Dit moet toch een sprookje zijn? Met een prins in de hoofdrol: prins Charles! Hoe Charles De Ketelaere (19) op een jaar tijd bij Club Brugge transformeerde van dat jeugdtalentje van om de hoek, letterlijk, tot dé rijzende ster van het Belgische voetbal. En bovenop verkozen tot Belofte van het Jaar, een verkiezing over alle sporten heen. Een internationale topcarrière, roem, véél geld én tal van meisjes aan zijn voeten. Ook al ontkent hij dat laatste snel. Maar wat blijkt? De Ketelaere heeft voldoende aan zijn Jozefien en aan het simpele voetballeven zoals het is bij een landskampioen. “Ik ben daarmee perfect gelukkig.” Het geluk zit in een polaroidcamera en een broeksriem…
Club Brugge, 13 punten voorsprong met een match minder, is eigenlijk al opnieuw landskampioen. Hoe hoog ze in de Europa League mogen mikken, weten we nog niet, blauw-zwart speelde pas donderdagavond de heenmatch van de 1/16de finales in Kiev. Zonder coach Philippe Clement en spelmaker Hans Vanaken, positief getest op covid-19 en in quarantaine. De Ketelaere, begin deze week wel ziekjes, reisde wel af.
Maar wat maakt het uit, voor één keer gingen we met Charles De Ketelaere niet over voetbal praten. Hij had er zelf om gevraagd. In een vorig interview vertelde de Brugse chouchou hoe hij onlangs werd aangesproken op straat door een vroegere bekende, die zich achteraf verontschuldigde dat hij in de korte babbel niet eens over voetbal was begonnen. “Terwijl ik dat juist eens plezant vond”, aldus de Bruggeling. Et voilà, Charles zijn zin, een weekendbabbel lang…
Eens niet over de nieuwe Hans Vanaken, over de veeleisende Philippe Clement of over de 4-3-3 van de Oekraïners. Over Het Leven . Al snel zal blijken dat achter de nieuwe ster van het Belgische voetbal een abnormaal normale gast schuilt. Zo’n gast die zich al meteen amuseert met de fotosessie. Zoekend naar evenwicht op een kegel, zittend op de natte trappen. “Zeg, mijn poep wordt nat, ik ga op jouw muts zitten!” Zo’n gast die zich amuseert met mijn old school recordertje. “Mijn papa (een ziekenhuisarts, red.) heeft ook zo eentje. Jonge mensen gebruiken daarvoor hun gsm, hé.” Zo’n gast.
Doe je dat eigenlijk graag, lange interviews?
“Het is niet dat ik daar op kick of zo, maar ze zeggen dat het erbij hoort. Terwijl ik in mijn ogen gewoon voetbal speel, snap je?”
Zo’n gewone voetballer ben je niet meer, hoor. Een organisatie die voetbalshirts verkoopt voor een goed doel ving voor een shirt van ene Lionel Messi 4.600 euro. Voor het shirt van Charles De Ketelaere haalde het 4.100 euro op, nauwelijks 500 euro minder.
( lacht )
Terwijl jij nog maar een paar jaar geleden met je spaarcentjes een lelijk bruin shirt van Joseph Akpala van Club Brugge kocht.
( verlegen lachje )
Zo snel gaat het.
“Ik sta daar eigenlijk nooit bij stil. Je doét er mij over nadenken.”
Waar beginnen we? In november 2019, met jouw moeder Isabelle in Parijs in het Parc des Princes voor PSG-Club? Je kwam toen net piepen bij Club, Isabelle was in de wolken. Achteraf kopte deze krant: ‘Ici, c’est Paris. Paris Saint Charles’. Enkele maanden later was je al de Prins van België. De prins die blijkbaar nog steeds niet snapt dat de mensen in de rij bij de bakker een selfie met hem willen?
“Ja. Of nog eentje: toen ik samen met mijn zus Renée begin vorig jaar ging kijken naar een match van mijn broer Louis, die bij Varsenare speelt, kwam een meneer praten met mij, waarbij mijn zus helemaal genegeerd werd. Daar werd ik, weliswaar binnenin, echt boos van. Het is toch niet omdat ik een voetballer ben…?”
Ken je dat liedje van Doe Maar: ‘Als je wint, heb je vrienden’? Doken er het laatste jaar niet plots heel veel vrienden op?
“Dat valt wel mee hoor. Ik selecteer dat in mijn hoofd. Ik heb een paar supergoede vrienden, veel meer heb ik eigenlijk niet nodig.”
Ik vrees dat Renée en Louis voor heel veel mensen altijd de zus en broer van Charles De Ketelaere zullen zijn.
“Ik merk gelukkig niet de minste jaloezie. (peinzend) Ik vind dat eigenlijk wel jammer. Terwijl ik even trots ben op hen als zij op mij! Maar intussen rol je daar wel in. Je weet dat als je een winkel binnenstapt, men soms wel eens om een foto vraagt. Geen probleem natuurlijk, maar ik ben nu ook weer niet zo’n ster dat ik niet meer door de straten van Brugge kan wandelen op mijn gemak.”
Sinds jouw winnende doelpunt in de CL-match in Sint-Petersburg staat er in de buurt van Het Entrepot in Brugge wel een enorme graffitimuur van intussen al King Charles in plaats van Prince Charles.
“Een hele erkenning. Daar ben ik eigenlijk wel trots op.”
En toen moest de King van Brugge nog Rode Duivel, Sportbelofte van het Jaar en nog eens Belofte van het jaar bij de Gouden Schoen worden. Er was alleen nergens publiek te bespeuren.
“Tja, dat gold niet alleen voor mij. Het meest jammere vond ik het titelfeest zonder fans. Daarom zou ik meteen mijn kampioenenpremie inruilen voor een kampioenenviering mét de supporters deze keer.”
Hoe is de 19-jarige De Ketelaere verder het coronajaar doorgekomen? Felix, de zoon van Joachim Coens en een jaartje jonger, vroeg zich publiekelijk af hoelang hij het nog kon volhouden.
“Ik denk dat mijn broer die nog studeert, er meer van afziet dan ik. Zijn hele sociale leven is afgesloten, hé. Terwijl ik hier (in het Belfius Basecamp, het oefencentrum van Club in Westkapelle, red.) uiteindelijk met mijn ploegmaats in één grote bubbel leef. Ik ben sowieso al niet iemand die veel behoefte heeft aan feestjes en zo. Ik voel mij best in de routine en de structuur van mijn voetballeven. Dat is eigenlijk al mijn hele leven zo. Voetbal, mijn familie en mijn vriendin, dat volstaat voor mij grotendeels.”
Heb je daarom vorig jaar jouw rechtenstudies opgegeven? Ook al zei je pa nog: ‘Probeer dan één vak…’
“Maar hij begrijpt het wel. Het werd door de snelle opeenvolging van wedstrijden te veel. Zonder het voetbal had ik wel zeker hogere studies gedaan, maar ik heb nu het leven waar ik van droomde. Ik heb er nog geen spijt van gehad, maar misschien zeg ik binnen enkele jaren iets anders.”
Vertel eens wat over dat droomleven van een 19-jarige bij Club, die nog bij zijn gescheiden mama woont. Vanochtend heb je getraind en deze middag heb je hier gegeten. Wat ga je de rest van de dag doen?
“Eerst een uurtje slapen en dan… Ja, wat doe je dan? Ik zit niet zoveel op sociale media. Allez , ik volg het wel maar ik post zelf bijna niets. En verder Yahtzee, een dobbelspel, spelen op de gsm en …” (denkt na)
Met de honden Jack en Basile gaan wandelen?
“Dat doe ik nu ook niet meteen iedere dag een uur. Wat spelen en knuffelen volstaat.”
Jammer dat het WK Darts voorbij is.
“Daar keek ik heel graag naar, ja.”
Maar is dat wel een sport? Alles wat je kan doen met een dikke buik kan toch geen topsport zijn?
“Wel 8 uren concentratie per dag! Maar wat maakt het uit? Ik vond het leuk.”
Iets gaan drinken in de Overpoortstraat met het lief kan sowieso niet. Maar dat kon je blijkbaar ook niet doen toen de cafés nog open waren.
“Ik heb het één keer geprobeerd. Het was niet aangenaam, ik werd almaar herkend en aangesproken. Dat doen we niet meer. Jammer, maar voor mij is het uiteindelijk maar één klein nadeeltje tegenover alle voordelen aan mijn voetballeven.”
Vind je dat zo plezant? Ik moet nu denken aan de Nederlandse ex-topvoetballer Danny Blind die het leven van een profvoetballer doodsaai noemde: almaar rondsloffen op Adidas-slippers.
(lacht) “Voetbal is wel veel wachten, ja. Net daarom voel ik mij beter in de snelle opeenvolging van wedstrijden dan tijdens zo’n stageweken. Ik leef voor de wedstrijden.”
Daarnaast is het een zeer gedisciplineerd leven: je lichaam verzorgen, op je voeding letten, voldoende rust nemen…
“Ik heb dat nooit gezien als opofferingen. Je moet in deze professionele wereld wel sneller volwassen worden dan een student.”
Je wordt volgende maand 20. Klopt het dat je jouw ma hebt beloofd wat volwassener te worden: je kamer opruimen, leren koken…
“Dat was een mopje hoor! Mijn mama is nu eenmaal heel zorgzaam en ze doet dat allemaal graag voor mij. Noa Lang zei mij laatst ook: zolang je bij Club speelt, moet je zo lang mogelijk thuis blijven wonen.”
Om serieus met je vak bezig te zijn?
(lacht) “In mijn persoonlijke omgeving kan ik nochtans serieus onnozel doen.”
Wat is het onnozelste dat je al gedaan hebt?
“Zou ik dat wel zeggen? Kattenkwaad uitgestoken met vrienden. Op communiefeesten met de andere kinderen op straat belletjetrek spelen bijvoorbeeld.”
Dat is wel heel onschuldig. Op je 19de ben je toch al eens zat geweest?
“Ik ben al eens wat beschonken geweest, niet meer dan dat. Dat heeft te maken met mijn karakter. Zelfs als ik geen voetballer was, zou ik toch niet zoveel uitgaan als mijn broer. (lacht) Ik zit gewoon graag thuis. Maar het heeft ook met mijn ambities te maken. Door het voetbal ging ik bijna nooit uit, ik ging altijd vroeg slapen.”
Je had wel al snel een vast lief, Jozefien.
“We zijn al samen sinds eind 2019.”
Hoezo? Je mama vertelde mij in Parijs nog dat de meisjes via Facebook al in rij stonden voor de nieuwe knappe chouchou van Club Brugge.
“Daar kon ik niet echt mee lachen. Hoe kon zij dat nu weten? Ze keek toch niet in mijn Facebook?”
Oké, Jozefien dus, uit Adegem bij Maldegem. Hoe heb je haar binnen gedaan, als je nooit uitging?
“Ze is gevallen voor mij omdat ik zo’n lieve jongen ben, zeker?
Veel trainers vinden dat topvoetballers beter snel gaan samenwonen. Dat is positief voor een strak en gestructureerd leven.
“Ik ben daar niet bewust op zoek naar gegaan, maar ik moet zeggen dat een vaste vriendin inderdaad wel wat rust geeft. En ik ben snel de juiste tegen gekomen, denk ik. Maar samenwonen, zit er nog niet in. Ze moet nog een jaar of vijf studeren. Ik rij dus wel regelmatig ‘s avonds naar Adegem of Gent. Buiten de examens zien we elkaar echt wel veel, zonder een vast schema evenwel.”
Ben je een romanticus? Eens een kaarsje uitgezet tijdens de examens, ik zeg maar wat?
“Oei, daar ben ik niet zo mee bezig. Ook niet met valentijnscadeautjes, ik ben eerder het type dat doorheen het jaar eens een cadeautje geeft. Of met Kerstmis.”
Wat krijgt het lief dan van een goedbetaalde topvoetballer? Een nertsmantel, een diamant?
“Maar neen! Zo’n camera waaruit dan meteen een ontwikkelde foto komt. Ken je dat?”
Een polaroidcamera? Dat is nog ouderwetser dan mijn recordertje!
“Zij hangt die foto’s dan op in haar kamer. Ik kreeg van haar een mooie riem en ik was daar heel blij mee.”
Niet veel nodig dus. Je bent ook geen type-voetballer die in een dikke Audi rondrijdt, denk ik.
“Ik heb een Mercedes van de club, maar ik ben niet zo’n autofreak. Ik hou wel van mooie kleren, maar die hoeven niet duur te zijn.”
Even terug naar Noa Lang. Zolang je bij Club speelt, zei die. In welke mate ben je al bezig met een toekomst in het buitenland?
“Eerlijk: ik doom wel van een buitenlands avontuur, maar dat moet nog niet zo gauw. Ik zal altijd een gezonde keuze maken.”
Dat klinkt alsof je nooit enkel en alleen voor het geld zal kiezen. Weet je hoeveel er op jouw rekening staat?
“Jazeker. Is dat niet logisch? Ik ben met mijn management al zo’n beetje aan het uitkijken om te investeren. Maar een concreet carrièreplan is er niet. Er waren al buitenlandse clubs geïnteresseerd en dan geven zij hun mening, maar als ik zeg dat ik nog drie jaar wil blijven, dan blijf ik nog drie jaar. Daar zou ik ook heel gelukkig mee zijn.”
Je hebt dezelfde managers als onder meer Jan Vertonghen en Moussa Dembélé. Sinds jouw contractverlenging in april behoor je al bij de grootverdieners in België, maar je bent nu ook Rode Duivel en dat is een wereld van enorme lonen. Denk je daar wel eens aan?
“Neen, dat speelt totaal niet mee. Alleen mijn sportieve ambities tellen. Dezelfde als van kleins af aan: altijd beter willen worden.”
Hebben je broer Louis en zus Renée dat ook, zoveel ambitie?
“Op hun terrein eigenlijk wel. Ze halen in hun studies allebei goeie punten. ( peinzend ) Zij zitten gewoon in een andere leefwereld waardoor zij meer kunnen genieten.”
Zou je soms wel eens willen ruilen?
“Voor een paar dagen wel, maar niet in totaliteit. Ik leid het leven waar ik als kind altijd van heb gedroomd: profvoetballer worden. En ik sport nu eenmaal enorm graag. Als ik twee dagen niet sport, voel ik mij al niet goed.”
Je sprint van het ene succes naar het andere. Heb je nooit schrik dat het een keer minder zal gaan?
“Eigenlijk niet. Zoveel zelfvertrouwen heb ik wel. Het is een gezond zelfvertrouwen, vind ik. Ik ben zelfs zo zelfkritisch dat ik na een wedstrijd meer het negatieve dan het positieve zie.”
En als jouw moeder zegt: ‘je bent nog steeds maar 19’, antwoord je meteen: ‘Erling Haaland van Borussia Dormund is ook nog maar 20 en die is al wereldtop!’ Dat zegt veel.
“Ja, toch?”
Maar volgende maand ben je ook al geen tiener meer.
( grinnikt ) “Jammer, hé. Maar ik hecht daar niet zoveel belang aan. Ik las wel dat ik de enige Belgische tiener ben die al twee keer scoorde in de Champions League. Dan denk ik: godverdomme, het moesten er drie zijn (in de slotseconden van Lazio-Club schoot hij de goal van de kwalificatie tegen de lat, red.). Maar het heeft geen zin om daar nu nog over te piekeren.”
Zegt de jongeling die zich als pril tennistalent zo kon opwinden dat hij door zijn coach zen-sessies moest volgen.
“Als tennisser was ik agressiever, maar dat was vooral omdat tennis een individuele sport is. Als je verliest, heb je het alleen aan jezelf te danken. Maar met ouder worden, evolueer je ook. ( plagend ) Ik word volgende maand al 20, hé!”
In de verkiezing van de Gouden Schoen werd je vijfde, jouw vroeger idool bij Club Lior Refaelov won. Heb je hem felicitaties gestuurd?
“Maar neen. Ik heb toch zijn nummer niet? We speelden ook nooit samen, hé.”
Je bent nu wel bij de Rode Duivels ploegmaat van Lukaku, De Bruyne… Heb je hun nummers? Sterren onder elkaar?
“Maar neen.”
Er hangt zelfs nog steeds een poster van Ronaldo in jouw kamer.
“Waarom vindt iedereen dat grappig?”
Ronaldo oké, maar een poster van Björn Vleminckx? Dan kijkt de nieuwe wonderboy van Club elke avond voor het slapengaan verzaligd naar een geflopte spits van Club?
“Ik scheurde als jonge gast elke week de poster uit Sport/Voetbal Magazine. Het blijft toch mijn kinderkamer? Maar oké, als ik verhuis, neem ik die posters niet mee!” ( schatert )
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier