Ode aan Hermes Oostende: afscheid van een legendarische volleybalclub op het hoogste niveau

Angeline Cobbaert, samen met de kampioenenploeg van 1987. Hermes Oostende speelde 39 seizoenen in de hoogste reeks en won dertien landstitels. © PETER MAENHOUDT
Peter Rossel
Peter Rossel Medewerker KW

Met Hermes Oostende verdwijnt na dit seizoen een legendarische volleybalclub uit de Liga. Meer dan zes decennia lang was het prestigieuze Hermes een van de toonaangevende vrouwenploegen in West-Vlaanderen. De groen-gelen speelden liefst 39 seizoenen op het hoogste niveau, werden 13 keer landskampioen, wonnen zeven bekers en speelden 84 Europese wedstrijden. Straks gaat de club op in Bevo Roeselare en focust Hermes op ploegen in de provinciale reeksen en de jeugdafdelingen. Bij wijze van afscheid: een nostalgische terugblik op een legendarische vrouwelijke volleybalclub met enkele tenoren.

Priester Jozef Verhelle hield de volleyafdeling van multisportclub Hermes Oostende in 1962 boven de doopvont. Al in de jaren 60 speelde Erna de Kievith bij Hermes Oostende. “We waren een jong team. Fernand Dobbels, een heel strenge trainer, bracht ons de basis bij en schaafde aan onze techniek. Ik herinner me dat Ann Depuydt en Monique Laforce eens niet mochten meespelen omdat ze te laat waren voor een opwarming. Beroepshalve was onze trainer beroepsmilitair bij de zeemacht. Discipline droeg hij dan ook hoog in het vaandel”, aldus De Kievith.

Koud bloed

“We trainden eerst in het Sint-Andreasinstituut, het college aan het MacLeodplein en op een volleyterrein aan het atletiekstadion van Hermes. Vanaf 1965 mochten we dan in het stedelijk sportcentrum trainen. Vanuit eerste provinciale promoveerden we in 1967 naar de hoogste reeks. We hebben hard gevochten om daar te geraken”, vertelt Erna de Kievith. “Hermes had trouwens een grote aantrekkingskracht in de regio en er volgde al snel een tweede ploeg, die later Hera werd gedoopt. Hermes 3 werd Hermina.”

“We noemden onze skireisjes naar Frankrijk onze hoogtestages” – Erna de Kievith

Op een klein zaaltje in Middelkerke na vonden de meeste matchen in provinciale in openlucht plaats. Erna de Kievith herinnert zich nog een wedstrijd in Lo. “Het was winter en buiten was het erg koud. Ik kon mezelf niet verwarmen en hield dus maar mijn trainingsbroek aan. De scheidsrechter wenkte me fluitend dat ik naar zijn stoel moest komen. Hij eiste dat ik die trainingsbroek zou afdoen. Seg, ik heb koed wè. Toen waren de scheidsrechters nog veel strenger”, zegt De Kievith die ook een ander verschil met ruim een halve eeuw geleden aansnijdt. “Vandaag hebben de speelsters een veel grotere ruimte om de bal op te slaan. Vroeger was die ruimte beperkt, nu kunnen ze de volle breedte van het veld benutten. In onze tijd kenden we ook geen libero’s of antennes. Sets speelden we nog tot vijftien punten. Nu gaat enkel de belle tot vijftien, de andere sets tot vijfentwintig punten.”

Terugblikken op de gouden periode van Hermes Oostende met staand Erna de Kievith, Ann Depuydt en Christa Kurthen. Zittend herkennen we Rita Berton, Sandra Bailleul en coach Jean Gyselen.
Terugblikken op de gouden periode van Hermes Oostende met staand Erna de Kievith, Ann Depuydt en Christa Kurthen. Zittend herkennen we Rita Berton, Sandra Bailleul en coach Jean Gyselen. © PETER MAENHOUDT

Erna de Kievith klom met Hermes van eerste provinciale naar eerste nationale. Twee speeldagen voor het einde van het kampioenschap 1970-1971 was Hermes al zeker van de eerste landstitel. “We leefden heel het seizoen daarnaartoe. We bleven maar winnen. In dat seizoen verloren we maar één keer. Ik herinner me nog altijd de woorden van coach Jean Gyselen na het behalen van die landstitel: eens kampioen, altijd kampioen! De spelers zeiden toen dat ze het aantal trainingen wilden verhogen, van twee naar drie keer per week. Gyselen was het snel eens met ons, hij woonde toch naast het sportcentrum. Onze grote sterkte in dat eerste kampioenenjaar was dat iedereen vervangbaar was. De bank was even sterk als de basis en we hadden ook veel gestalte in het team.”

Dubbel in ‘71

Die allereerste kampioenenploeg kende ook een sterke lokale verankering. Sandra Bailleul, Erna de Kievith, Ann Depuydt, Monique Laforce, Erna Mycke, Bernice Vermote, Els Pauwels en Linda Dupuis waren echte Oostendenaars. Uit de regio kwamen Rita Berton (Heist), Claire Crevits (Leffinge), Trees Callier (Brugge), Mieke Dobbelaere (Kortemark) en Rita Joseph (De Panne). De voornaamste titelconcurrenten in die tijd waren Jozmar uit Antwerpen, ASUB uit Brussel en het Antwerpse Volleybal Ons Genoegen. Hermes Oostende won in ‘71 ook de dubbel, want het versloeg in de cupfinale in Grimbergen ASUB met een 1-3-zege. De groen-gelen hadden voor aanvang van dat seizoen trouwens al een internationale trofee te pakken, want het won de Beker der Naties in september 1970, na een zege tegen het Nederlandse Maastricht in de Arenahal in Antwerpen.

Op skireis

“Onze kern hing goed aan elkaar”, gaat De Kievith verder. “De meesten waren trouwens van dezelfde leeftijd. Alleen Ann Depuydt en Erna Mycke waren iets ouder. We gingen zelfs samen op skireis, meer dan eens trouwens, soms zelfs terwijl het volleybalseizoen nog bezig was. Vaak naar Zuid-Frankrijk. We noemden dat onze hoogtestages. En ja, iedereen van Hermes kon skiën.”

Centraal op de foto zien we Erna de Kievith. Links haar man, rechts haar vader.
Centraal op de foto zien we Erna de Kievith. Links haar man, rechts haar vader. © PETER MAENHOUDT

“Coach Jean Gyselen was toen de missing link. Jean had een heel goed tactisch inzicht en hij beschikte over een sterke kern. Iedereen hing aan zijn lippen. We waren nog jong en we luisterden goed!” Hermes verzamelde landstitel na landstitel. Monique Laforce, kapitein van de eerste kampioenenploeg, was de eerste international maar ze kreeg al snel het gezelschap van andere Oostendse ploeggenoten bij de nationale ploeg. “Op een bepaald moment was ik de enige in onze basis-zes die niet tot de nationale ploeg behoorde. De vijf anderen waren allen internationals”, herinnert Sandra Bailleul zich.

Bijzonder voordeel

Hermes Oostende eigende zich wel een bijzonder voordeel toe: het tijdstip van de thuismatchen in de jaren 70. “Zondagochtend startte onze thuiswedstrijd om 11 uur. We moesten een halfuur eerder al ter plaatse zijn. Voor ons was het wel een voordeel dat de tegenstanders ’s ochtends vroeg al thuis moesten vertrekken naar Oostende. Maar dat opmerkelijke tijdstip belette ons niet om op zaterdagavond toch eens weg te gaan”, verklapt Erna de Kievith. “Die thuismatchen waren erg leuk trouwens. Soms woonden tot achthonderd toeschouwers de matchen bij. Ook naast de tribunes stond het volk zelfs rijen dik. Om de ochtendkou te verdrijven, stond coach Jean Gyselen, buur van het sportcentrum, vaak ’s nachts op. Al om vier uur stak hij de verwarming aan.”

Einde van een tijdperk

“Onze ploeggeest was heel belangrijk, het draaide niet om geld bij ons. Bij Hermes telde enkel het volleybal en de pure vriendschap. In die vele seizoenen werden we wel gesponsord door Rodenbach (bak bier bij een overwinning), horloges Suiza, Perfect Plant, meubelhandel De Olifant, Sunair en zalmrokerij La Couronne. Van Sunair moesten we twee seizoenen in het blauw-geel spelen, de kleuren van dat bedrijf. Hermes-stichter Jozef Verhelle ergerde zich eraan dat we het groen-geel van onze club voor sponsoring lieten vallen.”

De Hermessers van de jaren 70 en 80 volgden de club ook nog de voorbije jaren. “De naam Hermes is straks dus niet meer op het hoogste niveau aanwezig. Dat Hermes straks vrijwillig de hoogste nationale reeks verlaat, is zo spijtig voor de uitstraling van Oostende. Dit is het einde van een tijdperk”, zuchten ze eensgezind.