Eerstejaarsjunior Arjen Decroo uit Adinkerke past kalender aan: “Ik rij meer A-crossen dan gepland”

Arjen Decroo eerder dit jaar in actie op het PK tijdrijden. (foto Coghe) © GINO COGHE Foto Coghe
Hans Fruyt
Hans Fruyt Medewerker KW

Een Wereldbekerselectie bracht het (nog) niet op, toch lijkt Arjen Decroo (16) één van de revelaties van deze winter te worden. In Ardooie boekte hij zijn eerste zege. Op de Koppenberg en in Dendermonde pakte hij bovendien zijn eerste UCI-punten.

Een achtste plaats op de Koppenberg leverde Arjen Decroo vier UCI-punten op. De pion van Team MJ Wood trok zondag naar Dendermonde en werd zesde, goed voor acht extra UCI-punten. Tussen beide internationale crossen door zette hij de regionale veldrit in Ardooie op z’n naam, op een heel zwaar parcours.

“Voortdurend stoempen en veel lopen”, blikt Arjen Decroo terug naar de eerste zaterdag van november. “Dankzij mijn verleden in het voetbal kan ik vrij goed lopen. Op de eerste loopstrook na de start ging ik al naar de kop. Omdat ik weinig foutjes maakte, stond ik de leiding niet meer af. Tot ik in de slotronde ten val kwam en Tibo Vancompernolle naast mij kwam. Op de volgende loopstrook kon ik weer afstand nemen.”

Arjen boekte z’n eerste zege ooit. Nochtans koerst hij van bij de miniemen. Als we ‘Bikercoach’ Laurens Versteele mogen geloven, dan hebben we nog niet alles van de renner uit Adinkerke gezien. “Arjen heeft veel potentieel, zeker op zware omlopen”, beweert z’n trainer. “Van nature is hij explosief, maar niet superexplosief. Op zware parcoursen kan hij z’n vermogen kwijt. Zowel op de Koppenberg als in Dendermonde verwachtte ik hem in de top tien.”

In de nadar

Verwachtingen die hij inloste. Na Dendermonde had de jonge crosser het gevoel dat er meer instak dan plaats zes. “Eventjes reed ik met een paar seconden voorsprong alleen op kop”, vertelt Arjen Decroo. “De rest keerde terug. Toen Lars Daelmans sprong, zaten we met vier of vijf naar elkaar te kijken. Met Yorben Vanhoudt ging ik in de slotronde samen naar een bocht, op zoek naar de tweede plaats.”

“We gaven elkaar niets toe, maar ik raakte de nadar waardoor mijn fiets naar alle kanten sprong. Enkele andere jongens passeerden me. In de aankomstzone sprintte ik het gaatje nog dicht, maar ik strandde op de zesde plaats. Ik was tevreden, ook al zat er misschien iets meer in.”

Ondanks dit mooie resultaat haalde Arjen de selectie voor de eerste U19-Wereldbeker zondag in het Franse Troyes niet. Bondscoach Sven Vanthourenhout koos voor Arthur Van Den Boer, Senn Bossaerts, Naud De Clercq, Mathias De Keersmaeker, Fabian Maes en Mats Vanden Eynde. “Ik vind dat een logische keuze, de mannen die geselecteerd werden zijn sterker dan mij”, oordeelt de renner.

“Het zou tof zijn als ik deze winter eens de selectie voor de Wereldbeker haal”

“Het zou tof zijn als ik deze winter eens een Wereldbekerselectie haal. Mijn kalender heb ik bijgestuurd. Ik ga meer A-veldritten rijden dan gepland. Zaterdag trek ik naar Merksplas, volgende week zaterdag naar Kortrijk en op 2 december naar Boom. B-crossen heb ik de komende weken niet voorzien.”

Sterke lichting

Arjen Decroo stelde reeds vast dat de junioren geboren in 2007 sterk zijn. Met Van Den Boer, Vanden Eynde, De Keersmaeker en De Clercq horen niet minder dan vier eerstejaars tot de selectie voor Troyes. “Ook Lennes Jacobs is van 2007: de concurrentie in mijn jaar is bijzonder groot”, beseft Arjen. “Ik zal al blij mogen zijn als ik volgende winter eens een selectie haal.”

Laurens Versteele benadrukt dat dit in het veldritseizoen 2024-25 zijn ambitie moet zijn. Hij vindt dat z’n poulain ook op de weg potentieel heeft. “Arjen zal in december een inspanningstest afleggen”, verduidelijkt z’n trainer. “Die is nodig om zich kandidaat te stellen voor het klimproject van Belgian Cycling. Deze zomer presteerde hij heel goed tijdens de klimkoers in Herbeumont. Daar had hij lang uitzicht op een plaats binnen de eerste vijf.”

Arjen Decroo gaat mee in het verhaal van z’n trainer. “Ik hoop erbij te zijn, maar haal ik dat klimproject niet, dan is het ook goed”, besluit de student sport aan het KTA in Brugge. “In Herbeumont werd ik 23ste. Ik ging te vroeg in de aanval omdat ik dacht dat we twee lokale ronden moest doen, terwijl het er drie waren. De eerste plaatselijke toer hoorde tot het slot van de grote ronde.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier