Gianni Vermeersch was zondag een van de sleutelfiguren in de dominantie van Alpecin-Deceuninck en zijn kopman Mathieu van der Poel in Parijs-Roubaix. “Vorig jaar dachten we dat we niet beter zouden kunnen doen. Maar we hebben het toch gedaan”, genoot de West-Vlaming, die zelf nog zesde werd.
“Ik denk dat we de perfecte wedstrijd reden, net als vorige week in de Ronde”, analyseerde Vermeersch. “We hadden de wedstrijd volledig onder controle. We hadden het vertrouwen, en hebben de koers onmiddellijk in handen genomen. Toen Oscar (Riesebeek) op een van de eerste stroken doortrok, zat er nog maar 30-40 man in ons wiel. Dat was het sein om te blijven rijden.”
Blijven gaan
“Mathieu zei ons al de hele dag hoe goed hij was. Voor hij aanviel was het dan gewoon mijn taak om te blijven gaan. Niemand laten rijden zonder iemand van ons, zorgen dat we zelf nooit in het defensief kwamen. Het was wachten tot Mathieu zijn versnelling plaatste. En zodra hij weg was, hebben ik en Jasper (Philipsen) op alles gereageerd.”
Zo won Alpecin-Deceuninck als eerste ploeg ooit Milaan-Sanremo, Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix in een jaar. “Het besef dat er iets unieks gepresteerd kon worden, was er gisteren al bij de teammeeting. Het is echt uniek dat we het ook hebben verwezenlijkt. Daar moeten we echt even bij stilstaan.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier