Het voortbestaan van de Zonnebeekse Kasteelcross hangt aan een zijden draadje nu de organisatie beslist om in het eerstvolgende veldritseizoen geen cross te houden. Dat nieuws komt hard aan bij inwoners, supporters en sponsors.
“Jammer voor de cross”, “we verliezen een monument”, “onze veldrit zette Zonnebeke op de kaart”: de Kasteelcross ging woensdagavond over de tongen aan de toog van D’Oude Timmerie, het veldritcafé van Zonnebeke waar de beloftevolle Eli Iserbyt en betreurde Jolien Verschueren ooit een supportersclub hadden.
Aan de toog zat die avond ook Gino Comyn, voorzitter van de Koninklijke Veloclub Eendracht Maakt Macht die de Kasteelcross organiseert. “Geen commentaar, nu niet en later niet”, reageert hij op het nieuws dat ‘zijn’ cross straks niet op de veldritkalender staat.
Benidorm Bastards
Kurt Debuysere, secretaris van de Veloclub, geeft wel wat toelichting. “Ik had liefst eerst onze sponsors ingelicht, maar de media hebben ons ingehaald”, zegt hij. “We kunnen niet blijven opboksen tegen de Wereldbekercrossen. Toen we vernamen dat de cross in Benidorm opnieuw een dag na onze cross zou gepland worden, hebben we de knoop doorgehakt.”
“De organisatie kost een pak energie en opoffering van onze leden, allemaal vrijwilligers, en het financieel risico wordt te groot. De laatste edities hadden we enorm veel moeite om bekende namen aan de start te krijgen, we hebben hen nodig voor de ticketverkoop. Onze club blijft wel bestaan voor de organisatie van kermiskoersen. Over een definitief einde van de Kasteelcross is nog niks beslist.”
Grote namen
Michael Vanthourenhout blijft voorlopig de laatste naam op de erelijst van de Kasteelcross. Een bekende naam, maar geen van Aert of van der Poel die dit jaar Benidorm verkozen boven Zonnebeke. Vanthourenhout ging wel voor de combinatie en eindigde een dag na z’n Zonnebeekse zege als tweede na een winnende van Aert in Benidorm.
De laatste deelnames van Wout en Mathieu aan de Kasteelcross dateren al van 2020. “Zonder hen hebben we geen volk genoeg”, stelt Nele Vanlerberghe, bazin van D’Oude Timmerie. “Nochtans loven renners en toeschouwers het parcours en fantastisch decor van het kasteelpark. Onze cross werd nog uitgezonden door de openbare omroep, maar de mensen moeten nu eenmaal naar de cross komen om het rendabel te houden. De grootste namen kosten een fortuin. De wielerbond moet ook de kleinere crossen steunen.”
Reactie hoofdsponsor
Het gemeentebestuur van Zonnebeke verhoogde sinds vorig jaar de subsidie voor de cross van zo’n 4.000 tot 12.500 euro per editie. De organisatie zette ook in op vips, die beschutting kregen in een grotere tent.
“Ik begrijp de keuze van de organisatoren en wens hen te bedanken voor de jaren dat ze zich hebben ingezet om de Kasteelcross te organiseren”, reageert Kristof Noyez, een van de hoofdsponsors vanonder de kerktoren. “Wie weet wat de toekomst brengt. Ze zullen zoals in verleden steeds op onze steun kunnen rekenen.”
Poppies Cross?
Aan de toog van Nele worden tal van ballonnetjes opgelaten voor een doorstart in een van de Zonnebeekse deelgemeenten, van “de Kaascross in Passendale” tot de “Heksencross” in Beselare.
“Of een Poppies Cross? Maar wie gaat het doen? Met ons café hebben we al het Sint-Maartenscomité opgevangen, een cross kunnen we er niet meer bij nemen”, aldus Nele. “We leven ook in een andere tijdsgeest: welke jongeren willen zich nog vrijwillig inzetten in het verenigingsleven?”
Alle grote namen
De Kasteelcross groeide in 38 edities uit tot een traditiecross, die wegbleef uit de grote klassementen. “En toch hebben alle grote namen hier gewonnen: van Herygers en Groenendaal, over Declercq, Wellens en Nys, tot Pauwels, van Aert en van der Poel”, mijmeren supporters aan de toog van Nele.
“Het is ook jammer voor de Westhoek”, zegt ze. “De dichtste veldritten liggen nu aan de kust of het Kortrijkse. Toch blijven we gaan naar de cross, ook al is het niet meer onder onze eigen kerktoren.”
(TP)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
