Stemmen uit Senegal over Club-ster Youssouph Badji: “Hij kan een hele grote worden”

Youssouph Badji scoort tegen Eupen. © belga
Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Sportjournalist

Club Brugge is aan de competitie begonnen met de 18-jarige Youssouph Badji in de spits. De Senegalese tiener houdt zowaar de miljoenentransfers David Okereke (8 miljoen euro) en Michael Krmencik (6 miljoen euro) uit de ploeg. In zijn thuisland zijn ze helemaal niet verrast. “Zo is Sadio Mané, zo is Krépin Diatta en zo is ook Youssouph Badji.”

Zijn transfer van Casa Sports naar Club Brugge rond de jaarwisseling voor naar verluidt zo’n 150.000 euro was een fait divers in de marge van onderhandelingen met spitsen die minstens veertig keer meer kostten. Pas 18 geworden, was het met het oog op de toekomst dat Youssouph Badji een contract tot 2024 tekende. Bovendien liep hij in de Youth League al snel een breuk aan een middenvoetbeentje op.

Maar toen we in maart met Philippe Clement over de black power van zijn ploeg spraken, liet hij verrassend de naam Badji vallen als voorbeeld van integratie. Uitgerekend de jongste, de laatst gearriveerde en de enige van alle Clubspelers van Afrikaanse afkomst die rechtstreeks van het zwarte continent kwam. “Hij was,” aldus de coach van Club, “meteen met alles mee.” Intussen werd de targetspits van 1,92 meter topscorer van de seizoensvoorbereiding, volstond in de bekerfinale een invalbeurt om zich de gevaarlijkste aanvaller van de landskampioen te tonen, stond hij op speeldag 1 aan de aftrap en maakte hij zondag op speeldag 2 tegen Eupen zijn eerste competitiegoal.

Bij Casa Sports blijken ze helemaal niet verrast te zijn. “Want bij ons maakte Youssouph dezelfde snelle ontwikkeling door”, zegt Demba Ramata Ndiaye, de sportief directeur die we in het Stade Aline-Sitoe-Diatta in Ziguinchor aan de lijn krijgen.

Leergierig

Badji groeide op in Santhiaba, de wijk die vlak achter het stadion van Casa Sports is gelegen, vertelt Demba Ramata. De generatiegenoot van Tew Mamadou, de vorig jaar overleden Senegalese ex-verdediger van Club Brugge, merkte hem daar op bij de regionale derdeklasser Santhiaba FC. “Wat toen bij Youssouph meteen opviel, was dat hij goed bewoog, de tegenstander belette uit te verdedigen en ook aan de bal heel genereus was. Het was duidelijk een jongen op wie je kon rekenen.”

Krépin Diatta en Youssouph Badji: ze voetbalden allebei op hetzelfde veldje in Senegal, nu vieren ze samen een goal tegen Eupen.
Krépin Diatta en Youssouph Badji: ze voetbalden allebei op hetzelfde veldje in Senegal, nu vieren ze samen een goal tegen Eupen.© BELGA

Maar de integratie bij de eersteklasser verliep niettemin moeilijk. “Doordat het niveau veel hoger lag dan hij gewoon was, door de snelheid van het spel en door de ervaren verdedigers die anticipeerden op al zijn acties. Dan kan je beginnen twijfelen en denken dat je niet goed genoeg bent. We werkten aan zijn positiespel en gaven hem naast de groepstrainingen een individueel programma. Hij deed het werk en nam daarna de rust die nodig was om te kunnen recupereren. Belangrijk voor zijn evolutie is geweest dat hij heel leergierig en ontvankelijk is: hij kan goed luisteren en gaat goed met kritiek om. Hij leerde vooral beter zijn bal af te schermen. Dat liet hem toe om in zijn tweede seizoen een explosieve groei te kennen bij de nationale U20-ploeg. Ik ken geen spits die meer druk op de verdedigers zet dan hij. Zijn zuurstofopnamecapaciteit is fantastisch.”

Speciaal profiel

Youssouf Dabo, coach van de U20 van Senegal, is evenmin verrast. “Omdat het een jongen is met het aanpassingsvermogen om eender waar te spelen”, zegt hij. “Er zijn misschien spelers met meer technische kwaliteiten, maar hij bezit de mentaliteit voor de top. Hij wil absoluut slagen in dit milieu, is zich bewust van wat hij kan en wat hij niet kan en weet hoe hij zijn limieten moet compenseren. Mentaal is hij sterk en fysiek is hij in staat om langdurig veel inspanningen te blijven leveren. Hij is groot én snel, springt hoog, is aanwezig in de duels én is sterk met het hoofd. Dat is veel voor zo’n jonge speler.”

“Maar er zijn in zijn spel ook nog veel dingen te verbeteren. Soms doet hij onnodige inspanningen en is hij daardoor niet scherp genoeg voor doel. Youssouph is een speciaal profiel, iemand die verschillende profielen in zich verenigt. Als hij blijft werken zoals hij bezig is en gespaard blijft van blessures, wordt hij een grote van het Senegalese én mondiale voetbal. Bij de U20 leerde ik hem kennen als iemand die de groepsregels respecteert. Hij kent zijn plaats, maar is allesbehalve timide: hij communiceert makkelijk met de mensen rond zich en plaagt graag zijn ploegmaats.”

Dat bevestigt Demba Ramata ook. “Op relationeel vlak is Youssouph super. Hij doet graag wat hij doet en houdt van het clubleven. Als hij iets niet begrijpt of het met iets niet eens is, zal hij het je zeggen. Maar altijd op een respectvolle manier.”

Straatvoetbal

Het is eigen aan jongens uit de enclave Casamance, het zuidelijke, agrarische deel van Senegal dat van de rest van het land gescheiden is door Gambia, legt hij uit. “Het leven is er keihard en discipline zit in het hart van al wat we doen. Wij zijn grootgebracht met het besef: hoe succesrijk je ook bent, het is niet eeuwig, dus let op en respecteer anderen en jezelf. Zo zijn wij. Zo is Sadio Mané, zo is Krépin Diatta en zo is ook Youssouph Badji.”

Le terrain de Pedro Gomis: het voetbalveld van Santhiaba FC waar zowel Youssouph Badji als Krépin Diatta nog trainden.
Le terrain de Pedro Gomis: het voetbalveld van Santhiaba FC waar zowel Youssouph Badji als Krépin Diatta nog trainden.© Christian Vandenabeele

Net als Diatta groeide Badji op in de zandstraten van de volkswijken van Ziguinchor, de grootste stad van Casamance. “Hier is veel ruimte om te voetballen, het straatvoetbal is bij ons nog echt de basis van onze opleiding”, aldus Demba Ramata. “Je leert er de bal afpakken, de bal afschermen en je aanspeelbaar opstellen. Er is hier ook alleen training voor de jeugd wanneer er geen school is.”

Dat is anders dan in Dakar, de hectische hoofdstad aan de andere kant van het land, benadrukt hij. “Daar krioelt het van de zogezegde voetbalscholen. Kinderen moeten er overdag trainen in plaats van naar school te gaan en te leren lezen en schrijven. Zogezegde makelaars en scouts hopen er die ene op honderd kinderen te vinden die hen veel geld zal opbrengen. Ik noem dat de slavenhandelaars van de sport. Hoe kunnen die kinderen zonder opvoeding en persoonlijke ontwikkeling later voor zichzelf opkomen?” In Casamance heerst een totaal andere cultuur, besluit hij. “Diatta en Badji zijn er het product van. Zij beschikken ook over de persoonlijkheid om te slagen in het leven.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier