Staat de opvolger van King Charles al klaar bij Club Brugge?

Wat na zondag? Wat als het coronaseizoen er helemaal op zit? Hoe ziet de toekomst van Club er dan uit? Staan de opvolgers van ‘King Charles’ De Ketelaere klaar? Worden Ignace Van der Brempt (19), Maxim De Cuyper (20), Youssouph Badji (20) en Daniel Pérez (19) écht ‘the next big thing’?

Je leest het in ons rapport op de volgende bladzijden: succestransfers Bas Dost (31) en Noa Lang (21) én de doorbraak van Odilon Kossounou (20) speelden dit seizoen een belangrijke rol bij Club Brugge. Maar er was natuurlijk ook Charles De Ketelaere (20), die voort ontbolsterde en zowel in de Belgische competitie als Europees zijn stempel drukte. De Bruggeling is pas de derde speler uit de eigen jeugd in tien jaar die basisspeler van het eerste elftal is geworden: alleen Björn Engels (26) en Brandon Mechele (28) deden hem dat voor. CDK is de exponent van de vernieuwde academie van Club, dat de ambitie uitsprak om in 2023/24 de helft van zijn basisploeg uit de eigen opleiding te halen.

Speelminuten

Nieuw dit seizoen was dat de belofteploeg Club NXT in 1B op profniveau mocht meedoen en daar voordeel uit haalde. Voor de atletische rechtsachter Ignace Van der Brempt (19) was het een springplank naar het eerste elftal, waar hij meer dan 500 officiële speelminuten verzamelde en tegen Oud-Heverlee Leuven zijn eerste doelpunt maakte.

Ook Maxim De Cuyper (20) liet zich opmerken in 1B. Verder dan drie korte invalbeurten in het eerste elftal kwam de linksachter dit seizoen evenwel nog niet. Met Eduard Sobol, Frederico Ricca, Stefano Denswil en zelfs Charles De Ketelaere beschikte coach Philippe Clement links achterin dan ook over ruim voldoende mogelijkheden in verschillende spelsystemen. Cruciale vraag voor de komende weken: trekt Club weer een rist versterkingen aan of durft men verder de eigen jeugd kansen geven? In elk geval ontging niemand de intrinsieke klasse van de vaardige linkspoot.

“De Cuyper vind ik echt een groot talent”, zegt ook Peter Van der Veen. De assistent-trainer van Lommel SK is ex-jeugdtrainer bij onder meer Ajax en ex-KNVB-coach van U17, U18, U19 en U20. Hij kent het belang voor de talentontwikkeling van de belofteploegen van Ajax, AZ, PSV en Utrecht in de Nederlandse tweede klasse als geen ander. “Als die jongen volgend seizoen nog niet aan spelen toekomt in het eerste elftal van Club Brugge, zou het goed zijn om hem te verhuren aan een 1A-club waar dat wel kan. Zodat zijn fysieke en mentale hardheid daar verder getraind kan worden. Ook nog eens dertig wedstrijden op dat niveau in de benen kan hem helpen om daarna bij Club Brugge drie keer in de week te spelen. Voor zo’n jongen is dat ontzettend belangrijk.”

Wet van het topvoetbal

1B noemt hij een fantastische gelegenheid voor jonge spelers. “Dat zie je aan die jongens van Club: die maakten een fantastisch goeie ontwikkeling door. Als De Cuyper tegen onze Marlos Moreno een foutje maakt, dan ligt die bal erin. Dat is de wet van het topvoetbal: maak je fouten, dan worden die afgestraft. Iets beters voor je ontwikkeling is er niet dan daar dertig keer op een seizoen mee geconfronteerd te worden.” Hij vindt het niveau van 1B zelfs hoger dan de Nederlandse tweede klasse. “Deze reeks is echt heel uitdagend én tactisch interessant. Tegenstanders worden goed bestudeerd en er is variatie in de spelhervattingen. Een hele goeie leerschool voor jonge profs!”

Toch wordt het experiment afgevoerd. In plaats van méér belofteploegen van topclubs in 1B zullen het er volgend seizoen géén meer zijn. Dat betekent dat beloften weer in de beloftecompetitie zullen moeten spelen. Terwijl jongens die al met de A-kern trainen en in 1B al op profniveau meedraaiden, zoals zeker De Cuyper en Van der Brempt, maar ook Thomas Van den Keybus (20), Cisse Sandra (17) en Noah Mbamba (16) dat niveau al ontstegen zijn. Voor hen is dat niet meer de best mogelijke uitdaging om de best mogelijke evolutie te kunnen maken.

“Trainen met de eerste ploeg is belangrijk, maar om je verder te kunnen ontwikkelen, is het ook noodzakelijk om jonge spelers wedstrijden met de juiste uitdaging te kunnen bieden”, zegt Sven Vermant, ex-beloftetrainer van Club van wie de zoon Romeo (17) in januari debuteerde bij Club NXT. “Als je jongens als Van der Brempt en De Cuyper niet de geschikte uitdaging kunt bieden, omdat je ze nog niet klaar vindt om voldoende te spelen in het eerste elftal, moet je praten over verhuren. Maar het best voor de integratie in het eerste elftal is toch dat je ze in de club kunt houden. Want als je ze verhuurt, geef je hun verdere ontwikkeling uit handen. Bovendien moet je dan andere spelers in hun plaats aantrekken.”

Gigantische stap

En hoeveel eigen jeugdspelers breken er na een uitleenbeurt nog door? De voorbije tien jaar slaagde er daar maar één in: Brandon Mechele werd na een verhuur aan Sint-Truiden alsnog vaste basisspeler bij Club. “De stap van de beloften naar het eerste elftal is gigantisch en voor de meesten veel te groot om daar in die omstandigheden al meteen te kunnen presteren”, aldus Vermant.

“Ook omdat de belofteploegen in de beloftecompetitie almaar jonger worden en sommige jongens gewoon wat meer tijd nodig hebben dan bijvoorbeeld een De Ketelaere om klaar te zijn voor het eerste elftal. Daarom is die tussenstap eigenlijk voor elke club noodzakelijk. Is die er niet, dan is dat de missing link in talentontwikkeling en doorstroming naar het eerste elftal. Bij Club stelt zich volgend seizoen in de eerste plaats de moeilijkheid: kunnen we jongens als Van der Brempt en De Cuyper voldoende speelkansen bieden in het eerste elftal om hen verder te laten ontwikkelen? Maar als Mbamba, Van den Keybus en Sandra moeten terugvallen naar de beloftecompetitie is het verdwijnen van Club NXT ook voor hen een groot gemis. Laat ons in elk geval hopen dat dit een overgangsjaar wordt en dat er daarna in 1B wel plaats is voor U23-teams van 1A-clubs.”