Fabio Van den Bossche en Lindsay De Vylder eindigen na valpartij als 11e in ploegkoers: “Het zat niet mee vandaag”

Lindsay De Vylder kwam ten val in de ploegkoers. © BELGA

Baanwielrenners Fabio Van den Bossche en Lindsay De Vylder zijn zaterdag op de elfde plaats geëindigd in de ploegkoers op de Olympische Spelen in Parijs. Het goud op de wielerbaan in Saint-Quentin-en-Yvelines ging naar Portugal.

De renners kregen in de ploegkoers 200 rondes (50 kilometer) voor de kiezen, met onderweg twintig sprints. Het Belgische duo toonde zich zeer bedrijvig in de beginfase en had na vijf sprints al zeven punten verzameld. Daarmee stonden ze tweede achter de Portugezen Iuri Leitao en Rui Oliveira.

Topfavoriet Italië muisde er nadien vanonder, nam halfweg koers resoluut de leiding en pakte net als Denemarken en Japan een winstronde op de rest van de concurrentie. De Belgen waren toen al weggezakt naar plek acht en bleken ook in het tweede deel van de koers niet in staat om aanspraak te maken op de medailles. Als klap op de vuurpijl kwam De Vylder nog onzacht in aanraking met het parket van de wielerbaan na een aanrijding met Nieuw-Zeeland. Ook Italië kwam ten val en moest het goud daardoor aan Portugal laten.

Leitao en Oliveira wonnen met een totaal van 55 punten. Italië (zilver met 47 punten) en Denemarken (brons met 41 punten) vervolledigden het podium. België eindigde op een elfde plek (op vijftien landen) met een negatief puntentotaal van -11.

De 23-jarige Van den Bossche en de 29-jarige De Vylder kwamen de voorbije weken allebei voor de eerste keer in hun carrière in actie op de Olympische Spelen. Het duo nam samen met Noah Vandenbranden en Tuur Dens deel aan de ploegenachtervolging. Op individueel vlak zorgde Van den Bossche al voor brons in het omnium bij de mannen.

“We zijn niet naar hier gekomen voor een elfde plaats”, stelde een aangeslagen Van den Bossche. “Het is jammer dat het vandaag niet is gelukt met Lindsay. Donderdag viel voor mij alles in de plooi en dat was vandaag niet zo. Dat is echt jammer.”

Amper twee dagen geleden stond de 23-jarige Van den Bossche nog te juichen in dezelfde velodroom van Saint-Quentin-en-Yvelines na het behalen van een bronzen medaille in het omnium. Voor die wedstrijd had hij diep in zijn krachtenarsenaal moeten tasten. Al wilde hij dat niet als een excuus inroepen. “Ik voelde mij vrij fris en ik denk wel dat ik voldoende gerecupereerd was. Een ploegkoers is sowieso een uur à bloc rijden, of je nu een omnium in de benen hebt of niet. Het zat gewoon niet mee vandaag.”

Bij De Vylder waren in de mixed zone de sporen van zijn spectaculaire val zichtbaar, een van de vele tuimelperten in de race. Met nog zo’n 30 van de 200 ronden te gaan smakte hij na een botsing met een Nieuw-Zeelandse tegenstander hard tegen de piste. Na een korte check-up stapte De Vylder wel terug op de fiets, maar op zijn rechterbil waren de zware schaafwonden duidelijk.

De renner uit het Oost-Vlaamse Laarne stak achteraf de hand in eigen boezem. “Bij het naar boven rijden keek ik achterom en raakte ik iemand. Ik zat volledig à bloc en had te weinig oog voor wat er rondom mij gebeurde. Het was mijn eigen fout. Ik had niet te veel pijn maar ik besefte wel meteen dat het voorbij was.”