Gilles Biesemans (15) maakt zich klaar voor tweede koersseizoen: “Schrik om te vallen zit er zeker in”


Gilles Biesemans (15) staat aan de vooravond van zijn tweede koersseizoen. Op zondag 16 maart komt de tweedejaars nieuweling in een criterium in Eeklo in competitie. Op stage in Altea stoomt hij zich tijdens de krokusvakantie klaar.
De renner uit Oostkamp heeft, in het shirt van het Knesselaarse KVC ’t Meetjesland, geen onaardig eerste jaar bij de nieuwelingen achter de rug. Op het West-Vlaamse kampioenschap in Adinkerke werd hij zesde. In het tweede deel van het seizoen haalde hij een paar topvijftienplaatsen.
“We selecteerden Gilles voor het Belgisch kampioenschap ploegentijdrijden in Montenaken”, herinnert clubvoorzitter Fredy Tanghe zich. “Hij was een van de sterkste mannen in onze ploeg. Rijden in een peloton daarentegen heeft hij nog niet helemaal onder de knie. Dat komt wel, hij laat een sterke indruk na.”
Top vijf
De student economie aan het Onze-Lieve-Vrouwe-college (OLVA) probeerde het eerst in het voetbal. “Ik had snel door dat dit niet mijn ding was”, vertelt Gilles Biesemans. “Daarna heb ik even tennis gespeeld, maar geen competitie. Mijn papa fietst recreatief. Nadat ik enkele keren met hem was meegereden, kreeg ik zin om competitie te rijden.”
Na de ploegstage in Altea vat hij z’n tweede seizoen bij de nieuwelingen aan, met enige ambitie. “Een koers proberen winnen is mijn doel”, benadrukt hij. “Maar mijn voornaamste objectief is goed scoren op het West-Vlaamse kampioenschap van 3 mei in Zillebeke. In de provincie zijn er niet superveel tweedejaars nieuwelingen. Top vijf zou moeten lukken. Of als het kan, een plaats op het podium.”
Meer durven
De jonge kerel beseft dat hij zelf nog wat meer moet durven in een peloton. “Bij de nieuwelingen zijn die pelotons een stuk groter dan bij de aspiranten”, verduidelijkt Gilles Biesemans. “Van vijftig naar honderdtwintig man, een groot verschil. Vorig seizoen ging dat de ene koers beter dan de andere, vooral afhankelijk van het aantal renners aan de start. Schrik om te vallen, zit er bij mij zeker in. Ik heb al een paar renners hard tegen de grond zien gaan. Dat is telkens schrikken. Maar de adrenaline van de koers doet je maar een paar seconden aarzelen. Je moet gewoon verder. Zo zit koers in elkaar.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier