segaert werd als junior al tweede in Roubaix, red.) vond ik dat een fantastische koers. Vorig jaar reed ik voor de eerste keer bij de profs mee, maar kende ik drie keer pech en werd ik ver teruggeslagen.”

Waar kijk je in 2025 verder nog naar uit?

“Naar veel! De Tour is een optie. Het zou heel tof zijn om die als eerste grote ronde in mijn carrière te rijden, zeker omdat de start (in Rijsel, red.) vlak bij de deur is. In het najaar volgen het WK en EK, die ik sowieso bij de profs zal afwerken. Ook dat wordt een nieuwe ervaring. 2025 is één grote ontdekkingstocht.”

“De ploeg verwacht dit jaar meer van mij. Ik verwacht dat zelf ook. En dat spreek ik ook uit”

“De kans is reëel dat Alec zijn eerste WK en EK tijdrijden bij de profs zal mogen rijden”, vertelde kersvers bondscoach Serge Pauwels ons onlangs.

“Dat ik de selectie voor het EK tijdrijden haal, geef ik de grootste kans. Het parcours is vrij vlak met alleen op het einde een klim van een kilometer aan zeven procent. Als ik op mijn normale niveau presteer, ga ik ervan uit dat ik erbij ben in de Ardèche. Het WK-parcours is lastiger, maar als ik de kans krijg om in Rwanda te rijden, zal ik me daar volledig op focussen. Zonder druk. Het wordt mijn eerste WK bij de profs (Segaert werd bij de jeugd vier keer Europees tijdritkampioen en haalde drie keer het WK-podium, red.). Het zou een goeie test zijn.”

Jouw ploeg Lotto verloor met Maxim Van Gils, Florian Vermeersch en Victor Campenaerts enkele sterke renners, maar dat opent tegelijkertijd perspectieven voor jou. Heb je het gevoel dat de ploeg in 2025 meer van jou verwacht?

“Ja, sowieso. De ploeg verwacht meer. Ik verwacht dat zelf ook. En dat spreek ik ook uit. De Renewi Tour van vorige zomer heeft daarin een belangrijke rol gespeeld. De laatste rit had ik de volledige ploeg in mijn dienst, wat vertrouwen gaf. Dat wil ik doortrekken naar dit voorjaar. In de meeste koersen krijg ik een vrije rol, afhankelijk van de situatie en of Arnaud (De Lie, red.) erbij is. Ik heb meer zelfvertrouwen, al brengt dat tegelijkertijd ook meer prestatiedruk met zich mee. In het verleden is dat me echter altijd goed afgegaan.”

Wanneer zal jij eind 2025 tevreden zijn?

“Zoals ik eerder al zei: ik hoop elk seizoen progressie te blijven boeken en dat ook te voelen. Dan zouden de resultaten in principe moeten volgen. 2025 zie ik vooral als een ontdekkingsjaar. Op mijn programma staan veel grote wedstrijden die ik voor de eerste keer zal rijden. Dit jaar wil ik voelen dat het erin zit om over enkele jaren voorin te kunnen meestrijden.”

Partner Expertise