Het jongetje dat in de lijn van de familietraditie van kindsbeen af tenniste, maar vanaf het tweede leerjaar van de basisschool plots de smaak van het volleybal te pakken kreeg, is in die laatste sport een Belgische topper geworden. Torhoutenaar Seppe Rotty speelt de laatste maanden de pannen van het dak bij topploeg Knack Roeselare in Liga A en is ook in het nationale volleybalteam een sterkhouder. Of hoe je als iemand van ‘maar’ 1,90 meter dankzij talent en springkracht kunt uitgroeien tot een klasbak.
Seppe (23) woont nog thuis bij zijn ouders Wim Rotty (55) en Joke Swyngedouw (50) in de Kwaplasstraat. Hij heeft een jongere zus Sien (20). Hij studeert industrieel ingenieur bouwkunde aan de UGent en kan dankzij zijn topsportstatuut zijn studies over meerdere jaren spreiden. “Ik zou dit jaar mijn bachelor willen afwerken, maar in combinatie met topvolleybal is dat zwaar”, zegt hij. “Bij Knack trainen we in de week twee keer per dag en in het weekend is er de wedstrijd. Tijd voor andere dingen is er nauwelijks. Behalve natuurlijk voor mijn vriendin Renske Jaques (22), die ook in Torhout woont.” (lacht)
Feesten bij Rembert
Als kind tenniste Seppe bij KTG Houtland en beoefende atletiek bij Houtland AC. “Dat laatste deed ik echter niet zo graag en ook het tennissen verdween naar de achtergrond toen ik me in het volleybal begon te storten”, vertelt hij. “Ik kwam bij de U11 van Rembert Torhout Heren terecht, toevallig een sterke lichting. We stootten zelfs door naar het Vlaams kampioenschap, dat we weliswaar niet wonnen. Ook met de U13 hadden we een uitstekende ploeg. We mochten de Belgische finale spelen, maar verloren die tegen Maaseik, als ik me goed herinner. Ik was toen 12. Ik heb in die tijd veel geleerd van jeugdtrainer Peter Debruyne, nog altijd een van de drijvende krachten van Rembert. Peter heeft een grote invloed op mij gehad. Hij kan in zijn gedreven stijl iemand volleybaltechnisch beter maken.”
Bij de U15 was het raak voor RTH en Seppe: Belgisch kampioen. “Dat was feesten”, lacht hij. “Het zou echter mijn laatste jaar bij Rembert worden, want na het derde jaar secundair onderwijs aan het Sint-Jozefscollege trok ik naar de Topsportschool Volleybal in Vilvoorde. Ik heb er lang over nagedacht om dat te doen, maar de stap uiteindelijk toch gezet. Dat heb ik me niet beklaagd, integendeel. De combinatie van studeren en volleyballen was ideaal en op het internaat heb ik me geamuseerd. Ik hou er mooie herinneringen aan over. Ik kwam er logischerwijze terecht in een groep jongeren met allemaal dezelfde passie: volleybal. Intussen was ik ook al een tijdje lid van de nationale jeugdploeg en leerde op die manier heel wat bij. We zetten met dat Belgische team een aantal knappe resultaten neer.”
Na Menen kwam Knack
Na de Topsportschool, toen hij 18 was, kreeg Seppe een contract als receptie-hoek bij volleybalclub Menen in Liga A. Op semi-professioneel niveau. Door omstandigheden, zoals blessures van andere spelers, kwam hij sneller dan verwacht in de basis. “Zo kreeg ik de kans om te tonen dat ik klaar was om op A-niveau te acteren. Ik werd fysiek sterker, ik kreeg meer power. De jongen was plots een man geworden.” (lacht)
Seppe bleef drie jaar bij Menen. Het ging hem voor de wind. In zijn laatste seizoen bij dat team werd hij zelfs uitgeroepen tot Speler van het Jaar. Een nieuwe stap hogerop zat eraan te komen: ofwel naar het buitenland, ofwel bij een Belgische topploeg.
“Ik heb voor dat laatste gekozen. Ik tekende in 2022 een contract voor drie jaar bij Knack Roeselare. Dat betekende van een semi-professionele club plots naar een professionele ploeg overgaan. Niet te onderschatten. Begin 2023 viel ik helaas twee maanden uit door een noodzakelijke polsoperatie. De eerste match waarin ik opnieuw kon spelen, was meteen al de bekerfinale. We wonnen, ik zette een degelijke prestatie neer en dat gaf een boost. Ik kreeg het vertrouwen van de trainer en heb vanaf toen veel matchen mogen spelen, ook op Europees vlak.”
Weinig last van stress
Seppe is intussen een basispion bij Knack geworden. Sinds november speelt hij er als opposite, wat niet evident lijkt met zijn naar volleybalnormen relatief kleine gestalte. Maar zijn springkracht is legendarisch en dat compenseert veel. Vorige maand speelde hij met Roeselare de bekerfinale en won. Hij werd zelfs uitgeroepen tot Speler van de Match, wat hem uiteraard deugd deed.
“Een van mijn voordelen is dat ik niet snel van mijn melk te brengen ben”, zegt Seppe. “Ik heb weinig of geen last van stress. Ik kan met andere woorden in zowat alle omstandigheden kalm blijven. Als ik toch eens zenuwachtig word, dan is het omdat ik met een blessure sukkel. Ik heb recent een spierscheurtje in mijn schouder opgelopen, waardoor ik matchen heb moeten missen. Dat is balen. Zoiets maakt me wél onrustig.”
En de toekomst? “Straks in principe nog een jaar Knack en dan zien we wel. Ik volleybal ongelofelijk graag en hoop mijn carrière verder te kunnen uitbouwen, maar evengoed blijf ik op mijn studies mikken. Ik ken heel weinig Belgische volleyballers die na hun loopbaan kunnen rentenieren (lacht). Dus is een diploma behalen bijzonder belangrijk.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier