“Filmpje dat op Sporza rondging na zege van Girmay kwam van mij”: Aloïs Gevaert werkt bij WorldTourteam Intermarché-Wanty

Alois Gevaert (links) met zijn neef Wim. (foto PM) © PETER MAENHOUDT
Tom Vandenbussche

Aloïs Gevaert (27) maakt als mecanicien al enkele jaren mee het mooie weer bij WorldTourteam Intermarché-Wanty. De eerste koers waarin de 27-jarige Gistelnaar in de eerste volgwagen met Aike Visbeek en Hilaire Van der Schueren plaatsnam, was Gent-Wevelgem in 2022, toen de Eritreeër Biniam Girmay won. “Dat was een sprookje dat waarheid werd”, aldus Gevaert.

Aloïs Gevaert is zelf ook nog actief als wielrenner. “Bij de nevenbonden, nadat ik enkele jaren bij de beloften en elite zonder contract heb gekoerst”, glimlacht de 27-jarige Gistelnaar. “Het is wel geen evidente combinatie met mijn job als mecanicien bij een profploeg, want ik ben heel vaak van huis weg. Daardoor is het moeilijk om consistent te trainen, maar ik heb van mijn hobby mijn beroep kunnen maken. Elke koersliefhebber droomt ervan om deel uit te maken van een WorldTourteam.”

Er toevallig in gerold

Dat WorldTourteam is Intermarché-Wanty. “Ik ben stomweg bij die ploeg terechtgekomen”, vertelt Gevaert. “Lorenzo Blomme, een goede vriend van mij die indertijd ook bij de ploeg aan de slag was (en intussen voor Visma-Lease a Bike werkt, red.), was bij mij thuis op bezoek toen ze hem opbelden om voor een paar koersen in te vallen. Hij kon die dagen toevallig niet en zei dat er iemand naast hem zat die het probleem misschien kon oplossen. Hij had het over mij en zo was ik plots aan het werk in onder meer de Grote Prijs Jef Scherens in Leuven en de Grote Prijs Marcel Kint in Zwevegem. Zo is de bal aan het rollen gegaan en intussen ben ik al aan mijn derde volledige jaar bezig bij Intermarché-Wanty, de ploeg van Biniam Girmay.”

150 dagen per jaar weg

Gevaert werkt er niet voltijds, maar vier vijfden. “Dat houdt in dat ik 150 dagen per jaar van huis ben. Daarnaast heb ik thuis nog mijn eigen winkel. Ik ben fietshersteller in bijberoep.” De Gistelnaar, die vorig jaar in de zomer samen met Kris Osaer het Belgisch record toogzitten (53 uur lang) verbrak, beschrijft hoe een werkdag er voor hem uitziet. “Ik sta heel vroeg op. Sowieso nog voor de zon opkomt. Vervolgens doe ik met mijn collega-mecaniciens de vrachtwagen open, zetten we alle fietsen buiten voor een laatste controle en blazen we alle banden op basis van een bestand waarin de bandendruk voor elke individuele renner staat genoteerd. Daarna plaatsen we alle fietsen op de auto’s en vertrekken we naar de koers. Tijdens de wedstrijd zit ik in de auto en probeer ik de ploegleiders zoveel mogelijk bij te staan. Als er iets gebeurt, probeer ik zo snel mogelijk de juiste keuze te maken. Dat is het moeilijkste aan mijn job en levert niet altijd het gewenste resultaat op. ’s Avonds poetsen we met twee mecaniciens de fietsen en stellen we alles af. We mogen daarbij niets over het hoofd zien.”

“Als je als wielerliefhebber de Ronde van Vlaanderen vanop de eerste rij kan meemaken, heeft dat iets magisch”

Gevaert vindt vooral de afwisseling een leuk onderdeel van zijn job. “Ik steek dat niet onder stoelen of banken: als je als wielerliefhebber de Ronde van Vlaanderen vanop de eerste rij kan meemaken, heeft dat iets magisch”, benadrukt hij. “Vier jaar geleden zat ik op tv naar die koers te kijken en nu zit ik er zelf tussenin. Dit jaar was ik al in Australië, Oman en de Verenigde Arabische Emiraten. Wie anders kan dat zeggen? Daartegenover staan de lange periodes van huis. Ik ben iemand die graag thuis is en met vrienden afspreekt. De voorbije maanden was ik amper thuis en dan snak je er wel eens naar om bij je vrienden en familie te zijn. Maar ik zit niet te wenen. Ik heb hier zelf voor gekozen.”

Sprookje werd realiteit

Zondag vindt Gent-Wevelgem plaats. Gevaert houdt mooie herinneringen over aan de editie van twee jaar geleden. “Die dag zat ik voor de eerste keer als mecanicien in de eerste volgwagen van de ploeg en wie won er die dag? Biniam Girmay. Wij reden net achter hem. Het filmpje dat op Sporza rondging, kwam van mij. Aike Visbeek begon te roepen en te wenen, net als Hilaire Van der Schueren. Die zege betekende zoveel voor de ploeg en ik was erbij. Het was een sprookje dat waarheid werd.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier