Jens Keukeleire over zondag: “Op de laatste vier stroken zal het ontploffen”

© BELGA
Tom Vandenbussche

Eén van de acht West-Vlamingen in deze Tour is de renner die in 2014 knap zesde werd in de kasseienrit van Ieper naar Arenberg. Jens Keukeleire (29) zou zondag maar al te graag zijn huzarenstukje van toen herhalen. Exclusief voor deze krant analyseert hij de 15 kasseistroken die het peloton zonder voorgeschoteld krijgt. “De stroken liggen er beter bij dan in het voorjaar.”

U herinnert het zich ongetwijfeld nog: Lars Boom die in apocalyptische omstandigheden won, Vincenzo Nibali die met ploegmaat Jakob Fuglsang een coup pleegde, Chris Froome die na twee valpartijen opgaf en Jens Keukeleire die zowaar Peter Sagan en Fabian Cancellara het vuur aan de schenen legde.

“Eenmaal op het parcours van Paris-Roubaix zal een eerste grote schifting gebeuren”

De vierde rit van de Tour in 2014 tussen Ieper en Arenberg-Porte du Hainaut staat voor eeuwig in het geheugen van vele koersliefhebbers gegrift en dat is ook het scenario waar de organisatoren van de Tour zondag met de rit van Arras naar Roubaix op hopen. Sommige renners met hen, onder wie ook diezelfde Keukeleire. “Er zitten veel dezelfde stroken als in 2014 in, maar dan wel in omgekeerde richting. De laatste 90 kilometer is eigenlijk Paris-Roubaix, met uitzondering van vier stroken.”

Drie nieuwe stroken

“De eerste stroken – nummer 15, 14 en 13 – zitten niet in Paris-Roubaix en dus nieuwe stroken. Ze zijn heel vergelijkbaar. Ze hebben niet die typische bult in het midden en liggen er niet zo slecht bij. Zonder bochten, het gaat redelijk rechttoe en rechtaan. Goed om de stress erin te krijgen.”

Hopen op wind

“Stroken vier en vijf (nummers twaalf en elf, red.) liggen kort na elkaar. Het is hier dat de drie Mapei’s in de jaren 90 van de rest konden wegrijden. Bij de eerste ervan kom je op het parcours van Paris-Roubaix. Daarin kom je normaal van rechts, nu kom je van rechtdoor en is de kasseistrook al 800 meter bezig. In Roubaix is dit een belangrijk stuk. We hebben het Bos van Wallers net gehad en door de kronkelwegen zie ik daar grote breuken ontstaan. Deze twee stroken zijn lang, bochtig en liggen er verre van goed bij. Zeker als er wind staat, zal er oorlog zijn. Een heel belangrijk punt!”

Anders dan in april

“De zesde strook (nummer tien, red.) is die van Orchies: in principe redelijk slechte kasseien. Maar – en dat is een vaststelling voor de hele rit – de stroken liggen er iets beter bij dan in het voorjaar het geval is. Zeker op de slechtste kasseien voel je het verschil. In Roubaix is Orchies dus een gevaarlijke strook, want dan rijdt iedereen in het gootje. Nu kun je op de strook zelf blijven.”

Waar Boonen solo ging

“Bersée is de strook (nummer negen, red.) waar Boonen enkele jaren van Terpstra wegreed en aan een lange solo begon. Het is een lange strook en de wind heeft hier vrij spel. Bovendien loopt het eerste deel vals plat omhoog. In Roubaix is dit echt een heel lastige strook, maar tijdens de verkenning daags na het BK had ik dat gevoel niet.”

Jens Keukeleire maakte bij zijn Tourdebuut in 2014 grote indruk door in de uitgeregende kasseienrit naar Arenberg met Peter Sagan en Fabian Cancellara te duelleren. (Foto Belga)
Jens Keukeleire maakte bij zijn Tourdebuut in 2014 grote indruk door in de uitgeregende kasseienrit naar Arenberg met Peter Sagan en Fabian Cancellara te duelleren. (Foto Belga)© BELGA

Even minder lastig

“Mons-en-Pévèle (nummer acht, red.) is de volgende in de rij, maar in deze rit doen we alleen het eerste deel van die strook, het makkelijkste stuk dat ook nog eens licht bergaf loopt. Normaal is deze kasseistrook een grote naam, nu niet. Heel jammer. Eigenlijk zijn alle stroken tot en met die van Bourghelles (nummer vier, red.) gelijkaardig: niet te lang, niet al te slechte kasseien en lange tussenstukken.”

Laatste vier beslissend

“De laatste vier stroken, daar zal het moeten gebeuren. Nu volgen de kasseien elkaar snel op en wordt het weer belangrijker. Ze zijn ook vrij lang en er zitten bochtjes in. In principe zal het daardoor makkelijker scheuren.”

“De laatste vier stroken, daar zal het moeten gebeuren. Nu volgen de kasseien elkaar snel op en wordt het weer belangrijker”

“Sowieso kan het weer een belangrijke rol spelen, maar de voorspellingen geven zon. Afwachten wat de wind zal doen. Maar ik veronderstel dat er, eenmaal op het parcours van Paris-Roubaix, een grote schifting zal plaatsvinden, dat er vanaf Mons-en-Pévèle misschien even controle zal komen en dat de koers op de laatste vier stroken sowieso zal ontploffen. Als het tegen dan natuurlijk al niet ontploft zal zijn…”