Het roemruchte verleden van KVC Noordzeemeeuw (deel 2): Ook een rijke traditie in het veldrijden
KVC Noordzeemeeuw mocht op 1 september liefst honderd kaarsjes uitblazen. De eeuwling beschikt over een rijke traditie op de weg, maar zeker ook in het veld. Van Sylveer Maes tot Eli Iserbyt: cyclocross is altijd belangrijk geweest bij de Oostende wielerclub bij uitstek.
De toenmalige Velo Club De Zeemeeuw zette in de pioniersjaren van de wielersport meerdere wedstrijden op poten. Zo was er sinds 1927 de interclub Oostende-Knokke-Oostende, als voorbereiding op het wegseizoen. Na de Tweede Wereldoorlog keerde de wedstrijd nog terug als clubkampioenschap, om in 1958 definitief te verdwijnen door het toen al steeds drukkere verkeer langs de kustbaan. In 1926 was de kersverse wielerclub al gestart met een heus clubkampioenschap veldrijden.
De renners passeerden onder andere door het Albertpark en het Maria Hendrikapark, maar kregen ook heel wat strandpassages en de duinen aan Fort Napoleon voor de wielen geschoven. Lombardsijdenaar René Tack mocht op ’t Hazegras het zegegebaar maken, al werd de uitslag uiteindelijk geschrapt. “Door een slechtgehouden controle hebben een groot gedeelte van de renners den aangeduide weg niet afgelegd en om deze reden heeft het bestuur beslist van geenen uitslag te geven en van de geschonken prijzen onder de renners te verdelen”, klonk het toen.
Weer die Tourwinnaars
In die vervlogen tijden kreeg de winnaar van het clubkampioenschap niet enkel een trofee. De sterke man van fietsenmerk Jupiter schonk bijvoorbeeld ‘een tube, een frein speciaal en pistepedalen.’ De voorzitter sponsorde nog een tube, terwijl de uitbater van clublokaal Café Sport zowaar een kist sigaren in petto had voor de winnaar. De latere dubbele Tourwinnaar Sylveer Maes werd ook twee keer clubkampioen bij VC De Zeemeeuw. De Zevekotenaar kroonde zich in 1933 zelfs tot de officieuze wereldkampioen, door in de buurt van Parijs het prestigieuze Critérium international de cross cyclo-pédestre op zijn naam te schrijven.
Ook Mauri Vansevenant begon zijn loopbaan als veldrijder bij de Noordzeemeeuw
Hardrijder Romain Maes werd dan weer drie keer op rij clubkampioen, zelfs in het jaar van zijn Tourzege 1935. Na een wedstrijd van 35 kilometer met een gemiddelde van 30 kilometer per uur versloeg de Zerkegemnaar Pol Maes – geen familie – in de spurt.
Regenboogtrui
Ook na de hoogconjunctuur uit de beginjaren bleef de ondertussen Koninklijke Veloclub De Zeemeeuw een referentie in het veldrijden. Charles Vanhoutte – clubkampioen in 1953 – bouwde daarna bij Flandria een mooie profcarrière uit, met zeges op traditiecrossen zoals Gavere en Middelkerke. De Oostendenaar startte ook met een eigen veldritschool en zou later een fietsenwinkel uitbaten in de Van Dijckstraat.
In 1965 begon Norbert Dedeckere met wisselend succes te koersen bij de ondernieuwelingen. Na een West-Vlaamse titel in Zevekote begon de crosser ook internationaal een woordje mee te spreken. Twee jaar na een bronzen medaille in Zolder veroverde hij op het WK in Praag in 1972 zelfs de regenboogtrui bij de amateurs. Dedeckere werd geboren in Stene, maar woonde lang in Leffinge. Tot aan zijn dood in 2015 was hij in Middelkerke bovendien een van de parcoursbouwers van de Noordzeecross, die hij zelf zes keer won.
Andere Zeemeeuw-renners Freddy De Schacht en Ivan Messelis mochten in die periode de Middelkerkse veldrit respectievelijk vier en drie keer op hun naam zetten. Messelis pakte ook twee keer de nationale driekleur bij de jeugd en twee keer bij de liefhebbers.
Op wereldkampioenschappen springt daarnaast ook de prestatie van Bart Musschoot in het oog. Als junior veroverde hij in 1979 zilver op het WK in het Baskische Ordizia, voor latere kleppers zoals Radomir Simunek senior en Eric Vanderaerden. In het licht van die vele successen is het wellicht geen toeval dat De Zeemeeuw in 1983 begon met een eigen A-veldrit in ’t Bosje.
Opleiding
Tot op vandaag telt KVC Noordzeemeeuw heel wat jonge renners en rensters die dromen van een veldritcarrière. Tien jaar geleden was niemand minder dan Eli Iserbyt hun voorganger. De voormalig Europees kampioen pakte voor de Oostendse wielervereniging in 2012 bijvoorbeeld de Belgische titel bij de nieuwelingen. Koekelarenaar Jorn Montaigne mocht toen in Hooglede-Gits als derde mee op het podium. Iserbyt verkaste een jaar later naar het toenmalige Telenet-Fidea. Ten slotte begon ook Mauri Vansevenant zijn loopbaan als veldrijder bij de Noordzeemeeuw. De Eernegemnaar ontwikkelde zich bij Quick-Step ondertussen tot een uitstekende klimmer in het profpeloton.
Drie generaties Museeuw
Bij het eeuwfeest van KVC Noordzeemeeuw kunnen we onmogelijk Johan Museeuw vergeten. De Leeuw van Vlaanderen debuteerde als nieuweling en bleef tot zijn overstap naar de profs bij de Oostendse club. Ook vader Eddy en zoon Stefano verdedigden de kleuren van De Zeemeeuw.
Eddy Museeuw maakte eind jaren 60 twee seizoenen deel uit van het profpeloton. Uiteindelijk koos de vader van Johan voor een succesvolle carrière als garagehouder. De liefde voor de fiets bleef uiteraard wel aanwezig. In 1981 wist hij bij de Koninklijke Velo Club De Zeemeeuw zelfs het clubkampioenschap op zijn naam te zetten. Uitgerekend in datzelfde jaar stak Johan Museeuw bij de eerstejaarsnieuwelingen voor het eerst zijn neus aan het venster. Op het BK veldrijden in Nieuwrode was de Gistelnaar met zijn tweede plaats de enige West-Vlaming die een medaille wist te veroveren.
Als clubkampioen trad hij in 1985 in de voetsporen van zijn vader. In de daaropvolgende seizoenen wist Museeuw altijd enkele overwinningen mee te pikken. Die prestaties leverden hem in 1988 een profcontract op bij ADR. Enkele jaren later groeide ‘De Leeuw’ uit tot de beste klassieke renner van zijn generatie. Naast tal van andere wedstrijden won Museeuw drie keer de Ronde van Vlaanderen en drie keer Parijs-Roubaix. In het Zwitserse Lugano veroverde hij in 1996 bovendien de regenboogtrui.Ten slotte kwam er nog een derde generatie Museeuw uit voor De Zeemeeuw. Stefano Museeuw zette op tienjarige leeftijd zijn eerste stapjes bij de opleidingsploeg bij uitstek.
De ‘Welp van Vlaanderen’ focuste zich in de beginjaren vooral met succes op trial en net als zijn vader op veldrijden. Zo maakte hij bij de nieuwelingen de overstap naar de opleidingsploeg van BKCP-Powerplus. Ondertussen komt Stefano als wegrenner na twee seizoenen bij BEAT uit voor Minerva Cycling.
(Adriaan Clynckemaillie)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier