Essevee staat op kop in 1B en dat is een logisch gevolg na zes opeenvolgende zeges. Afgelopen weekend werd met Patro een rechtstreekse concurrent opzijgezet. Doelman Ennio van der Gouw bewijst zijn waarde als betrouwbaar sluitstuk. “Vorig seizoen was er een om snel te vergeten. Het is leuk om nu beslissend te kunnen zijn.”
Ennio, hoe gaat het met jou?
“Op dit moment absoluut top. We hebben gewonnen tegen een rechtstreekse concurrent, ik heb er een clean sheet bij en leider RWDM heeft verloren. Het leven ziet er heel rooskleurig uit. (lacht)”
Hoe analyseer je die met 0-1 gewonnen wedstrijd bij Patro?
“We wisten hoe Patro het zou aanpakken. Dit was misschien de lastigste uitwedstrijd van het seizoen. Ze voetballen heel fysiek met lange ballen en veel duels. Wij willen opbouwen van achteruit, met aanvallend en mooi voetbal. Tegen zo’n tegenstander is dat lastig. Het veld was slecht en zij stonden georganiseerd. Het was moeilijk om kansen te creëren en gelukkig scoorden we die 0-1. Dan was het zaak om de wedstrijd dood te maken.”
Jullie schoten maar twee keer op doel, maar speelden die match zeer volwassen uit.
“Twee schoten op doel, dat kan ook genoeg zijn, hè. (lacht) Onze selectie is jonger dan vorig seizoen. Maar we spelen volwassen en wegen tot nu toe de risico’s goed af. Ik denk dat dat onze kracht is geworden: we zijn een hecht team. Het klinkt cliché, maar als je succes wil behalen – en vooral in dit soort wedstrijden – is dat heel belangrijk. De volledige tweede helft voelde aan als minuut 90. Zij pompten de ballen erin en elke verre inworp leek op een hoekschop. Op mentaliteit hebben we dat heel goed gedaan.”
Die groepssfeer lijkt een héél belangrijke pijler. Jullie kaarten samen na training?
“Er zijn geen groepjes of kliekjes. Iedereen betrekt elkaar en kan goed om met elkaar. Hier en daar kan er een dolletje af. De sfeer is goed en de resultaten helpen daar alleen maar bij. Dat hangt samen, hè.”
Hoe leuk is het voor jou als doelman om je steentje bij te dragen met cruciale reddingen, ik denk maar aan Club NXT…
“Dat is heel fijn. De manier waarop we spelen, bevalt me heel goed. Ik ben een moderne keeper, zoals ze dat noemen. Ik voetbal graag mee, al blijft hoofdtaak natuurlijk ballen pakken. De defensie en het team staan goed. Neem nu Willen en Tanghe, ze spreken dezelfde taal en kennen elkaar al langer. Als keeper coach je voortdurend, maar ik moet alleen maar kleine aanwijzingen geven, geen fundamentele dingen.”
Je pakte je tweede clean sheet, en dat tegen Patro met de beste aanval uit de reeks.
“Het is niet dat ik daar vooraf mee bezig ben of de tegenstander veel of weinig scoort. Maar het doet wel deugd om de nul te houden tegen een rechtstreekse concurrent. Patro had nog niet verloren, hè. Onze vorige tegenstanders staan niet bovenaan het klassement. Het is een bevestiging om het te laten zien tegen een ander topteam. Het was kijken: gaan we aanklampen of gaan we echt meedoen. Vorig jaar wonnen voornamelijk op verplaatsing. Nu hebben we het thuis omgedraaid en halen we punten voor eigen volk.”
“Als ik niet op mijn taal moet letten, kan ik het gerust omschrijven als een kutjaar”
Vorig seizoen kwam je aan bij Zulte Waregem, maar je moest afrekenen met blessureleed. Wat is er allemaal gebeurd?
“Als ik niet op mijn taal moet letten, kan ik het gerust omschrijven als een kutjaar. Het was een grote verandering in mijn leven, want ik trok voor het eerst naar het buitenland. Ik was gekomen met de gedachte om te spelen. Maar ik miste de voorbereiding door een kwetsuur. Ik vocht terug en kwam uiteindelijk onder de lat te staan. Toen sloeg het noodlot toe en scheurde ik de enkelband.”
Dat moet mentaal hard geweest zijn?
“Zeker. Ik dacht bij mezelf: ik kan nu gaan mompelen en moeilijk doen. Ik mag er me kut over voelen, maar ik kon de situatie niet veranderen. Ik was nog nooit drie maanden out geweest. Het doel was om zo sterk mogelijk terug te komen. Ik hoopte dat ik genoeg krediet had opgebouwd, maar dat was helaas niet het geval. Ik belandde op de bank. Toen kreeg ik het mentaal heel lastig. Want je zit in het buitenland, in je bubbeltje, ver weg van familie en vrienden. Je gaat minder fijn naar de training en thuis zit je alleen. Ik sprak onlangs mijn moeder nog en die zei: Na regen komt zonneschijn. Het leven bestaat uit pieken en dalen. Maar als je de dalen niet meemaakt, voelen de pieken ook niet meer aan als pieken. Ik vond dat mooi gezegd.”
Je startte aan het seizoen met drie volwaardige doelmannen die als eerste keeper konden uitgespeeld worden met De Wolf, Bostyn en jezelf. De Wolf vertrok naar KV Mechelen.
“Dat was gewoon lastig. Je krijgt dan een andere verhouding op training. Alle drie de keepers willen spelen. Jongere doelmannen kunnen zich misschien wat meer schikken in de rol van reservespeler. Maar als je zelf het gevoel hebt van ik moet spelen, dan wordt het lastig op de bank. En al helemaal als je twee van die doelmannen hebt…”
Bostyn is nu tweede doelman, verwacht je dat hij tegen Dender in de beker weer mag spelen, zoals in de eerste ronde?
“Er is nog niet over gesproken. Natuurlijk wil ik alles spelen en zeker tegen de betere ploegen. Maar als de situatie omgekeerd zou zijn, zou ik ook verwachten dat ik zou starten in de beker. Ik kan er me zeker in vinden, hoor. Ik hoop dat Louis het goed doet, want dan komen wij verder in de bekercompetitie en dat is beter voor iedereen.”
Terug naar de competitie: eerst Francs Borains, dan de beker tegen Dender, dan naar RWDM én de komst van La Louvière. Het wordt druk.
“Tegen Francs Borains verloren vorig seizoen twee keer, dus we hebben iets recht te zetten. We zitten in de goede flow, een druk programma is misschien zelfs een voordeel. Er zit ook kwaliteit op de bank. En binnenkort komt Machado er weer bij. Op dat vlak staan we sterk.”
Jullie staan op kop, of verandert dat weinig?
“Ik denk dat iedereen ons voor de start al als een van de favorieten zag. In het begin van het seizoen hadden we nog niet alles op een rijtje. Dat zag je: we verloren en speelden gelijk. Nu wonnen we zes keer op rij. Onze tegenstanders zullen een plan van aanpak hebben, maar ik denk: kom maar op. Een groot verschil met vorig jaar – en daarmee wil ik niemand kritisch aanvallen – is dat er heel veel duidelijkheid is. We trainen veel op automatismen en dat zijn soms niet de leukste oefeningen. Maar je ziet er veel van terug tijdens de wedstrijden. Dan is dat helemaal niet erg en weet je waarvoor het dient.” (Jochen Coorevits)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier