Patrick Lefevere: “Leggen voor Mauri de lat best niet te hoog”
Herinnert u het zich nog? Julian Alaphilippe die op 8 juli 2019 in de feeërieke wijngaarden van de Montagne de Reims, omzoomd door tienduizenden dolenthousiaste supporters, een weergaloos nummer opvoerde. Het was het begin van 18 dolle dagen waarin Frankrijk eindelijk zijn Tourwinnaar leek te hebben gevonden. Niet dus. Exact een jaar later bereidt Alaphilippe zich in de Dolomieten voor op de herstart van het seizoen. Ook van de partij: Patrick Lefevere en de vijf West-Vlamingen van Deceuninck-Quick-Step. Lefevere: “Mauri Vansevenant moet de verwachtingen vooral niet te hoog leggen.”
“Ben je zot?” Patrick Lefevere grijnst eens als we het hem dan toch hebben durven vragen. Of hij zijn fiets zal meenemen naar de Passo San Pellegrino, 1.918 meter boven zeeniveau. “Ik moet toegeven dat ik me tijdens de coronacrisis heb geamuseerd op de fiets. Zo’n elektrische die licht aangedreven is, gekregen via Fietsen Scheldeman, een winkel hier in de buurt. Maar in de cols fietsen, dat hoeft voor mij niet meer.”
In de Dolomieten bereiden Alaphilippe en co zich voor op een ultrakort wielerseizoen. Eind augustus wacht de Tour, maar een scenario zoals dat van vorig jaar moeten we niet verwachten. “Julian zal zich niet op het klassement richten. En als hij dat ooit wil doen, zal hij andere koersen moeten laten schieten”, benadrukt Lefevere. “Draai de klok eens een jaar terug. Wie geloofde er bij de start van de Tour dat Alaphilippe de Tour kon winnen? Niemand, hé. Wij niet. De concurrentie niet. En de journalisten al zeker niet. Bob Jungels gaat misschien wel voor een klassement, maar in eerste instantie willen we vooral ritten winnen. Met Bennett en met Alaphilippe. Als het geel er dan bij komt, is dat des te leuker.”
Vijf West-Vlamingen
Lefevere zegt het niet graag luidop, maar voor goeie West-Vlaamse renners heeft hij altijd een boontje gehad. Na enkele mindere jaren rijden er momenteel zelfs vijf voor zijn ploeg. Vorig jaar waren dat er nog maar twee. Stijn Steels en Bert Van Lerberghe maken sinds 1 januari deel uit van Deceuninck-Quick-Step. Beiden lijken zich goed te hebben aangepast, maar door corona is het volgens Lefevere onmogelijk om hen nu al te beoordelen. “Ze hebben nog bijna niet gekoerst, dus dat is een utopische vraag. Bert deed wel al goeie leadouts in Colombia, hoorde ik. Maar daar botste sprinter Hodeg telkens op iemand die sneller was. Daarna brak Bert zijn sleutelbeen. Stijn van zijn kant had nog maar amper gekoerst toen we in lockdown gingen. Op vlak van integratie en spirit hebben ze zich goed aangepast, maar nu wil ik hun prestaties afwachten.”
WK voor beloften
Nog nieuwer in de ploeg: Mauri Vansevenant. Neoprof sinds woensdag. “In januari was hij erbij op de ploegvoorstelling in Calpe, maar ik moest toen zelf honderd mensen te woord staan en heb hem amper gezien. Tijdens de recente ploegstage in Kaster was hij opnieuw van de partij en verkende hij samen met zijn nieuwe ploegmaats Gent-Wevelgem en Ronde van Vlaanderen, op wegen die de zijne niet zijn. Ik hoorde positieve geluiden.” Lefevere wil dat zijn 21-jarige nieuwkomer de komende maanden met zijn ogen steelt. “En niet te nerveus zijn of de verwachtingen te hoog leggen. Sowieso leggen we de lat best niet te hoog. Het zijn niet allemaal Evenepoels.”
Vansevenant maakt begin augustus zijn profdebuut in de Tour de l’Ain. Daarna volgen onder meer de Dauphiné en de Settimana Coppi e Bartali. Drie rittenkoersen waarin hij zijn klimcapaciteiten zal kunnen tonen. En eind september wacht vermoedelijk zijn laatste wedstrijd bij de beloften: het WK op de weg in Martigny. Bondscoach Rik Verbrugghe gaf eerder al aan dat hij op het loodzware parcours in Vansevenant een potentiële wereldkampioen ziet. Lefevere knikt. “Al vrees ik er wel een beetje voor dat hij zichzelf in die wedstrijd zou kunnen opblazen, want Mauri is het nog niet gewoon om als kopman te starten. Toen hij vorig jaar de Ronde van Aosta won, was hij toch ook niet als favoriet gestart, hé? Hij bleek in die koers dan wel de beste van het hele pak, met die instelling was hij wel niet aan die koers begonnen. En dat scheelt. Maar een WK voor beloften is en blijft een WK. Daarin schitteren zou heel mooi zijn. In eerste instantie voor Mauri zelf. Als hij zijn palmares kleur wil geven, is dit het moment.”
Rijpere Lampaert
Een renner van wie Lefevere dit seizoen wel nog resultaten verwacht, is Yves Lampaert. Logisch natuurlijk, als je al twee keer Dwars door Vlaanderen, een Belgische titel op de weg en in het tijdrijden, een tijdrit in de Ronde van Zwitserland en een etappe in de Vuelta op je palmares hebt staan. De tijd lijkt voor Lampaert rijp om een grote klassieker aan zijn palmares toe te voegen. “Yves wordt rijper en slimmer. Hij is een jaartje ouder en heeft dus weer wat meer maturiteit”, bevestigt Lefevere. “Maar alleen op de grote WorldTour-koersen mikken, raad ik sowieso niet aan. Een zege als pakweg Dwars door Vlaanderen mag je niet laten liggen. Er zijn er niet zoveel die de Ronde van Vlaanderen of Paris-Roubaix kunnen winnen. Elk jaar twee renners. In het beste geval dan wel.”
Lampaert en Tim Declercq, sinds 2017 meid van alle werk bij Deceuninck-Quick-Step, maken bovendien deel uit van de voorselectie voor de Tour. Maar of ze eind augustus in Nice daadwerkelijk ook aan de start zullen verschijnen, is niet zeker. “Er staan twaalf renners op de longlist en er mogen er acht mee”, aldus Lefevere. “Ze maken dus kans, maar meer uitspraken ga ik daar nu niet over doen.”
Wat met Meurisse?
Intussen wordt hier en daar ook al met één oog naar 2021 gekeken. Ook Lefevere. Alleen ligt zijn ploeg voor volgend seizoen al zo goed als vast. “Als iedereen bijtekent, heb ik sowieso al 28 renners onder contract. Ja, er kan daar altijd nog wel eentje bij, maar veel budget heb ik daar niet voor. Als ik iemand erbij neem, moet ik bovendien zeker zijn dat hij bij mijn ploeg past.” De naam van Xandro Meurisse valt. De 28-jarige Zwevegemnaar stond na zijn uitstekende Tour vorig jaar al dicht bij een overstap. Alleen wilde zijn ploeg, Circus-Wanty-Gobert, hem toen niet laten gaan, aangezien Meurisse nog tot eind 2020 onder contract lag. Lefevere twijfelt duidelijk. “Ik ga er momenteel vanuit dat Xandro nog heel veel persoonlijke ambities heeft. Mijn vraag is: hoeveel precies? Als hij volgend jaar bij Deceuninck-Quick-Step wil rijden, zullen we daar eerst nog eens goed over moeten praten.”
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier