Het West-Vlaamse ABC van de Ronde van Frankrijk: hard uitkijken naar de kasseienrit op 6 juli

Yves Lampaert werd in de Tour van vier jaar geleden al eens derde in de kasseirit naar Rijsel, na John Degenkolb en Greg Van Avermaet. (foto Belga) © BELGA
Tom Vandenbussche

Vrijdag 1 juli is het zover: de start van de 109de Ronde van Frankrijk in de straten van de Deense hoofdstad Kopenhagen. Drie weken vol wielerplezier en topsport van de allerhoogste plank. Met daarbij ook vijf West-Vlaamse deelnemers en twee etappes op een boogscheut van onze provincie. Het West-Vlaamse ABC van de Tour 2022.

Arenberg

Schrijf alvast woensdag 6 juli met rode stift in jouw agenda, want tussen Rijsel en Arenberg wacht een van de meest prestigieuze momenten van het wielerseizoen 2022. Met elf stroken of 19,5 kasseikilometers krijgen de Tourrenners een copieus Parijs-Roubaix-menu voor de wielen geschoven. Het is spek naar de bek van de West-Vlamingen. Stan Dewulf won vier jaar geleden Parijs-Roubaix bij de beloften voor Thymen Arensman en Jasper Philipsen. Guillaume Van Keirsbulck zette in 2009 de junioreneditie naar zijn hand voor Arnaud Démare. Yves Lampaert werd in 2019 derde bij de profs en het jaar ervoor derde in de Tourrit naar Rijsel. Als hij in Arenberg de gele trui verovert, wacht hem daags nadien in startplaats Binche, waar hij in 2018 de driekleur veroverde, een nooit eerder geziene ontvangst.

Col du Granon

Op woensdag 13 juli staat de elfde rit naar de Col du Granon op het programma. De Granon (2.403m) werd al één keer beklommen in de Tour van 1986. Beste West-Vlaming die dag: Hendrik Devos, 76ste op 22’10”. De laatste winnaar van een officiële wedstrijd op de Granon is overigens een West-Vlaming, Tim Alleman uit Bredene. Hij won zowel in 2019 als in 2021 Le Défi du Granon, een klimtijdrit voor Gran Fondo-renners op de flanken van de steile Alpenreus. Zijn klimtijd: 39’42”, goed voor een gemiddeld vermogen van 355 watt en een VAM-waarde (aantal geklommen meters per uur, red.) van 1.515 meter.

Groen

Het is dé Belgische hamvraag van deze Tour: wordt Wout van Aert de eerste Belgische winnaar van de groene trui sinds Tom Boonen in 2007? Van Aert zou zich voegen bij een illuster lijstje van voorgangers, onder wie ook Patrick Sercu (1974) en Freddy Maertens (1976, 1978 en 1981). Die laatste droeg maar liefst 71 ritten de groene trui, een Belgisch record. De laatste West-Vlaamse groenetruidrager? Johan Museeuw gedurende zes dagen in 1992. Museeuw eindigde maar liefst drie keer als tweede in het puntenklassement: in 1990 na Olaf Ludwig, in 1992 na Laurent Jalabert en in 1993 na Djamolidine Abdoesjaparov.

Kopenhagen

De 109de Tour start vandaag met een individuele tijdrit in de straten van Kopenhagen. Eén West-Vlaamse renner heeft speciale herinneringen aan de Deense hoofdstad: Martijn Degreve. De Bruggeling, die in 2016 zijn fiets aan de haak hing, kroonde zich er in 2011 tot vicewereldkampioen op de weg bij de junioren, na de Fransman Pierre-Henri Lecuisinier. Ook van de partij op dat WK: Florian Sénéchal (4de), Magnus Cort Nielsen (48ste), Pierre Latour (75ste), Guillaume Martin (80ste), Matej Mohoric (87ste) en Stefan Küng (126ste). Die laatste is vandaag in Kopenhagen een van de topfavorieten om de gele trui te veroveren.

Opaalkust

Ook een rit om naar uit te kijken: de vierde etappe van nu dinsdag met start in Duinkerke en aankomst in Calais. Die voert onder meer via de Mont Cassel, waar Gianni Vermeersch in mei van dit jaar de koninginnenrit in de Vierdaagse van Duinkerke won. Het is tevens de plaats waar Xandro Meurisse in 2016, als eliterenner zonder contract bij Crelan-Vastgoedservice nota bene, de eerste belangrijke zege in zijn carrière boekte. In de finale wacht de Cap Blanc-Nez, een steile beklimming langs de kliffen van de wonderbaarlijk mooie Noord-Franse Opaalkust. De vorige keer dat de Tour er passeerde, was in 1994. Het GB-MG van Patrick Lefevere won toen de ploegentijdrit over 66,5 km van Calais naar de net daarvoor geopende Eurotunnel, waarna Johan Museeuw prompt voor het tweede jaar op rij de gele trui veroverde. Slaagt ook dit jaar een West-Vlaming in dat kunstje? Die kans lijkt ons eerder klein, al zal Yves Lampaert in de openingstijdrit toch proberen om zo weinig mogelijk tijd te verliezen.

Super Planche des Belles Filles

Volgende week vrijdag wacht de eerste test bergop voor de klassementsrenners met een finish op Super Planche des Belles Filles, waar Dylan Teuns in 2019 won en Xandro Meurisse als derde eindigde. Meurisse heeft op Strava overigens niet de snelste West-Vlaamse klimtijd ooit op de Vogezenklim. Die eer is weggelegd voor DSM-profrenner Henri Vandenabeele, die als belofte tijdens de Tour d’Alsace 2019 een tijd van 18’36” neerzette en daarmee beter doet dan Gianni Vermeersch (19’04”, Tour d’Alsace 2018), Meurisse (19’15”, Tour 2019) en Harm Vanhoucke (19’25”, Tour d’Alsace 2017) en Gerben Kuypers (19’50”, training 2020).

© BELGA

Van Keirsbulck

Het is alweer vijf jaar geleden, van 4 juli 2017, dat Guillaume Van Keirsbulck in de Tourrit van Mondorf-les-Bains naar Vittel 190 kilometer op zijn eentje voorop reed, meteen goed voor de op negen na langste solovlucht in de Tourgeschiedenis. Dit jaar is GVK weer van de partij. Niet om aan te vallen, wel om Jasper Philipsen en Mathieu van der Poel, zijn kopmannen bij Alpecin-Deceuninck, aan ritwinst te helpen.

Zweetdruppel

Met Stan Dewulf, Yves Lampaert, Edward Planckaert en Guillaume Van Keirsbulck telt de Tour vier West-Vlaamse deelnemers. Dat hadden er vijf moeten zijn, maar Tim Declercq moest dinsdag na een positieve coronabesmetting afhaken en zal de Tour vanuit Houthulst moeten volgen. De kans dat El Tractor zich eind dit jaar voor de vijfde keer (!) tot Kristallen Zweetdruppel zal kronen, is een stukje kleiner geworden.