Bij KV Kortrijk breken zelden spelers uit de eigen jeugdopleiding door maar daar is volgens algemeen manager Matthias Leterme een goede reden voor: “Als we een hele goeie hebben, komt een grote club hem hier al na zijn plechtige communie weghalen.” Doelman Vic Chambaere (20) is een uitstekend voorbeeld. Na de U13 verhuisde hij naar Genk en daar maakte hij onlangs zijn profdebuut. “Ik ben een echte Genkie geworden.”
Hij is geboren in Roeselare, groeide op in Wevelgem en begon te voetballen bij WS Lauwe. “Omdat mijn twee jaar oudere broer daar toen speelde”, zegt hij. “Ik heb er nog samengespeeld met Cisse Sandra en Tibo Persyn. Bij de U8 ben ik als spits naar Kortrijk vertrokken, nadat we met de U7 met 9-0 van hen hadden gewonnen en ik alle negen de goals had gemaakt. Daar begon ik bij de C-ploeg, tot ze mij op een dag in doel zetten en ik snel doelman van de A-ploeg werd.”
Familiale sfeer
Tot hij bij de U13 de aandacht trok van topclubs. “Na een wedstrijd in Genk kreeg toenmalig jeugdmanager Jelle Schelstraete telefoon dat ze interesse in mij hadden”, vertelt hij. “Ook Club Brugge was heel hard geïnteresseerd, maar mijn voorkeur ging uit naar Genk omwille van hun topreputatie in het opleiden van keepers. Tijdens een gesprek met Roland Breugelmans (directeur opleidingen, red.) kregen mijn mama en ik meteen een goed gevoel. Ik mocht mee naar een tornooi in Mönchengladbach en daar wist ik het helemaal zeker: ik wil naar Genk! Ik voelde dat het een topclub was waar een familiale sfeer hangt, een unieke combinatie in het profvoetbal.”
“Bij Club Brugge had ik op internaat moeten gaan. Terwijl ik bij Genk in een gastgezin terechtkwam en daar de huiselijke sfeer vond die ik nodig had om mij ergens goed te voelen. Ik ben daar met mijn gat in de boter gevallen. Willy Mraz vangt al meer dan twintig jaar talenten op en heeft enorm veel mensenkennis. Ik heb heel veel van die man geleerd.
“Vanaf de eerste dag voelde ik mij thuis in Genk. Het eerste jaar was onze ploeg één klas. Dus ook op school voelde ik mij meteen goed. Heimwee heb ik nooit gekend. Soms moesten mijn ouders mij zelfs smeken om naar huis te komen. Nochtans, toen ik vroeger als kind met mijn broer met de voetbalkampen van de Balbalschool van Kristof Mortier meeging naar Spanje weende ik en wou ik al de eerste dag weer naar huis. (lacht) Misschien heeft die ervaring er wel mee te maken dat ik enkele jaren later gemakkelijk die stap naar Genk kon zetten.”
Je elke dag tonen
Hij meet intussen 1 meter 90, een prima lengte voor een keeper. “Toen ik een jaar of veertien was, wees een botscan uit dat ik 2 meter 07 zou worden. Het is maar best dat ik niet zo groot ben geworden, want je kunt als keeper ook té groot zijn, denk ik.”
“Als je naar zo’n grote club trekt, weet je dat de keepers er aan elkaar gewaagd zijn en dat je je elke dag zal moeten tonen. Want anders lopen anderen met je plaats weg. Uiteindelijk werd ik in elke leeftijdscategorie opgeroepen voor alle activiteiten van de nationale ploeg en speelde ik er altijd als nummer één. Dat je in je categorie beschouwd wordt als een van de betere keepers van het land geeft ook wel vertrouwen natuurlijk”
Bij Club Brugge had ik op internaat moeten gaan, terwijl ik bij Genk in een gastgezin terechtkwam
“Tegenslagen, mindere wedstrijden en twijfels maken deel uit van een voetbalcarrière. Dan is het gewoon kijken hoe je je daarvan herstelt. Vorig seizoen ben ik zeven maanden out geweest met een stressfractuur in de rug en dat was heel zwaar. Vooral toen ik twee maanden helemaal niets mocht doen en ik mijn lichaam achteruit zag gaan. Maar uiteindelijk maakte mij dat mentaal wel sterker. Dat is het belangrijkste: leren uit zulke momenten.”
“Profvoetballer worden, is altijd mijn grote droom geweest en daar doe ik alles voor. Qua mentaliteit heb ik veel aan mijn papa te danken. Hij runt een bouwbedrijf, was helemaal geen voetbalman maar is er nu wel helemaal mee ingezogen, en hij zei altijd: ‘Gewoon altijd verder blijven werken.’ Dat is altijd in mijn hoofd blijven zitten.”
Acht uur slapen
Sinds januari 2021 maakt hij als derde doelman deel uit van de A-kern. In december 2022 maakte hij zijn profdebuut met Jong Genk in 1B én met Genk 1 in de oefenwedstrijd tegen Heerenveen. “Dat geeft zeker een extra boost, nu het na mijn blessure weer in stijgende lijn aan het gaan is, maar niet in die mate dat ik begin te zweven”, lacht hij. “Het belangrijkste is te blijven werken en de voetjes op de grond te houden.”
Sinds begin dit seizoen woont hij op zichzelf: in het centrum van Genk betrekt hij een appartement. “Dat gaat goed. Sinds mijn twaalfde al ben ik heel zelfstandig moeten worden. Het is bij mij nog altijd al voetbal wat de klok slaat. Als er op tv een wedstrijd van ik-weet-niet-waar is, zal die bij mij thuis waarschijnlijk wel opstaan. Om de focus eens te verleggen, ga ik soms met vrienden rustig op een terrasje iets drinken of iets eten, maar ik zorg ervoor dat ik ‘s nachts altijd minstens acht uur slaap.”
Nieuwe overeenkomst
Eind dit seizoen loopt in Genk zijn contract af. “Maar we staan dicht bij een nieuwe, meerjarige overeenkomst”, zegt hij. “De bedoeling is dat ik dan uitgeleend zou worden aan een profclub die speelkansen durft te geven en waar ik mij verder kan ontwikkelen.”
Hij heeft ook nog altijd sympathie voor KV Kortrijk. “Ik zou het jammer vinden, mochten ze degraderen, maar ik moet wel zeggen: Ik ben een echte Genkie geworden. Ik voel mij hier overal thuis, in de club en in de stad. Ik hou erg van die typisch Limburgse mentaliteit: open en vriendelijk en altijd in voor een praatje. Ik spreek trouwens zelf ook al heel goed Limburgs.” (lacht)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier