De klassieke diagnose van het meerdaagse hetemountainbikesyndroom
Tom Vandenbussche en Sjoukje Dufoer leerden elkaar kennen bij de Oostkampse wielertoeristen van De Putters en bereiden zich nu samen voor op de gereputeerde Crocodile Trophy in Australië. De komende week is het wielerkoppel aan de slag in de Zuid-Afrikaanse rittenkoers JoBerg2C in Johannesburg.
Lees HIER meer over de reden waarom Sjoukje en Tom zich aan die queeste wagen p>
Gisteren (dag 6) was Tom zijn pechdag. Het begon exact 45 minuten voor de start. Tom vindt plots dat zijn band wel wat zacht staat. Hij voelt nog eens en 10 seconden later staat hij volledig leeg. Nog een halve minuut voor de start! Paniek! Ergens aan de start van een mountainbike-event met meer dan 700 deelnemers moet toch een pomp staan? Niet dus…
Stapvoets rijden
We konden gelukkig zelf de band oppompen met ons draagbaar minipompje en zagen gedwee 700 mountainbikers starten (dat zijn er véél). Later op de dag kreeg Tom nog een minischeurtje in zijn voorband, dat gelukkig na veel pompen kon gedicht worden dankzij de melk in onze banden (tubeless). Na 65 km voelde Tom zich niet goed en ging hij wat trager rijden, net voor de klim van de dag: 18 km niet steil. Het ‘trager rijden’ ging over in stapvoets rijden in de letterlijke betekenis: 5 km/u… dit zou nog even gaan duren.
Tom was stil… heel stil, benauwelijk stil. Na ongeveer duizend keer vragen: ‘ça va?’ kwamen er toch welgevormde worden uit: ‘nee, niet ça va, stop met dat te vragen!’ Maar van stoppen wilde Tom niets weten. Ik bleef dan maar hameren op voldoende drinken en wat suikers opnemen. Ik probeerde bemoedigende zinnen te vormen, maar wat zeg je in godsnaam tegen iemand die nog 15km aan 5km/u moet rijden? Tom, ça va? (Ah nee, dat mocht ik niet meer vragen.)
Wat zeg je in godsnaam tegen iemand die nog 15km aan 5km/u moet rijden?
Ik had de organisatie ondertussen ingelicht dat het niet goed ging met Tom. Ze stonden op elk kruispunt ons en vooral Tom op te volgen. Tom, met zijn blik op oneindig en zijn gedachten waarschijnlijk traptrap, heeft hier niets van gemerkt.
Toen we, eindelijk, aankwamen, wilde Tom niet meer wijken van zijn zacht grasplekje dat hij net onder/naast zijn fiets had gevonden. Na een half uur redevoeren kon ik hem meekrijgen naar ‘de dokter’, waar Tom zeer snel de klassieke diagnose van meerdaagse hetemountainbikesyndroom kreeg. De dokter die specialist was geworden tijdens cape epic, gaf kort een woordje uitleg: he feels like he’s dying… maar het is juist maar een virusje in combinatie met een lichte zonneslag en dehydratatie. Tom had ondertussen koorts gekregen.
Een hele nacht naast een zweetgenerator
Als de koorts zou breken, kon hij de volgende dag (vandaag dus) starten. En hij startte vandaag! Na een hele dag voor Tom zorgen en een hele nacht naast een zweetgenerator (Tom met gebroken koorts) geslapen te hebben, leek het scherpste er wel af vandaag. Maar Tom schoot als herboren uit de startblokken. Na kort overleg met de angst op een herval, besloten we dat het vandaag ‘mijn tempo’ was: vliegen tussen de bomen over heerlijke single tracks en heel rustig omhoog rijden.
Het was gelukkig de rustigste etappe, veel afdalingen en een negatief hoogteverschil. Dus chill… Morgen de laatste echte uitdagende etappe. Fingerscrossed dat Tom weer helemaal de oude is, met veel duwtjes voor mij!
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier