“Mathieu wint, al gooit iedereen zich ervoor”

Sven Vanthourenhout en Klaas Vantornout zijn samen goed voor vier WK-medailles. "
Tom Vandenbussche

Er zijn nog zekerheden in het leven: Mathieu van der Poel wordt zondag in het Zwitserse Dübendorf wereldkampioen veldrijden. Sven Vanthourenhout (39) en Klaas Vantornout (37) kunnen dat alleen maar bevestigen. Tot vervelens toe zelfs. “Ook al smijten ze zich in de eerste ronde met vijf Belgen ervoor, dan nog wint hij.” Wij schotelden de twee West-Vlaamse generatiegenoten, samen goed voor 4 WK-medailles en 2 Belgische titels, tien stellingen voor.

1. Er valt zondag simpelweg niets te doen aan Mathieu van der Poel.

Sven: “Het moet altijd gereden worden en alles moet in zijn juiste plooi vallen. Het WK is en blijft een speciale dag. Maar je ziet wat je ziet. Gisteren (zondag, red.) in Hoogerheide nog. De versnelling die hij daar plaatst… Er is niemand die dat vandaag kan. Fenomenaal. Hij heeft alles mee: fysiek, techniek, grote motor, inzicht… Dus neen, er is weinig aan te doen.”

Klaas: “Het Laatste Nieuws belde me daarnet op in de hoop iets los te weken. Maar wat moet ik zeggen? Ook al gooien ze zich in de eerste ronde met vijf Belgen ervoor, dan nog wint Mathieu. We kunnen ons enkel paaien met het feit dat het een WK is en er van alles kan gebeuren.”

Sven: “Dat is het cliché-antwoord. Meer kan je niet zeggen.”

© BELGA

Klaas: “Eerlijk? De versnelling die Mathieu zondag plaatste, dat had ik hem dit seizoen nog niet zien doen. Dat is de Van der Poel van vorig jaar. Ja man…”

Sven: (knikt) “Ik had het voelen aankomen. Ik stond langs het parcours, met Mario De Clercq in de buurt. Toen Sweeck versnelde, zei ik tegen Mario: Nu is het gedaan. Hij geloofde me niet, maar we hebben gezien wat er gebeurd is. Met open mond zat ik ernaar te kijken. Je kan er alleen maar bewondering voor hebben. Mathieu wint dus, volgens mij voor Van Aert en Iserbyt.”

Klaas: “Ik denk dat Iserbyt tweede wordt, Toon Aerts derde.”

2. De beste Van Aert zou op dit parcours in de buurt van Van der Poel komen.

Sven: “Daar ben ik van overtuigd. Wout is degene die op vlak van fysieke capaciteiten het dichtst bij Mathieu in de buurt komt.”

3. Van der Poel is niet onklopbaar als het WK in pakweg Ronse zou plaatsvinden.

Klaas: (schudt het hoofd) “Hij heeft dit seizoen maar één cross verloren (in Ronse, red.) en toen was hij heel slecht.”

Sven: “Ik denk dat Mathieu er met minder zelfvertrouwen naartoe zou afreizen, omdat hij het op dat soort parcours – zware, modderige crossen – in het verleden al eens heeft laten afweten. In Valkenburg is hij geklopt door Van Aert. Op de Koppenberg is hij geklopt door Toon Aerts. In Namen ook, als Aerts niet gevallen was. Op die omlopen kan Mathieu het moeilijk hebben. Of hij het laat afweten, is een andere vraag. Maar negen op de tien keer is hij de winnaar.”

4. Zondag staat er in Zwitserland een West-Vlaming op het WK-podium.

Klaas: “Dat kan zeker. Michael Vanthourenhout en Eli Iserbyt zijn daartoe in staat.”

Sven: “Ik moet zeggen dat Eli me dit seizoen heeft verbaasd.”

Klaas: “Mij ook, vooral op parcours waarop je het niet verwacht.”

© BELGA

Sven: “Hij won crossen waarin hij vroeger weggereden werd, zoals recent nog in Nommay. Dat vond ik straf. Hij zal op het WK meedoen voor het podium, daar ben ik van overtuigd. Enig nadeel: het parcours speelt in zijn nadeel. Michael moet het dan weer gewoon van zijn dag hebben. Hij kan tweede worden, maar evengoed negende. Bij Eli zit er meer regelmaat in.”

Klaas: “Michael is voor mij hét talent, maar niet iedereen doet evenveel met zijn talent. Of hij te speels is? Dat is een vraag die hij zich moet stellen.”

“De versnelling die Mathieu in Hoogerheide plaatste, dat had ik dit seizoen nog niet gezien”

Sven: “Het is zo. Of hij dat zelf beseft? Dat is de vraag niet. De vraag is of je dat kan veranderen. En of dat dan iets zal opleveren. Michael moest deze winter van zijn ploeg van trainer veranderen. Hij werkt nu met Jens Van Beylen van Bakala. Prima trainer, maar geen goeie keuze, vind ik. Atleten als Mathieu, Wout en Toon hebben een grote motor, daar kan je wetenschappers op zetten. Maar crossers met een kleinere motor, zoals Eli en Michael, hebben een trainer met meer ervaring en inzicht in de cross nodig. Zoals Klaas dat vroeger had met Marc Hemeryck en zoals Eli dat nu met Rudi Van de Sompel heeft.”

Klaas: “Dat is wat je nodig hebt. Iemand die dicht bij je staat en er altijd voor je is, op elk uur van de dag.”

5. Er zijn tegenwoordig te weinig conflicten in de week voor het BK en WK.

Sven: “Je hebt nu twee mannen rondrijden waar fel naar opgekeken wordt. Van der Poel is er daar één van en Van Aert zit daar nu net onder, maar hij blijft wel iemand die vorig jaar een rit in de Tour won. Ik denk dat het respect voor die twee te groot is om het conflict op te zoeken. Ik denk zelfs dat één van die twee dat zou terugfluiten.”

6. Gianni Vermeersch moet zich vanaf nu op de weg focussen.

Klaas: “Het is toch weer bewezen dat Gianni meer wegrenner dan crosser is. Of hij dat nu graag hoort of niet, het is de waarheid. Hij heeft een enorme motor. Hij kan in een peloton vier uur aan hartslag 130 rijden en in het vijfde of zesde uur nog een versnelling plaatsen. Maar in de cross moet je dat vanaf seconde één kunnen. Als veldrijder heeft hij de verkeerde vezels.”

© BELGA

Sven: “Daar sluit ik me volledig bij aan. Ik zie een klein beetje van mezelf in hem. Pas op, ik zou niet stoppen met crossen. Dat kan Gianni blijven doen in december en januari. Maar ik zou het toch eens een jaar op de weg proberen.”

7. Tom Pidcock blijft onder zijn niveau.

Sven: “Ik zit er een beetje op te wachten. Ik denk dat hij de lat wat te hoog legt. Ik zat enkele jaren geleden, toen hij nog junior was, eens met hem samen. Hij zei: We doen dit, dit en dit en binnen drie jaar sta ik naast Van Aert en Van der Poel. Oké, we zijn drie jaar verder en hij staat er niet naast. Hij heeft niet de stap gezet die Iserbyt nu zet.”

Klaas: “Een groot talent, maar de domste coureur die ik ooit zag. Ik vind hem veel te onstuimig. Hij komt vanuit de achtergrond en in plaats van even te blijven zitten, rijdt hij meteen naar de kop. Maar de laatste twee ronden zakt hij er wel altijd door.”

Sven: “Het is wel een fantastische coureur op de weg (hij won in 2019 Parijs-Roubaix voor beloften, red.). Ik was met de nationale ploeg in de Toekomstronde en heb hem dingen zien doen… Zonder die val was hij in Yorkshire wereldkampioen bij de beloften geworden. Hij reed lek en keerde terug zonder auto’s. Toen dacht ik: Dit zie ik niemand anders in dit peloton doen.”

Klaas: “Misschien zal hij op termijn dan wel eerder op de weg focussen?”

Sven: “In zijn plaats zou ik me eerst een stap hogerop wagen qua begeleiding. Bij zijn ploeg is hij dé man. Ik zou hem liever eens in een ploeg zien functioneren waar hij af en toe tegen zijn tanden krijgt. Dat zou hem harder maken.”

8. Thibau Nys zal in de toekomst alles en iedereen overheersen.

Klaas: “Het is een groot talent. Ik zie hem graag bezig. En ik heb het al eens gezegd: als er één iemand de cross weer groot kan maken, is het Thibau Nys.”

Sven: “Thibau heeft me de voorbije maanden verbaasd. Ik heb hem in het verleden crossen zien winnen op techniek, ervaring en crossinzicht. Nu heb ik hem ook zien winnen in pakweg Namen. Hij is nu een atleet en heeft een serieuze body gekregen. Er rest nog één vraag: wat doet het natuurlijk proces met hem? Je ziet wat je ziet. Thibau staat ver voor op vlak van begeleiding en ervaring. Hij heeft alles wat hij moet hebben.”

© BELGA

Klaas: (knikt) “Hij zal de komende jaren nog een stap moeten zetten.”

Sven: “Dat zal niet meer kunnen op vlak van begeleiding. Wel door de natuur zijn gang te laten gaan. Thibau weegt nu 62, 63 kg. Hij zal op termijn sowieso 68, 69 kg wegen. Dan is het de vraag of zijn wattages zullen meegroeien? Daar kan je nu niet op antwoorden. Maar hij heeft wel alles in zich om het waar te maken.”

9. Sven Vanthourenhout en Klaas Vantornout hadden elk één wereldtitel bij de profs op hun palmares moeten hebben.

Sven: “Absoluut. In Pontchâteau en Sankt-Wendel werd ik derde. In 2004 was ik met twee brommers op pad, Mario De Clercq en Bart Wellens. In 2005 was ik ploegmaat van Sven Nys. Maar in Zeddam 2006 had ik zonder pech altijd gewonnen. Achteraf is het makkelijk praten, maar die dag had ik wereldkampioen moeten worden.”

Klaas: “In 2010 werd ik in Tabor tweede achter Stybar, maar hij had wel een minuut voorsprong. Drie jaar later in Louisville was het een ander verhaal. De beste periode uit mijn carrière.Een heroïsch duel met Sven Nys, op het scherp van de snee. Ik was daar de evenknie van hem. Maar die ene hapering besliste over winst of verlies. Wat Zeddam voor Sven was, is Louisville voor mij geweest. Het is en blijft de grootste ontgoocheling uit mijn carrière.”

10. Remco Evenepoel moet crosstraining van Sven Vanthourenhout krijgen.

Sven: (lacht) “Remco vraagt het al sinds vorige zomer, maar hij zit heel vaak in Calpe. Ik heb nu gezegd dat ik hem volgend jaar eens naar de duinen ga meenemen.”

Klaas: “Laat het maar weten als het zover is. Ik ga wel mee. (grijnst)Hij zal zere moeten rien, wi.”

“Van Aert mikt nu al op WK in Oostende”

Eind januari 2021 komt het WK veldrijden naar Oostende. “Wout van Aert is daar al mee bezig”, weet Vanthourenhout. “Dat zit al in zijn kop. Die planning ligt bij wijze van spreken al vast. Het is een WK in Oostende en Wout heeft daar voor zichzelf iets goed te maken.”

Klaas Vantornout knikt. “Hij zal daar willen bewijzen dat hij naast Van der Poel staat.” Vanthourenhout beseft dat het geen makkelijke klus wordt. “Maar het zou daar wel een mooi duel tussen die twee kunnen worden.”