De 33ste Olympiade behoort nu definitief tot het verleden. Ondanks de pijnlijke vierde plek waren de Belgian Cats opnieuw de West-Vlaamse vaandeldragers. Er waren echter nog enkele West-Vlamingen die zich in Parijs lieten opmerken met een goede prestatie, al bleven we qua absolute topresultaten toch net iets te vaak op onze honger zitten. Een overzicht.
Cuyle verrast aan de ringen
Misschien wel dé West-Vlaamse verrassing op deze Spelen. Hij kwalificeerde zich pas op het allerlaatste moment, maar Glen Cuyle bewees in Parijs dat hij zijn plek daar meer dan verdiende. Met een fantastische oefening kwalificeerde hij zich als vierde, op amper 0.066 punten van de derde plek, voor de finale aan de ringen. Op zich al een gigantisch succes. In die finale ging het uiteindelijk wel mis aan de afsprong, maar toch eindigde Cuyle knap achtste, goed voor een olympisch diploma. “Ik ben wel een beetje teleurgesteld dat de afsprong er niet uitkwam, maar ik ben echt blij dat ik de finale gehaald heb. Ik ben ook nog jong en heb nog veel potentieel. Dit smaakt dus vooral naar meer”, vertelde Cuyle. We kijken nu al uit naar Los Angeles 2028, waar hopelijk ook zijn broer Nicola zal mogen aantreden.
‘Zekere’ medaillekandidaten stellen teleur
Als regerende olympische kampioen was de Belgische hockeyploeg met Kortrijkzaan Arthur De Sloover opnieuw de topfavoriet om goud te pakken. In de kwartfinale, waarin De Sloover goed was voor een heel knap doelpunt, ging het evenwel mis en gingen de Red Lions ondanks een heel sterke groepsfase verrassend onderuit tegen Spanje. Geen medaille dus.
Genekt door de val?
Nicky Degrendele trok met gezonde ambities naar Parijs. In de keirin mikte ze op een mooi resultaat. Degrendele begon ook uitstekend aan haar toernooi en plaatste zich al bij al vlot voor de halve finale. Jammer genoeg ging het vlak na haar kwartfinale mis: vlak voorbij de streep werd ze aangetikt door een concullega en kwam ze ten val. Het maakte dat ze in de halve finale net te kort kwam om door te gaan. “Mijn rechterzijde en vooral mijn ribben doen pijn”, vertelde ze na afloop. “Ik voelde het al vrij snel in die halve finale. Ik kon niet met mijn volle capaciteit sprinten. Zonder val had ik het wellicht wel gehaald en stond ik misschien zelfs op het podium.” Ook hier: zonde. Degrendele, die uiteindelijk ook het sprintnummer oversloeg omdat ze nog te veel hinder ondervond, keek ook wel vooruit: “We maken een afspraak over vier jaar.”
Ook geen podium voor Plasschaert
Emma Plasschaert was na haar vierde plek in Tokio met hoge ambities afgereisd naar Marseille, waar het zeilen werd georganiseerd. De baai bleek haar echter niet super gunstig gezind. Na de eerste dag stond ze pas 25ste en hoewel ze nadien steeds meer onder stoom kwam en ook de medaillerace haalde, moest ze uiteindelijk tevreden zijn met een 7de plek in de eindstand. Zelf kon ze daar evenwel mee leven. “Ik heb ervoor gestreden. Ik droomde van een medaille, maar ben desalniettemin heel trots op hoe ik deze week gezeild heb. Ik heb er alles uit gehaald. Als je minder goed bent dan de concurrentie, moet je dat kunnen accepteren.”
Pubalgie verpest medailledroom
Hij had er zo veel van verwacht, maar de Olympische Spelen zijn voor Alexander Doom jammer genoeg op een ontgoocheling uitgedraaid. Op de gemengde 4×400 hield een fenomenale eindsprint van de Nederlandse Femke Bol de Belgian Waffles van een medaille. Zuur, maar dan moest de grootste teleurstelling nog komen. In de reeks van de individuele 400 meter leek Doom vlot op weg naar een finaleplek, tot zijn pubalgie opnieuw opspeelde en zijn adductor volledig verkrampte. Opgeven was de enige mogelijkheid. Weg finaleplek, weg medaillekansen met de Belgian Tornados. “Dit is heel zuur. Hier heb ik drie jaar voor gewerkt.” Zonder Doom werden de Tornados uiteindelijk opnieuw vierde.
Geen verhoopte boksmedaille
Ook Oshin Derieuw droomde in Parijs van een medaille in het boksen. “Brons is het minimum, met minder zal ik teleurgesteld zijn”, had ze zelfs laten optekenen. De Kuurnse begon ook goed aan haar toernooi, maar moest in de kwartfinale bij de vrouwen -66 kg haar meerdere erkennen in de Chinese wereldkampioene Yang Liu. Derieuw, die de eerste Belgische boksster was op de Spelen, strandde zo op één zege van een medaille. Al kon ze dat wel plaatsen. “Ontgoocheling is een groot woord, want zij was de betere. Daar moeten we niet over liegen. Ik heb alles gegeven en zeker gezien mijn schouderblessure ben ik blij met mijn prestatie hier”, zei ze achteraf.
West-Vlaamse knechten leiden Kopecky naar brons
Justine Ghekiere, Julie Van De Velde en Margot Vanpachtenbeke waren aan het feest tijdens de Spelen. Ze maakten immers deel uit van het viertal dat Lotte Kopecky aan een bronzen medaille hielp. “Ze hebben gedaan wat ze konden”, evalueerde bondscoach Ludwig Willems hun prestatie. Hun taak bestond er dan ook vooral uit om in de voorfinale gevaarlijke aanvallen onschadelijk te maken, iets wat ze met verve gedaan hebben. Margot Vanpachtenbeke kwam wel gehavend uit de strijd, want zij kwam nog ten val en liep schaafwonden op aan de kin en aan de knie. Dat ze zelf als respectievelijk 24ste, 53ste en 43ste eindigden, was bijzaak.
En dan waren er ook nog…
• Voor Koen Naert werd het een marathon om snel te vergeten. Hij had last van de maag en kwam nooit in het stuk voor. Naert werd uiteindelijk 61ste. “Maar ik ben dankbaar voor alle kansen die ik heb gekregen richting Parijs. Ik heb ook kunnen genieten tijdens de race van het enorme aantal mensen langs de kant van de weg.”
• Helena Ponette eindigde met de Belgian Cheetahs zevende op de 4×400 meter. Individueel raakte ze niet voorbij de herkansingen. Ze liep daarin wel een persoonlijk record.
• Lindsay De Vylder en zijn compagnon Fabio Van den Bossche maakten in de ploegkoers nooit echt aanspraak op een medaille.
• Michael Obasuyi greep op de 110 meter horden naast een plek in de finale. De Oostendenaar was nochtans in vorm naar Parijs afgereisd, maar was wat ziekjes en kon daardoor niet op volle kracht lopen. Hij geraakte in de halve finale daardoor niet verder dan een vijfde plek.
• Philip Milanov kon niet overtuigen. De Bruggeling raakte in het discuswerpen niet voorbij de kwalificaties. Met 62m44 kwam hij 44 centimeter te kort voor een finaleplek.
• Rani Vincke lag met de 4×100 meter-ploeg op koers voor een mooi resultaat in de kwalificaties, tot het bij de laatste stokwissel fout liep. De Belgian Rockets werden uiteindelijk gediskwalificeerd omdat de stokwissel buiten de toegestane zone gebeurde.
• Tibo Vyvey en Niels Van Zandweghe grepen net naast een olympisch diploma. Het Brugse duo schopte het in de lichte dubbeltwee tot in de B-finale en werden daarin derde. Goed voor een negende plek in de einduitslag, maar dus enkele centimeters verwijderd van een olympisch diploma. De ontgoocheling overheerste dan ook. “We hebben jammer genoeg ons minimumdoel niet gehaald”, aldus Van Zandweghe.” “Heel wrang”, noemde zijn partner Vyvey het.
• Zeilster Isaura Maenhaut (49er FX) eindigde samen met haar partner Anouk Geurts 14de en misten zo de medaillerace. Voor de Spelen werden ze als Europese kampioenen nochtans te duchten outsiders voor een medaille gedoopt. “Dit resultaat is dan ook een beetje balen”, aldus Maenhout.
• Yannick Lefèbvre (49er) en zijn ploeggenoot vaarden goede slotreeksen, maar moesten uiteindelijk tevreden zijn met een 15e plek in de eindstand. Toch een mooi resultaat voor het duo, die geen profs zijn en dus vakantie moesten nemen voor deze Spelen.
- Belgian Cats
- Glen Cuyle
- Arthur De Sloover
- Red Lions
- Nicky Degrendele
- Emma Plasschaert
- Alexander Doom
- Oshin Derieuw
- Justine Ghekiere
- Julie Van De Velde
- Margot Vanpachtenbeke
- Lotte Kopecky
- Koen Naert
- Helena Ponette
- Belgian Cheetahs
- Lindsay De Vylder
- Michael Obasuyi
- Philip Milanov
- Rani Vincke
- Belgian Rockets
- Tibo Vyvey
- Niels Van Zandweghe
- Isaura Maenhaut
- Anouk Geurts
- Yannick Lefèbvre
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier