Op nog enkele afspraken na – zo is er bijvoorbeeld nog de Ronde van Guangxi, zit het wielerseizoen er nagenoeg op. Maar hoe deden de West-Vlamingen het? Om dat te beoordelen namen we er de UCI-wereldranglijst bij. Dit waren volgens die lijst het afgelopen seizoen de tien beste West-Vlamingen bij de mannen en de drie beste West-Vlamingen bij de vrouwen.
Heren
Yves Lampaert (Soudal-Quick-Step): 78 op UCI-ranking
Niet geheel verrassend is Yves Lampaert met een 78ste plaats de eerste West-Vlaming op de wereldranglijst. Het is te zeggen: hij moet nog ploegmaat Tim Merlier en Gerben Thijssen voor zich laten, maar aangezien die eerste in Wortegem-Petegem woont en die tweede een naar West-Vlaanderen ingeweken Limburger is, laten we hen gemakshalve buiten beschouwing. Lampaert koos vorige winter voor een andere aanpak richting de voorjaarsklassiekers, maar die aanpak loonde uiteindelijk toch niet helemaal. 71ste in de Omloop, 76ste in Kuurne, 16de in de E3, 67ste in Gent-Wevelgem, 41ste in de Ronde en 24ste in Parijs-Roubaix: daar worden we eerlijk gezegd toch niet helemaal warm van. Al maakte een derde plaats in Brugge-De Panne en een derde plek in de eindstand van de Renewi Tour wel iets goed. Uiteindelijk verzamelde Lampi het afgelopen kalenderjaar zo toch nog 1.065,67 punten. Al gebiedt de eerlijkheid ons te zeggen dat het – met alle respect – toch wat meer mocht zijn, zeker wat uitschieters betreft. En daar zal Lampaert naar ons gevoel zelf niet anders over denken.
Sep Vanmarcke (Israël-Premier Tech): 164 op UCI-ranking
Dat Vanmarcke het seizoen afsluit als de op een na beste West-Vlaming is opvallend. Vanmarcke moest afgelopen zomer immers noodgedwongen stoppen met koersen door hartproblemen. Zonde, want Vanmarcke had tijdens het voorjaar net bewezen dat hij nog niet versleten was. Zijn tiende plek in de Omloop en een zesde plek in Kuurne beloofden al veel goeds en uiteindelijk volgde dan ook nog die erg mooie uitschieter in Gent-Wevelgem, waar hij op het podium stond. Onder meer dankzij die knappe derde plaats wist Vanmarcke, die ondertussen ploegleider is geworden bij Israël-Premier Tech, toch 574 UCI-punten binnen te rijven.
Timothy Dupont (Tarteletto-Isorex): 239 op UCI-ranking
Dupont is er al 35, maar hij lijkt nog lang niet versleten. Vier ritzeges en een handvol dichte ereplaatsen in vooral kleinere rittenwedstrijden leverden de Gistelnaar 380 UCI-punten op. In tegenstelling tot Lampaert en co. sprokkelde de sprinter van Tarteletto-Isorex die punten wel vooral in kleinere wedstrijden. Zo pakte Dupont er bijvoorbeeld zeventig in de Tour of Qinghai Lake in China. Al doet dat evenwel allerminst afbreuk aan zijn prestaties. Er kunnen trouwens nog punten bijkomen, want Dupont is nog tot en met zondag aan de slag in de Ronde van Turkije, waar hij met onder meer Jasper Philipsen om ritzeges strijdt. Ook volgend jaar zien we Dupont overigens nog terug in het profpeloton. Hij tekende immers een overeenkomst voor een extra jaar bij de ploeg.
Alec Segaert (Lotto-Dstny): 242 op UCI-ranking
Hij reed nog niet eens een volwaardig profprogramma en werd pas tijdens het seizoen volledig prof, maar toch was Segaert met 377,58 qua puntenoogst de vierde beste West-Vlaming van het seizoen. En dat heeft hij vooral te danken aan zijn goede prestaties op de (beloften)kampioenschappen. Zo leverde zijn zilveren medaille op het WK tijdrijden voor beloften 85 punten op. Zijn tweede plek op het Belgisch kampioenschap in Izegem was dan weer goed voor 75 punten. Hoe dan ook was het een geslaagd seizoen voor Segaert. Stond hij in onze provincie al langer geboekstaafd als toptalent, dan weet nu heel België dat de jonge Lendeledenaar verdomd hard met de fiets kan rijden. Volgend seizoen zal hij zich nog meer kunnen meten bij de profs en als hij de goede lijn van dit seizoen kan doortrekken, belooft dat alleszins veel goeds.
Gianni Vermeersch (Alpecin-Deceuninck): 247 op UCI-ranking
Nog wat verderop op de UCI-ranking vinden we Gianni Vermeersch. En dat voor iemand die zelden zijn eigen kans mocht gaan. Zo leverde een elfde plek in Parijs-Roubaix, nadat hij eerst puik werk had geleverd voor winnaar Mathieu van der Poel, hem 110 punten op. Andere ereplaatsen in onder meer de Amstel Gold Race (14de), de Super 8 Classic (6de) en de Egmont Cycling Race (4de) zorgden uiteindelijk voor een puntentotaal van 369.
Mauri Vansevenant (Soudal-Quick-Step): 337 op UCI-ranking
Vansevenant verwierf het gros van zijn 257 UCI-punten in het begin van het seizoen. Zo leverden zijn prestaties in de Ronde van Oman, waar hij een rit won, eens tweede werd en uiteindelijk ook tweede eindigde in het eindklassement, hem uiteindelijk 185 punten op. Nagenoeg al zijn overige punten kwamen er door verre ereplaatsen in WorldTour-wedstrijden. Het ziet er steeds meer naar uit dat de Vansevenant bij Soudal-Quick-Step zal evolueren naar een dienende rol. Opvallend is ook dat de Torhoutenaar afgelopen seizoen geen grote ronde reed. Voor de Giro en de Tour was hij niet voorzien en na een val in de Ronde van Denemarken moest hij ook verstek geven voor de Vuelta.
Piet Allegaert (Cofidis): 381 op de UCI-ranking
Mede dankzij een degelijk voorjaar met onder meer topvijfplaatsen in de GP Monseré en de GP Criquielion en een twaalfde plek in de Omloop het Nieuwsblad verzamelde Allegaert afgelopen seizoen 223 UCI-punten. Nochtans had Allegaert door knieperikelen een moeilijke winter achter de rug. In Parijs-Roubaix moest de Moorsledenaar wel opgeven na een val. Goed nieuws is evenwel dat het contract van Allegaert bij de Franse ploeg met twee jaar verlengd werd. Domper was dan weer dat hij naast een eerste Tourselectie greep.
Stan Dewulf (AG2R-Citroën): 411 op de UCI-ranking
Dewulf reed in het voorjaar weleens in beeld, maar al bij al was het toch net iets te weinig en te anoniem bij de man uit Stavele. Hij verzamelde uiteindelijk wel 207 UCI-punten, maar die kwamen er vooral door verre ereplaatsen. Kanttekening is wel dat Dewulf afgelopen seizoen ook regelmatig in dienst moest rijden, zoals in de Tour. Dewulf sloot woensdag zijn seizoen af in de Giro del Veneto.
Jordi Warlop (Soudal-Quick-Step Devo): 429 op de UCI-ranking
De man die via de opleidingsploeg een contract versierde bij de hoofdmacht van Soudal-Quick-Step verdiende afgelopen seizoen 199 punten. Bijna de helft daarvan verkreeg hij dankzij zijn verrassende tweede plek in de Muscat Classic, bij zijn debuut voor The Wolfpack. Ook zijn vierde plek in de GP Criquielion en zijn zesde plek in de GP Monseré dikten zijn puntentotaal aan. Voor het overige reed Warlop niet al te veel koersen waarin UCI-punten te verdienen vielen. Toch slaagde hij in zijn opzet: opnieuw volwaardig prof worden bij The Wolfpack. Volgend jaar zal Warlop zich in een dienende rol nuttig maken voor de ploeg.
Harm Vanhoucke (Lotto-Dstny): 457 op de UCI-ranking
Een renner met een seizoen als een rollercoaster. Vanhoucke vertrok na een moeilijk seizoen bij Lotto en ging bij Team DSM aan de slag. Daar begon hij degelijk aan het seizoen met een tiende plek in het algemeen klassement van de UAE Tour en een negentiende plek in de eindstand van de Tirreno-Adriatico, maar nadien ging het steil bergaf met als dieptepunt de opgave in de Giro. Die opgave, als het gevolg van maagproblemen, zou uiteindelijk zelfs het breekpunt blijken tussen Vanhoucke en zijn ploeg Team DSM, waarna Vanhoucke met onmiddellijke ingang terugkeerde naar het oude nest van Lotto-Dstny. Daar kreeg hij de trein wel vrij snel weer op de rails en won hij zelfs nog een etappe in de Tour of South Bohemia. Hij totaliseerde zo uiteindelijk 186,14 punten. Vanhoucke zal normaliter wel nog punten verliezen doordat de Ronde van Turkije, waar hij vorig seizoen 90 punten scoorde, nog bezig is. In dat geval zal hij wegzakken tot onder Jonas Rickaert, die afklokte op 141 punten. Het leeuwendeel van die punten kwam er dankzij een zesde plek in de Classic Brugge-De Panne. Ook voor Rickaert was het afgelopen seizoen een rollercoaster: na een operatie aan de liesslagader in december, knokte hij zich sneller dan verwacht terug en haalde hij uiteindelijk zelfs de Tourselectie van Alpecin.
Dames
Justine Ghekiere (AG Insurance – Soudal-Quick-Step): 60 op de UCI-ranking
Justine Ghekiere totaliseerde afgelopen seizoen 586 punten. Ze dankt die vooral aan een sterke achtste plek in de Trofeo Alfredo Binda en de eindwinst in de Ronde van Valencia. De Izegemse reed over het algemeen een zeer degelijk seizoen, waarin ze ook geregeld in dienst reed. Zo moest ze in de Tour de France Femmes knechten voor Asleigh Moolman en was Ghekiere op het WK van goudwaarde voor Lotte Kopecky. Het laatste deel van het seizoen werd door een breukje in de elleboog niet wat ze ervan verwachtte – ze gaf daardoor zelfs verstek voor het EK – maar Ghekiere mag desalniettemin tevreden zijn over haar seizoen.
Shari Bossuyt (Canyon-SRAM Racing): 90 op de UCI-ranking
Shari Bossuyt had ongetwijfeld een pak hoger gestaan, ware het niet van de positieve dopingtest die haar sinds juni aan de kant houdt. Tot dan had ze dankzij onder meer goede resultaten in de Classic Brugge-De Panne, Gent-Wevelgem en de Ronde van Normandië al 362 punten verzameld en dat smaakte naar meer. Helaas mocht het niet zijn. Als we sociale media mogen geloven, gaat het ondanks de sportieve malaise wel goed met Bossuyt. “Hoe moeilijk het ook is, ik amuseer me in het leven op een andere manier”, klonk het deze week nog op Instagram. Toch is het voor het West-Vlaamse vrouwenwielrennen en voor Bossuyt zelf hopen dat er snel duidelijkheid in het dossier komt.
Julie Van De Velde (Fenix-Deceuninck): 292 op de UCI-ranking
De Brugse is in se vooral knecht, maar kende in de Tour de France Femmes haar moment de gloire door na een aanval pas in het absolute slot van de derde etappe teruggegrepen te worden door het aanstormende peloton. Door die move werd ze ook bergkoningin-voor-één-dag. UCI-punten leverde die prestatie haar echter niet op. Het merendeel van de punten sprokkelde ze onder meer in de Ronde van Zwitserland en Luik-Bastenaken-Luik. De kans bestaat echter dat Van De Velde het seizoen niét afsluit als derde beste West-Vlaamse. Vorig seizoen behaalde ze immers 25 punten in de Chrono des Nations en die punten zullen dus nog vervallen. In dat geval zal Margot Vanpachtenbeke, die verrassend zevende werd in de Brabantse Pijl maar nadien letterlijk uitviel in de Baloise Ladies Tour en daarbij ribben en nekwervels brak, nog over haar springen.
Wat is de UCI-ranking?
De UCI-ranking is de wereldranglijst die wordt opgesteld door de Internationale Wielerunie. Aan elke wedstrijd zijn een bepaald aantal punten gekoppeld, afhankelijk van hun belangrijkheid en statuut. Zo krijg je bijvoorbeeld 200 punten bij winst van een ProTour-wedstrijd als de Super 8 Classic en 800 punten voor winst in een WorldTour-ééndagswedstrijd als Parijs-Roubaix. Voor de eindzege in de Tour de France krijg je zelfs 1.300 punten. Ter illustratie: momenteel bestaat de top 3 van de UCI-ranking uit tweevoudig monumentenwinnaar Tadej Pogacar (7.695,86 punten), Tourwinnaar Jonas Vingegaard (6.304,07) en Girowinnaar Primoz Roglic (5.603,36). Belangrijk is daarbij ook dat het gaat om een rollend klassement over een periode van 52 weken. Daarom zitten bij bijvoorbeeld Harm Vanhoucke nog een aantal punten ingerekend, die na afloop van de Ronde van Turkije eind deze week er normaliter nog af zullen gaan.
Voor deze lijst werd dan ook rekening gehouden met de UCI-ranking zoals ze op 11 oktober was. In de laatste dagen van het seizoen kunnen evenwel nog kleine wijzigingen gebeuren.
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier