

Sinds de 0 op 6 van Zulte Waregem tegen Waasland-Beveren en Lommel is in 1B de spanning in de strijd om de promotie weer hoog opgelaaid. Maar coach Sven Vandenbroeck staat stevig in zijn schoenen. “De druk is hier tien keer minder groot dan in Afrika”, zegt hij. “Als ik bij Wydad een wedstrijd verloor, kreeg ik op Instagram 2000 berichten. Niet alleen over wie ik had moeten opstellen, maar ook over wat ze mijn moeder, mijn vrouw en mijn kinderen zouden aandoen.”
Acht jaar geleden spraken we Sven Vandenbroeck (45) in Limbe, hartje Afrika, toen hij bij Kameroen assistent was van bondscoach Hugo Broos, maar dat was in heel andere omstandigheden. Zo moest het veel te hoge gras van het oefenveld er gemaaid worden met een grasmachientje voor kleine tuintjes en viel de spelersbus soms in panne. “Inderdaad”, beaamt hij met een glimlach en de blik op de gave velden van Oefencomplex Zulte Waregem. “Toen ik hier voor het eerst kwam, dacht ik: wauw.”
Na het winnen van de Africa Cup ging de Vlaams-Brabander in 2018 zijn eigen weg tenslotte was hij altijd al een leider geweest: bij KV Mechelen was hij als klaarkijkende verdedigende middenvelder al op zijn achttiende viceaanvoerder en vier jaar later behaalde hij zijn eerste trainersdiploma. Eerst werd hij bondscoach van Zambia en daarna was hij als clubcoach actief in Tanzania, Marokko, Saudi-Arabië en Algerije. In februari van vorig jaar haalde het noodlijdende Lierse hem terug naar België en daar deed hij het zo goed dat Zulte Waregem na het seizoen gebruik maakte van een afkoopclausule in zijn contract om hem over te nemen.
“We hebben het hele jaar bewust het woordje ‘moeten’ niet gebruikt, omdat we wíllen. Moeten is een rugzak”
In de Elindus Arena is zijn opdracht duidelijk: de club terugbrengen naar de hoogste klasse. Dat betekent: bij de eerste twee eindigen. Na een reeks van 30 op 36 leek Vandenbroeck met Essevee op weg naar de titel. Maar na opeenvolgende nederlagen tegen SK Beveren en Lommel moesten ze hun leidersplaats afstaan aan RWDM én was La Louvière genaderd tot op twee punten, zij het met een wedstrijd meer gespeeld. Voor de rust in Waregem was de overwinning zaterdag in Francs Borains dan ook zeer welgekomen. Daar had de coach zelf vooraf overigens alle vertrouwen in. “In een seizoen heb je altijd wel een dip en van de top drie zijn wij de laatste die die dip heeft”, zei hij. “Molenbeek had die in november en La Louvière in januari. Voor ons voelt het zwaarder aan omdat we een voorsprong hadden opgebouwd en er links en rechts zelfs al aan het uitrekenen waren op welke speeldag we zeker zouden zijn van de promotie. Maar ik hoor dat in vergelijking met de voorgaande jaren deze club wel rustig is gebleven. Dat apprecieer ik enorm.”
Waaraan wijt je de dip? Blessures van Vossen, Lemoine en Tanghe, het vertrek van Machado en de wintertransfers Simons en Hedl die er nog niet klaar voor zijn?
“Ook slechte velden speelden een rol, waardoor we ons technisch vermogen niet konden verzilveren; En als je drie cruciale spelers moet missen, moeten jongens die je in de winter haalde om hen op middellange termijn te brengen het meteen gaan doen. Misschien zijn enkele jongens ook wat minder in vorm dan voor nieuwjaar. Van Erenbjerg, die uit de Deense derde klasse komt, en Opuku, van wie het zijn eerste jaar in Europa is, weet je dat dit kan gebeuren. Maar Tanghe is al terug en Jelle binnenkort ook, dus gaan we na de FIFA-break hopelijk toch op ons sterkst de laatste rechte lijn in.”
Zie je spelers die onder de druk beginnen te twijfelen?
“Misschien waren er die eerder de neiging hadden om het te willen forceren, maar ik zag nog niets verontrustends. Hierbinnen is de druk ook niet zo groot, het is meer de stemming hierbuiten die daarvoor zorgt. Begin dit seizoen was die negatief, maar daarna is die gedraaid naar heel positief. Terwijl het na de nederlaag tegen Lommel weer naar het andere extreme toeging: Oei, oei, het gaat toch niet weer zijn zoals vorig seizoen?”
Hoe is het voor jou werken onder een eigenaar die al een fortuin in de club investeerde en een ceo, zijn zoon, die amper 22 jaar is?
“Met de eigenaar zelf heb ik weinig contact. Met zijn zoon verliep het in het begin wat stroef omdat hij nog wat zijn weg moest zoeken, maar ik vind hem intussen enorm gegroeid. Ik vind het best aangenaam werken met hem. Het meeste contact heb ik met Davy de Fauw en Niels Leroy, ons technisch comité. Met ons vieren hebben we vanaf het begin van het seizoen alles goed gekaderd, toen het goed ging en ook wanneer de resultaten wat minder zijn. Dat is onze sterkte, net als de samenhorigheid onder de spelers. Misschien zijn ze soms wat te braaf. We hebben het hele jaar bewust het woordje ‘moeten’ niet gebruikt, omdat we wíllen. We wíllen winnen en we wíllen promoveren. ‘Willen’ is goesting, het genereert energie. ‘Moeten’ is een rugzak.”

Zagen we jou tegen Lommel niet meer klagen tegen de scheidsrechter dan gewoonlijk?
“Ik vind het gemiddelde niveau van de scheidsrechters in 1B veel te laag. Tegen Lommel heb ik mij twintig minuten kwaad gemaakt, maar dan ben ik ermee gestopt. Want anders dreig je het overzicht te verliezen en slechte beslissingen te nemen. Ik heb veel geleerd van te zien hoe Hugo Broos in Kameroen omging met wat er allemaal fout liep. In Afrika had ik elke dag een probleem en als je je dan elke keer lastig maakt, wordt de werksfeer negatief en gaat iedereen je voor een slechterik of een zwartkijker aanzien. Je merkt zelf dat je rustig moet zijn. Zo heb ik leren loslaten.”
Wat heb je hier geleerd?
“Delegeren. In het begin was dat een beetje moeilijk, omdat ik zo lang in een situatie had gezeten waarin ik het voor negentig procent zelf moest doen. Terwijl ik hier over een staf beschik die ook zijn kwaliteiten heeft en spelers denken hier ook veel meer mee. Afrikaanse spelers kon je gewoon iets opleggen, hier moet je het op een andere manier overbrengen, uitdagender, en hen soms ook meerdere oplossingen aanbieden. Voor de rest speelde ik in Afrika ook aan de top en is de druk van buitenaf hier tien keer minder groot dan daar. Als ik bij Wydad, in Marokko, een wedstrijd verloor, kreeg ik op Instagram 2000 berichten; en die gingen niet alleen over wie ik had moeten opstellen, maar ook over wat ze mijn moeder, mijn vrouw en mijn kinderen gingen aandoen.”
Kreeg je intussen al aanbiedingen uit 1A?
“Er is af en toe wel al eens gevraagd ‘Zou u dat interesseren?’ of ‘Zou dat kunnen?’ maar er is nog nergens concreet contact geweest. Dat hoeft ook niet. Ik had dat toch afgewezen, omdat ik vanuit 1B zelf met een ploeg naar 1A wil promoveren.”
Op de laatste speeldag thuis tegen Molenbeek de titel pakken: is dat jouw ideale scenario?
“Mochten we dan alle twee zeker zijn van de promotie, dan zou het enorm mooi zijn om hier thuis uit te maken wie na een spannend seizoen kampioen mag zijn.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier