Gianni Vermeersch: “Oliver Naesen zei chapeau”

Zdenek Stybar, 33 jaar. Wout van Aert, 24 jaar. Mathieu van der Poel, 24 jaar. En nu dus ook Gianni Vermeersch, 26 jaar. De crosser uit Klerken, zoon van ex-veelwinnaar Stefaan en poulain van Marc Hemeryck, reed een sterke Gent-Wevelgem in dienst van kopman Mathieu van der Poel. “Oliver Naesen kwam in de finale naast me rijden en zei: chapeau dat je erbij bent. Dat was plezant om te horen.”

1. Ben je tijdens Gent-Wevelgem geschrokken van jezelf?

“Ja, toch wel. Ik had gehoopt iets voor Mathieu te kunnen doen, maar wist niet wat te verwachten van mijn eerste WorldTour-koers. Wat als ik voor mezelf had mogen rijden? Misschien wel top tien.”

2. Wat heeft Mathieu van der Poel na afloop tegen je gezegd?

“Hij zei dat hij onder de indruk was. ‘s Avonds heeft hij nog een WhatsApp gestuurd. Hij schreef dat hij mij indrukwekkend vond.”

3. Heb je tijdens de wedstrijd met Wout van Aert gesproken?

“Heel kort, net voor de officiële start tijdens de neutralisatie. Ik was nerveus en reed vooraan. Hij kwam naast mij rijden en vroeg of het de bedoeling was om in de vroege vlucht mee te gaan.”

4. Is Wout een betere wegrenner dan crosser?

“Dat kan je niet zeggen, want hij is wereldtop in het veld én op de weg. Op de weg heb je natuurlijk wel meer internationale toppers.”

5. Waar is Mathieu volgens jou het sterkst in: weg, veld of mountainbike?

“Ook moeilijk te zeggen. Hij is in alles top. Op de weg en in het mountainbiken heeft hij wel nog meer groeimarge, denk ik.”

6. Zijn er nog renners zondag met jou komen praten?

“Oliver Naesen is redelijk diep in de finale naast mij komen rijden en zei: chapeau dat je er nog bij bent. Dat was plezant om te horen.

7. Wat is de leukste reactie die je na afloop gekregen hebben?

“De appreciatie die ik kreeg vanuit de ploeg en door Mathieu.”

8. Weet Peter Sagan wie Gianni Vermeersch is?

“Neen, dat denk ik niet.” (lacht)

9. Weet Patrick Lefevere wie Gianni Vermeersch is?

“Ik denk wel dat hij mijn naam kent. Mijn papa kent hij alleszins van vroeger in de koers.”

10. Hoe is het idee ontstaan om het voorjaar op de weg te doen?

“Christoph en Philip Roodhooft hebben me dat halfweg het veldritseizoen gevraagd in functie van Mathieu, omdat ik in het verleden had getoond dat ik op de weg mijn mannetje sta. Vanaf dan hebben we naar deze periode opgebouwd. Met Mathieu ben ik zelfs nog apart op stage gegaan.”

Mathieu stuurde me zondagavond via WhatsApp dat hij me indrukwekkend vond

11. Wat is voor jou je beste wedstrijd tot nu toe op de weg?

“Dwars door het Hageland van vorig jaar. In de finale bleven we met een klein groepje over en in de sprint voor plaats twee werd ik heel nipt geklopt door Viviani.”

12. Welke vijf renners zullen de Ronde van Vlaanderen bepalen?

“De drie crossers: Stybar, Van Aert en Van der Poel. En natuurlijk mag je Sagan en Van Avermaet ook niet afschrijven.”

13. Wat hoop je zelf de komende weken nog te bereiken?

“De Brabantse Pijl en Amstel Gold Race zijn Mathieu op het lijf geschreven. Als ik daar hetzelfde als in Gent-Wevelgem kan doen, zal ik heel tevreden zijn.”

14. Ligt jouw toekomst in het veld of op de weg?

“Graag een combinatie van beide. Het is leuk zoals het nu is.”

15. Wat doe je het liefst: ‘s ochtends met de mobilhome naar de cross in Koksijde rijden of met je ploegmaats ontbijten in het hotel voor de start van de Ronde van Vlaanderen?

“Het heeft alle twee zijn charme. Ik rijd graag in de camper met familie en vriendin naar de cross. Maar ik vind het ook leuk om met de ploegmaats op hotel te gaan, zoals vorig weekend in Vander Valk in Nazareth.”

16. Thuis of Familie?

“Familie. Gelukkig ben ik al een beetje afgekickt. (grijnst) Ik kan intussen al slapen als ik eens een aflevering gemist heb.”

17. Welke ploeg wordt dit jaar Belgisch voetbalkampioen?

“Ik weet er bitter weinig van, maar ik heb sympathie voor Club Brugge en KV Oostende. (lacht) Ik veronderstel dat Club het meest kans op de titel maakt?”

18. Wat zijn de toeristische troeven van Klerken?

“Ook bitter weinig. Het is een godvergeten dorpje, al heb je wel de molen van Klerken. Men heeft het zelfs gerenoveerd als herinnering aan de oorlog. Onlangs ben ik er op een looptraining eens gepasseerd. Je hebt er een heel mooi uitzicht op de omgeving.”

19. Steenstraat of Carrefour de l’Arbre?

“De Steenstraat, hé. Ik mag een beetje chauvinistisch zijn. Onlangs moesten we erover tijdens de Bredene-Koksijde Classic en schrok ik. Het is toch wel een lastige kasseistrook, zeker bergop.”

20. Zondag was het exact 18 jaar geleden dat Stijn Devolder, nu jouw ploegmaat bij Corendon-Circus, de Vlaamse Pijl won voor Stefaan Vermeersch en Roy Sentjens. Heeft je vader daar ooit iets over verteld?

“Met Stijn heb ik het er nog niet over gehad, maar mijn papa is er trots op. Het is een verhaal dat hij regelmatig vertelt. Logisch. Je staat niet elke week met een toekomstig winnaar van de Ronde van Vlaanderen op het podium.”

21. Als je vader over zijn carrière vertelt, krijgen we ene na de andere leuke anekdote te horen. Vertel eens eentje dat wij nog niet kennen.

“In de Kattekoers reed hij ooit voorop met de jonge Tom Boonen. Hij kende die eerstejaarsbelofte niet, tot de ploegleider van de Groeningespurters kwam zeggen dat hij wel met een nieuw wonderkind voorop reed.”

22. Kan je vader je nog volgen op training?

“Om hem een plezier te doen, zal ik ja zeggen. (lacht) Als ik tenminste aan het losrijden ben.”

23. Je bent sowieso een betere crosser dan hem, maar ben je ook een betere wegrenner?

“Dat zullen we nooit weten, want papa combineerde de koers altijd met zijn job en kreeg nooit echt de kans om prof te worden.”

24. Wie is momenteel de belangrijkste persoon in functie van jouw carrière?

“Mijn vriendin. Je hebt als renner een team rondom je, maar een vriendin is ook heel belangrijk. Toen ik een jaar geleden een heel slechte crosswinter kende, heeft Shauny mij enorm gesteund.”

25. Karl Vannieuwkerke was ooit ploegmaat van je vader bij het Mez Team. Wat heeft je pa jou daarover verteld?

“Niet veel, want ik heb het zelf meegemaakt dat Karl naar hier kwam om met papa samen te trainen. Karl was zo gefocust op zijn gewicht dat hij te mager stond om te presteren. Wat ik ook nooit vergeet: toen mijn papa eens zijn sleutelbeen had gebroken, stond Karl hier elke dag met een tandem om samen te gaan trainen.”