De 21-jarige Henri Vandenabeele mag op een geslaagd wielervoorjaar terugblikken. De Dentergemnaar is eigenlijk nog derdejaarsbelofte, maar mocht dit seizoen toch regelmatig tussen de profs opdraven. En dat deed de belofte van Development Team DSM lang niet onaardig.
Henri Vandenabeele (21) maakte afgelopen winter de overstap van Lotto Soudal U23 naar de opleidingsploeg van Team DSM. De bedoeling was om rustig te groeien en nog een jaartje bij de beloften te blijven koersen, maar door corona werden die plannen al snel gewijzigd.
“U23-wedstrijden zijn er dit seizoen nog niet geweest, dus het was tussen de profs of helemaal niet”, lacht Henri. “Anders zat ik thuis maar niets te doen, dan was dit een veel betere optie. En ik ben wel content met de kansen die ik vanuit de ploeg gekregen heb. In de meeste koersen die ik mocht rijden, stonden we met een heel jonge ploeg aan de start. Veel druk werd ons dan ook niet opgelegd. Wij mochten ons ding doen en de ploegleiding zag ons gewoon graag koersen. Dat is ook één van de redenen waarvoor ik voor Team DSM gekozen heb. Ik krijg hier de tijd om stap voor stap aan mijn carrière te werken. Straks weer bij de beloften en vanaf 2022 als prof. Ik beschouw dit dan ook als een ideale voorbereiding op volgend jaar.”
Knecht in Tour of Alps
De Dentergemnaar had de voorbije maanden vooral de mogelijkheid om een pak bij te leren. Dat was vorige week zeker het geval, toen hij samen met Jai Hindley en Romain Bardet actief was in de Tour of the Alps. “Toch wel een mooie ervaring”, vertelt Henri. “Jai en Romain zijn twee toppers en straks kopmannen in de Giro. Natuurlijk steek je er veel vanop om met zulke mannen samen te koersen. Al moet ik zeggen dat de meeste communicatie verliep via Nicolas Roche. Een man met enorm veel ervaring. Het deed me wel wat om deel te mogen uitmaken van zo’n topteam.”
“Het is best opvallend dat er zo veel jonge renners op zo’n jonge leeftijd al doorbreken”
Ook over zijn eigen prestaties mag Vandenabeele meer dan tevreden zijn. In de derde rit werd hij 20ste, op de slotdag behaalde hij zelfs een elfde plaats. “En dat nadat ik een dag eerder bijna geen poot vooruitkwam. Dat was best raar, het leek wel of mijn rug blokkeerde… Ik kon gewoon niet mijn normale waarden trappen. Maar nog geen 24 uur later was het over en voelde ik me echt goed. Ik kwam als elfde over de meet, in een groepje met alleen maar grote namen. Het is toch een pak leuker om op zo’n manier je rittenkoers te kunnen afsluiten.”
Tweede na Pidcock
De West-Vlaamse klimbelofte deed het na de Tour of the Alps iets rustiger aan, maar vertrekt straks terug op hoogtestage om begin juni in topvorm aan de start van de Baby Giro te verschijnen. “En daar start ik met de ambitie om te winnen. Vorig jaar werd ik er tweede, na Tom Pidcock. Dan moet ik nu durven zeggen dat ik voor de zege ga. Gemakkelijk zal het wel niet worden, want er rijden een pak sterke beloftes rond. De Spanjaard Juan Ayuso bijvoorbeeld. Die is amper 18 jaar, nog eerstejaarsbelofte dus, maar hij reed in de Coppi e Bartali wel al twee keer top tien tussen de profs! Dat wordt iemand om in de gaten te houden.”
“Het is eigenlijk best opvallend dat er zo veel jonge renners op zo’n jonge leeftijd al doorbreken. Een verklaring heb ik daar ook niet voor, maar de belangrijkste reden is volgens mij dat er al op jonge leeftijd heel professioneel getraind wordt: met wattagemeters, trainers, stages… Maar het is wel zot aan het worden. Vroeger was je een grote belofte wanneer je op je 23ste een koers won, nu is daar niets speciaals meer aan. Maar ik ga me daardoor niet laten opjagen en proberen geleidelijk aan beter te worden.” (BVS)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
