Maak een account aan en switch eenvoudig tussen jouw favoriete magazines

“Geef toe: dat afzien op een velo… Er is toch niks schoner?”: Johan Museeuw en Wim Opbrouck zijn helemaal klaar voor de hoogmis van de koers

Philippe Verhaest

De Heilige Week is in het land! De komende dagen volgen de voorjaarsklassiekers elkaar opnieuw zó snel op dat zelfs de grootste koersfanaten amper tijd zullen hebben om naar adem te happen. Johan Museeuw en Wim Opbrouck, al jarenlang niet zo stille bewonderaars van elkaars werk, kirren dan weer van plezier. Beide heren fietsen komend weekend van Roeselare naar Brugge en bezingen maar al te graag hun liefde voor de dwangarbeiders van de weg. “Geef toe: dat afzien op de velo, die verbeten grimassen, vreugde en verdriet aan de meet… Er is toch niks schoner?”

Drie keer winst in de Ronde van Vlaanderen, evenveel kasseien van Parijs-Roubaix, twee Belgische titels, één regenboogtrui… Het palmares van Johan Museeuw (59) oogt twintig jaar na zijn afscheid van het peloton nog altijd even indrukwekkend.

Iets wat evengoed kan gezegd worden van het curriculum vitae van Wim Opbrouck (56). De acteur, muzikant, presentator en culturele duizendpoot hors catégorie veroverde met rollen als Frankie Loosveld in Het Eiland en recent nog als tuincentrumzaakvoerder Christian Van Eeden in Nonkels of Roland Schiettekatte in Chantal een plek in ons collectieve geheugen.

Twee monumenten in hun vakgebied, allebei met een bovenmaatse voorliefde voor de koers. Komende zaterdag fietsen beide heren van het museum KOERS in Roeselare richting Grote Markt van Brugge, waar tot aan de start van de Ronde van Vlaanderen het fietsfestival Op Koers plaatsvindt.

Museeuw springt daarvoor op de koersfiets, Opbrouck houdt het bij een elektrisch aangedreven exemplaar. “Maar tèrten zal ik”, lacht die laatste guitig wanneer hij ten huize Museeuw van zijn koffie slurpt.

De agenda van de Leeuw van Vlaanderen op die van de godfather van cultuurminnend Vlaanderen afstemmen was ei zo na een mission impossible, maar beide heren wilden elkaar koste wat het kost nog eens in de armen kunnen sluiten.

“Omdat het gewoon veel te lang geleden is”, zegt Johan met glunderende ogen. Hij kreeg net een vinylplaat van De Dolfijntjes van Wim Opbrouck overhandigd. Verre rien is die meer dan toepasselijk getiteld. “Bij de Leeuw kan je niet met lege handen aankomen, toch?”, vraagt Wim ons.

We kunnen de Bavikhovenaar alleen maar een bevestigende schouderklop geven, daar in die prachtig verbouwde hoeve van Museeuw op de flanken van de Oude Kwaremont. Wat volgt, is een ruim twee uur durend bromance-gesprek over het (goeie) leven en koers. Héél veel koers.

Hoe goed kennen jullie elkaar?

Wim: “We kennen elkaar vooral al redelijk lang. Ik weet niet of Johan het zich nog zal herinneren, maar hij heeft ooit met De Dolfijntjes op het podium gestaan. Tijdens Ten Vrede, het festival aan de voet van de IJzertoren. Hij had zelfs een fles wijn mee. Een Barolo, als ik me niet vergis.”

Johan: (kijkt met grote ogen) Vint, dat zegt me echt niks meer. Moet dat daar geestig geweest zijn! (knipoogt) Maar we kunnen het best goed met elkaar vinden. Ik heb Wim nog bij me thuis geïnviteerd voor een chic diner. ’t Is een topgast.”

Wim: “Toen Johan in 2004 zijn fiets aan de haak hing, mocht ik bij hem thuis gaan filmen. Een enorm privilege, want ik mocht binnenkijken bij de coureur waar ik zo lang naar heb opgekeken. Johan heeft in de koers de absolute top bereikt en slaagde er ook nog eens in om daar lang te blijven. Petje af.”

Mooie woorden, Johan.

Johan: “Ik heb hetzelfde gevoel bij Wim. Wat Wim binnen de cultuurwereld al járen, neen, decennia presteert: doe het maar eens na. Eigenlijk zie ik hem best veel, alleen is dat vrijwel uitsluitend op televisie. Ik ben doodcontent dat hij hier aan mijn keukentafel zit. Weet je wat het mooie is? Wim is altijd zichzelf gebleven: een eenvoudige West-Vlaming, voetjes stevig op de grond aan de rand van de Leie.”

“Ik heb alle grote momenten van Johan meegemaakt. Ik wilde ze ook niet missen” – Wim Opbrouck

Wim: (haalt de schouders op) “Wat kan ik daarop zeggen… Alles wat ik doe, is met veel passie. Net als bij een topsporter. Je moet voor je metier leven. Het elke minuut van de dag ademen.”

Johan: (knikt) “Anders zal je carrière geen lang leven beschoren zijn.”

Hoe groot was de Museeuw-fan in Wim Opbrouck?

Wim: “Zeer groot. Weet je wat het is? Sport is meetbaar. Je komt als eerste over de meet. Je wint of je verliest. Er is duidelijkheid. Ik heb alle grote momenten van Johan meegemaakt. Ik wilde die voor geen geld missen. Het is regelmatig gebeurd dat ik tijdens een grote koers op de planken stond, maar dan plaatsten we een televisie in de coulissen. Om af en toe snel eens te kunnen checken hoe het eraan toeging. De liefde voor de koers, ge kunt dat niet verklaren. Neem nu Lugano 1996: zijn wereldtitel. Ik weet nog altijd waar ik was toen Johan die machtig mooie trui aantrok.”

Heb jij Wim al live aan het werk gezien, Johan?

Johan: (blaast even) “Tijdens mijn actieve carrière had ik daar gewoon de tijd niet voor. Dan zit je in je cocon: eat, sleep, cycle, repeat. Zoiets. Nu maak ik daar wel graag tijd voor. Enkele weken geleden ben ik met mijn vriendin een musical gaan bekijken in Londen. Een wonderlijke ervaring.”

Wim: “Ik toer momenteel met Lamento 1945, een stuk over het einde van de Tweede Wereldoorlog. Ik zal je eens uitnodigen. Wuk peis je?”

Johan: “Dat we een date hebben. Merci!”

De koers is weer helemaal in het land. Wat doet dat met jullie?

Wim: “Ik voel dan weer die kriebels die ik ook als kind had. Elke Vlaming kent het gevoel. Langs een steenweg in de verte staan turen en dan: ze zin doa! Daar gaat niks boven. Als ik de tijd heb, kan ik me ook echt voor de koers in de zetel neerploffen.”

“Wanneer de koers in het land is, voel ik weer de kriebels die ik ook als kind had. Langs een steenweg in de verte staan turen en dan: ‘ze zin doa’. Daar gaat niks boven” – Wim Opbrouck

Johan: “Ik kijk vooral ’s avonds naar de wedstrijden, in uitgesteld relais. Vaak probeer ik te vermijden dat ik de winnaar al ken. Ik gebruik nog steeds mijn koerstechnische ogen. Welke tactieken vliegen er op tafel, hoe gedraagt renner x of y zich… Dat zit gewoon in mijn DNA. Maar los daarvan is het Vlaamse wielervoorjaar ook het sein dat onze wereld uit haar winterslaap ontwaakt. Alles en iedereen herademt. Dat zie ik hier ook letterlijk rondom mij. Je kan de baan niet op zonder een groepje wielertoeristen te kruisen en de viptenten schieten weer als paddenstoelen uit de grond.”

Zijn jullie viptentmensen?

Wim: Nink, gie. Soms gebeurt het wel eens dat ik in zo’n omgeving verzeil, maar ik sta het liefst langs de weg. Of volg ik de koers via televisie. Daar zie je het nog altijd het best. Waar ik wél enorm van kan genieten, is om met mensen uit de buik van het peloton te praten. Met verzorger Dirk Nachtergaele, bijvoorbeeld. Ik heb ook eens het geluk gehad om in Montpellier met Michel Wuyts, Tom Steels en André Meganck te mogen dineren. Hemels.”

Johan: “Voor de Ronde van Vlaanderen kan ik zeker op honderd plaatsen aanschuiven. Logisch, want iedereen wil die dag een oud-winnaar, hé. Ik start mijn dag met een ontbijt met dertig Australische wielertoeristen die speciaal voor Vlaanderens Mooiste naar hier zijn afgezakt, daarna maak ik zelf een toerke, om uiteindelijk bij Team Visma-Lease a Bike aan te schuiven. En daar te blijven. Want ik wil de koers zíén en niet constant van hot naar her moeten racen.”

En hoogstwaarschijnlijk een nieuw wereldrecord aan selfies moeten uitdelen…

Johan: “Dat hoort erbij. Vroeger waren het handtekeningen, nu zijn het foto’s. Ik doe het met plezier, want het bewijst ook dat mensen je nog altijd kennen. En érkennen.”

Wim: “Zolang ze het netjes houden, heb ik er ook geen problemen mee.”

Johan: “Hoe later op de dag of avond en hoe meer drank er in de man en vrouw zit, zie je de modus operandi wel wat directer worden. Dat klopt.” (lacht)

Waarom is de koers volgens jullie de mooiste sport ter wereld?

Wim: “Na darts, bedoel je? (schatert het uit) Neen, er is zóveel. De geschiedenis, de heroïek, de bereikbaarheid van de renners… Geef toe: dat afzien op de velo, die verbeten grimassen, vreugde en verdriet aan de meet… Er is toch niks schoner?”

“Tijdens de Ronde zal ik weer heel veel selfies moeten uitdelen. Dat doe ik met plezier, want het bewijst dat mensen je nog herkennen. En érkennen” – Johan Museeuw

Johan: “Het flandriengehalte is een bepalende factor. Vroeger had de wielersport ook iets romantisch, nu is het veel meer exacte wetenschap geworden. Maaltijden afwegen, fietsen die op halve ruimtetuigen lijken, coureurs die plat gemediatraind zijn… Maar ondanks alles blijft de magie aanwezig.”

Wim: “Kurt Roose, de mecanicien die tijdens de Olympische Spelen voor de cruciale fietswissel bij Remco Evenepoel zorgde en hem zo mee naar goud stuwde, dat was voor mij het televisiemoment van het jaar. Ik zat met opengesperde mond te kijken.”

Johan: “Ik ook! Het zijn die dingen die de koers zo uniek maken.”

Zien jullie gelijkenissen tussen de koers en de cultuurwereld?

Wim: “Er zijn er meer dan je denkt. Wij hebben hoofd- en bijrollen, in het peloton gaat het over kopmannen en knechten. Onze regisseur, dat is de koersdirecteur. De dramaturgen fungeren als mecaniciens en medici. Zonder dat team rondom ons zijn we niks.”

Johan: “Met die nuance dat een coureur nog altijd zelf moet trappen. Maar het klopt wel wat Wim zegt. Je hebt vakmensen nodig om je doel te kunnen bereiken. Al moeten wij het à la limite nog altijd alleen zien te klaren.”

Wim: “Er is ook die onderlinge competitie. Die is in ons vak even aanwezig als bij topsporters. Je moet soms je ellebogen gebruiken, met kritiek omgaan is vaste prik. De aanloop naar een voorstelling kan ook erg eenzaam zijn. Dat zal bij jou toch niet anders geweest zijn?”

Johan: “Och, ge wilt niet weten hoeveel trainingskilometers ik moederziel alleen heb gemaald. Maar ik zou zo hetzelfde pad nemen. Ik bouw nog altijd verder op mijn prestaties van weleer. Ik blijf voor eeuwig en altijd de Leeuw van Vlaanderen.”

Wim: “Volledig terecht. There is only one Johan Museeuw.”

(foto Christophe De Muynck)
(foto Christophe De Muynck)

Hebben jullie favoriete coureurs?

Johan: “Mijn bewondering voor Pogacar en Mathieu van der Poel is zeer groot. Al hoop ik dat Wout van Aert dit voorjaar ontploft. Hij verdient het om de Ronde eens te winnen. Hij kán het ook, alleen is het er nog niet uitgekomen.”

Wim: “Ik sluit me aan bij Johan. Die drie zijn uitzonderlijk getalenteerd. Maar als mens is het toch Lampie boven. Yveske is mijn chouchou. En zeg nu zelf: hij heeft toch ook een mooi palmares bij elkaar gefietst?

“Ik hoop dat Wout van Aert dit voorjaar ontploft. Hij verdient het om de Ronde eens te winnen” – Johan Museeuw

Johan: “Pieken op de juiste momenten. Lampaert kan het. Eigenlijk zijn we heel erg verwend, hier in Vlaanderen. Elke generatie heeft wel enkele toppers gehad.”

Wim: “Dáárom dat we er ook zo zot van lopen. We zeggen soms glimlachend dat de koers van ons is. Maar eigenlijk is dat gewoon zo. Die beleving zie je alleen bij ons. Topkoers of kermiskoers: er staat volk langs de weg.”

Johan: “Enkel bij de Ronde van Frankrijk zie je die dichte drommen fans ook. Maar na die drie weken vliegen de supportersattributen weer in de kast. Hier worden die het hele jaar lang gebruikt.”

Jullie zouden beter eens samen naar de koers trekken.

Johan: “Goh, dat zou vuurwerk geven. Samen met nog wat andere oude gloriën zo’n minibusje vullen en op pad gaan.”

Wim: “Met af en toe een pitstop in van die echte volkscafeetjes, waar de charme nog van de muur druipt. Ik zit al in de camionette. How, we zin weg!”

Alle info over ‘Op Koers’: www.provinciaalhof.be.

Partner Content