“Ik heb nog altijd de ambitie om zelf resultaten neer te zetten”: Mauri Vansevenant (26) krabbelt recht na moeizaam 2025

Mauri Vansevenant, hier tijdens de Vuelta op de klim naar Bola del Mundo, kende een tegenvallend seizoen. “Extreem slecht was het niet, maar ik kwam telkens te kort om resultaat te rijden. © Dario Belingheri Getty Images
Tom Vandenbussche

Mauri Vansevenant (26) heeft niet zijn beste campagne achter de rug. De Torhoutenaar van Soudal Quick-Step kan dit seizoen amper resultaten voorleggen. “Ik probeer altijd mijn best te doen, maar dit jaar wilde het precies niet lukken.”

Het is een vrijdag in oktober wanneer we Mauri Vansevenant aan de lijn krijgen vanuit Italië, waar hij zijn seizoen afsluit met de Giro dell’Emilia, de Coppa Agostoni en de Tre Valli Varesine. “De Ronde van Lombardije (die zaterdag wordt verreden, red.) rijd ik normaal niet”, vertelt hij. “Dat kan nog veranderen, maar ik houd er geen rekening mee. In principe rijd ik in Varese (afgelopen dinsdag, red.) mijn laatste koers van 2025, al sta ik wel nog als eerste reserve op de lijst voor de Tour of Guangxi in China. Op dit punt in het seizoen kan er veel gebeuren, dus acht ik de kans niet onmogelijk dat ik nog opgebeld word. Ik ben nog nooit in China geweest, dus ik zou het me niet ontzeggen.”

“Je ziet zoveel mooie locaties, maar het is een vorm van toerisme zonder dat je echt toerist kan zijn”

Sinds 1 juli 2020 is Vansevenant als prof aan de slag bij zijn huidige ploeg, Soudal Quick-Step. In vijf jaar tijd koerste hij in 19 verschillende landen, waaronder Japan, Canada, Oman, Slowakije, Hongarije en de Verenigde Arabische Emiraten. “De Olympische Spelen in Tokio steken er voor mij persoonlijk bovenuit, want dat evenement is veel groter dan eender welke koers”, geeft hij enthousiast aan. “Als profwielrenner kom je op veel plekken waar je anders nooit zou komen, vaak mooie locaties die niemand kent. Maar het is een vorm van toerisme zonder dat je echt toerist kan zijn. Zo reden we vorig jaar tijdens de slotrit van de Giro in Rome over de kasseien aan het Colosseum. We hebben het gezien, maar daar stopte het dan ook wel.”

Twee keer negende

In zijn eerste seizoenen bij de profs liet Vansevenant geregeld flitsen van klasse zien. Met de Gran Premio Industria & Artigianato, een Italiaanse semiklassieker, en ritzeges in de Ronde van Oman en Ronde van Luxemburg, won hij drie wedstrijden. Daarnaast werd hij onder meer tweede in een rit in de Vuelta, vierde in de Amstel Gold Race en zesde in Luik-Bastenaken-Luik. Dit jaar waren een negende plaats in de Muscat Classic en het eindklassement van O Gran Camiño zijn beste resultaten. “We hebben in 2025 niet de beste versie van mezelf gezien”, geeft Vansevenant zelf aan.

Moeilijke Vuelta

“Ik zat een heel stuk onder mijn normale niveau. De voorbije Vuelta was daar een mooi voorbeeld van. Rond de Clásica San Sebastián begin augustus liep ik corona op. Ik sukkelde lang met de lever, maar bleef de hoop koesteren dat het nog in orde zou komen. Het is verbeterd, maar niet voldoende om echt goed te presteren. In de hedendaagse realiteit kan je in de loop van een grote ronde ook niet meer beter worden. Het was dan ook een moeilijke Ronde van Spanje. Ik heb er het beste van proberen te maken, maar het lichaam protesteerde. Het beste gevoel had ik tijdens de Waalse klassiekers in april, maar in die wedstrijden stonden we met Remco Evenepoel als kopman aan de start. Mijn goeie benen heb ik daar dus niet kunnen tonen. Voor de rest was 2025 een jaar van zoeken en vechten.”

“Als ik de reden voor mijn minder seizoen kende, zou ik er meteen iets aan veranderd hebben”

Vansevenant kan de vinger niet op de wonde leggen. “Als ik de reden kende, zou ik er meteen iets aan veranderd hebben. Ik probeer elk seizoen mijn best te doen, maar dit jaar wilde het precies niet lukken. Extreem slecht was het ook niet, maar ik kwam wel telkens tekort om effectief een resultaat bijeen te rijden. Ik heb in vergelijking met de voorbije jaren nochtans niet veel aangepast. Net daarom vind ik het zo moeilijk om een oordeel over mezelf te vellen. Sommige zaken kan je ook niet in cijfers uitdrukken. Soms gaat het puur over een gevoel. Die echte topconditie moet je op de juiste momenten te pakken krijgen, iets wat mij in 2025 niet gelukt is.”

Alles ontploft in finale

De zoon van ex-profrenner Wim probeert zijn positieve mindset te behouden. “Dat is niet altijd even gemakkelijk, want het algemene niveau in het peloton wordt almaar hoger. Door de veel betere begeleiding halen meer en meer renners een hoog niveau. Omdat iedereen dezelfde vermogenswaarden haalt en op hetzelfde niveau presteert, is er een andere manier van koersen ontstaan. Vroeger zag je vaker een slijtageslag. Nu ontploft alles in de finale, op het moment dat de echte toppers zoals Pogacar nog sneller beginnen te rijden.”

Hoogtekamer

Vijf jaar geleden was Vansevenant een van de eerste renners die thuis een hoogtekamer installeerde. “Toen ik daarnaar op zoek ging, wisten fabrikanten niet eens welke mogelijkheden er waren. Nu is het hun corebusiness. Evolutie is er altijd en kan je niet tegenhouden. Je moet daarin meegaan, wat het erg uitdagend maakt. Het hangt almaar meer van details af, alleen worden de procentuele winstmarges kleiner. Hoeveel procentjes ik nog kan winnen? Ik vind het moeilijk om zoiets over mezelf te zeggen. Het mentale aspect maakt volgens mij een groter verschil dan we soms denken, want wij zijn tegenwoordig vooral met cijfertjes bezig. Het heeft dikwijls met motivatie, plezier en ingesteldheid te maken. Waarschijnlijk zullen die zaken ook te trainen zijn, maar de manier om dat te kunnen, heb ik nog niet gevonden. (glimlacht) Helaas.”

Ritzeges en adrenaline

Vansevenant won als tweedejaarsbelofte de prestigieuze Ronde van Aosta en droeg de gele leiderstrui in de Ronde van de Toekomst. De ambities om het als klassementsrenner te maken, heeft hij intussen echter opgeborgen, hoewel hij bij de profs al tien keer in de top tien van een rittenkoers eindigde. “Tegenwoordig is het zo moeilijk geworden om klassementsrenner te zijn”, legt hij uit. “Het is niet iets wat binnen mijn mogelijkheden ligt en het spreekt me ook niet aan. Als je op een klassement focust, moet je drie weken lang voorzichtig koersen en geen enkele slechte dag kennen. Ik mik liever op ritzeges en de adrenaline van de dag. Die dagwinst in een grote ronde is een doelstelling die ik de komende jaren blijf nastreven, in eerste instantie in de Giro en Vuelta. Ik wil eerst eens in een van die twee wedstrijden de perfecte conditie proberen na te streven, want dat is me nog niet gelukt. Pas daarna kan een deelname aan de Tour voor mij. Ik heb het nog niet onder de knie. Iedereen is anders. Het is echt moeilijk om die laatste twee, drie procentjes goed in te vullen. Je mag niet te laks aan de start van zo’n grote ronde verschijnen, maar ook niet te vermoeid. Het is een moeilijk evenwicht.”

“Médard is zoals zijn vader. Als hij mag eten, is hij tevreden. Het is een gelukkige baby”

De beste Mauri Vansevenant had niet misstaan op het WK in Rwanda en het EK in de Ardèche. “Misschien wel”, zegt hij. “Maar vorig jaar was ik in september ook in goeie doen en ben ik ook door niemand opgemerkt. (haalt de schouders op) Ik heb er vrede mee.” De Torhoutenaar kijkt nu al uit naar 2026, zijn laatste contractjaar bij Soudal Quick-Step en het eerste zonder Remco Evenepoel. “Ik denk niet dat er voor mij veel zal veranderen. Als je met een absolute kopman aan de start staat, krijgt iedereen een specifieke taak. Dat zal nu minder het geval zijn, ook al komen er redelijk wat versterkingen bij. Ik heb er een goed oog in, ook voor mezelf. Ik heb nog altijd de ambitie om voor mezelf resultaten bijeen te rijden. Dat vind ik ook leuk. Ja, het is mijn doel om in 2026 hier en daar mooie prestaties neer te zetten.”

Zoon Médard

Een lichtpunt voor Vansevenant in 2025 was natuurlijk de geboorte van zijn zoontje Médard op 14 augustus. “Hij slaapt goed. Hij eet flink. Het is een gelukkige baby. Net zoals zijn vader dus. Als hij mag eten, is hij tevreden. Neen, we mogen voorlopig niet klagen.”

Van ouderschapsverlof was echter geen sprake, want negen dagen later stond Vansevenant al aan de start van de Vuelta. “Ach, dat hoeft voor mij ook niet. De eerste dagen en weken na de bevalling kon ik zelf niet veel doen. Voor mijn vriendin was het een geruststelling dat ze voor zichzelf en Médard haar best kon doen, zonder dat mijn aanwezigheid extra belastend was. Als profwielrenner heb ik een ander ritme waarbij training en rust centraal staan. Nu kon ze, toen ik in Spanje zat, een maand aan een stuk haar eigen ritme aanhouden, wat met de onderbroken nachten geen overbodige luxe was.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise