In de Jupiler Pro League zijn we ondertussen toe aan de derde speeldag, maar vrijdagavond wordt ook een nieuw seizoen in de Challenger Pro League op gang getrapt. Met Club NXT en degradanten Zulte Waregem en KV Oostende telt onze tweede klasse dit seizoen drie West-Vlaamse clubs. Al mikken die laatste twee na de degradatie van vorig seizoen meteen weer op promotie. Wij hielden daarom de vinger aan de pols bij hun coaches Frederik D’Hollander en Stijn Vreven.
Zulte Waregem
1. Hoeveel is het van moeten, hoe groot is het geloof en voor hoeveel druk zorgt dat?
“We steken niet onder stoelen of banken dat we willen promoveren. Het omgekeerde beweren, zou belachelijk zijn Ik heb die ambitie ook vanaf de eerste training uitgesproken. Dat het competitieformat (waarbij zelfs de derde van het klassement dankzij de promotieplay-offs nog kans maakt om te promoveren, red.) in dat opzicht in ons voordeel spreekt, wil ik evenwel niet gezegd hebben. Meer zelfs: met die derde plek hou ik geen rekening. Het gaat ons enkel om die eerste twee plekken. Op dit moment zijn we nog wel aan het bouwen, maar desalniettemin willen we goed starten. We merken dat het enorm leeft binnen de club en bij de supporters, dat zie je onder meer aan de abonnementenverkoop. Het is nu aan ons om te zorgen dat we op die positieve flow kunnen blijven surfen door vanaf de eerste speeldag resultaten te boeken.”
2. Wie zien jullie als jullie grootste concurrenten?
“Daarbij kijk ik in de eerste plaats vooral naar ex-eersteklassers als SK Beveren en KV Oostende, maar evengoed naar Lommel, aangezien zij serieus geïnvesteerd hebben. Als je een miljoen euro kan betalen voor Dries Wouters, dan beschik je wel over de nodige middelen. Lommel heeft ook het voordeel dat het de competitie kent. Ik ben er dan ook van overtuigd dat promoveren niet zo gemakkelijk zal zijn als de buitenwereld denkt. Ook een ploeg als Deinze toont bijvoorbeeld ambitie, terwijl de belofteploegen ongetwijfeld een grote stap vooruit gezet hebben in vergelijking met de start van vorig seizoen.”
“Wij willen promoveren. Het omgekeerde beweren zou belachelijk zijn” Frederik D’Hollander, trainer SV Zulte Waregem
3. Wat zijn jullie grootste troeven?
“Ik zou niet zeggen dat het bij ons van bepaalde spelers zal moeten komen, want we zullen in de eerste plaats een sterk collectief moeten hebben. Veel ploegen zullen tegen ons met een compact blok spelen, waardoor het zaak zal worden om die blokken als team open te breken. Als we te individueel zullen zijn, zullen we er niet doorgeraken. We hebben alleszins veel troeven. We hebben snelheid met jongens als Abdoulaye Traoré en Alioune Ndour, maar evengoed technische kwaliteiten en jongens met een uitstekende traptechniek. Uiteraard beschikken we ook nog steeds over pakken ervaring met jongens als Jelle Vossen en Ruud Vormer. Van de sterkhouders zijn we op dit moment enkel Alieu Fadera verloren. Dat is een signaal dat we ambitie hebben. Anderzijds waren er vorig jaar ook wel wat mankementen aan dat team. Die proberen we nu op te vullen. Natuurlijk kan er nog veel veranderen in de komende weken, maar ik durf te stellen dat we dit seizoen een beter uitgebalanceerd team zullen hebben dan vorig jaar.”
4. Wat zijn voor jullie de grootste valkuilen?
“Dat we ons geduld verliezen. We zullen geduldig moeten zijn. Zowel in een wedstrijd, maar ook in de long run. Dat slaat op iedereen: de spelersgroep, het bestuur, de suppporters. Onze ambitie is wat ze is, maar uiteraard kan het gebeuren dat we eens een minder moment of een mindere reeks hebben. Dan wordt het zaak van rustig te blijven. Te meer omdat we aan het bouwen zijn, ook al naar volgend seizoen toe. We hopen immers iets op poten te zetten op de lange termijn. Daarnaast zullen we ook moeten leren om ons als ploeg snel over frustraties te zetten. Zo is er in 1B bijvoorbeeld geen VAR en zullen we niet kunnen stilstaan bij discutabele fases, wat aanpassen wordt.”
5. Vier nederlagen, één gelijkspel, twee zeges. Tevreden met de voorbereiding?
“Goh, ik kijk door die resultaten. We krijgen vijftien goals tegen, maar kijk naar de tegenstanders: tegen Genk kregen we er drie tegen, tegen Gent vier, maar tegen Club Brugge hielden we wel de nul. Daarnaast speelden we soms ook matchen van vier keer 30 minuten, wat een vertekend beeld geeft. Uiteindelijk dienen die matchen enkel en alleen maar om klaar te geraken voor de competitiestart. Dat we veel goals slikten, krijgen we er wel uit. Het belangrijkste is dat we elke week stappen gezet hebben.” (TM)
KV Oostende
1. Hoeveel is het van moeten, hoe groot is het geloof en voor hoeveel druk zorgt dat?
“Winnen moet de standaard zijn, verliezen aanvoelen als een teleurstelling. Dat probeer ik er ook tijdens de trainingen in te slijpen door competitieve elementen toe te voegen. We zullen niet alleen puur op kwaliteit moeten weten te winnen, maar ook alternatieve knoppen moeten vinden om matchen naar ons toe te trekken, zoals enthousiasme, drive en vechtlust. Druk zal er altijd zijn, of het nu tegen Beveren, Lommel of Francs Borains is. Wij willen meedoen voor de prijzen en zo hoog mogelijk eindigen. Ik kan leven met een vierde plaats als dat het maximum zou zijn. Maar tegelijk: wie vierde wordt, kan ook derde eindigen.”
2. Wie zien jullie als jullie grootste concurrenten en waarom?
“Ik denk dat tweede klasse een vrij open competitie is met veel teams die aan elkaar gewaagd zijn. Velen tippen Zulte Waregem, Lommel en Beveren als promotiekandidaten. Bijvoorbeeld: Zulte legt gasten als Vormer en Vossen niet zomaar langer vast, en Lommel en Beveren hebben uitgesproken eigenaars. Maar er liggen nog andere teams op vinkenslag. Met transfers alleen haal je het niet, je moet over verschillende plannen beschikken om een wedstrijd te doen kantelen in je voordeel. We zullen het hen moeilijk maken, dat zijn we ook aan onze trouwe fans verplicht. Ik laat me verder niet uit over de tegenstanders, we moeten vooral naar onszelf kijken en uitgaan van onze eigen kwaliteit en sterktes.”
“Ik kan leven met een vierde plaats als dat het maximum zou zijn” Stijn Vreven, trainer KV Oostende
3. Wat zijn jullie grootste troeven?
“Het collectief. We hebben ons gericht versterkt met doelmannen Bossin en Gabriël, en verdedigers Vinck, Laes en Van Daele. Met de spelers die er al waren, beschikken we over jongens met een actie in huis, enkele stevige kerels en ervaren spelers. Aangevuld met jonge talenten zie ik een mooie mix aan spelers en een kern die, op enkele extra opties na, in balans is. Ik ben ook opgetogen over onze transferpolitiek: Belgische en gretige jonge spelers die zich op een hoog niveau willen bewijzen. Gasten die het shirt nat willen maken. Ik zie een zeer gretige en hongerige kern, iedereen smijt zich. Let wel: we kunnen nog versterking gebruiken, vooral op het middenveld en in de aanval. Ons huiswerk is nog niet af.”
4. Wat zijn voor jullie de grootste valkuilen?
“We moeten vooral bescheiden zijn. Het is niet omdat we net uit eerste klasse komen, dat we hoog van de toren moeten blazen. Integendeel. Nuchterheid moet de boodschap zijn. We mogen geen enkele club onderschatten noch de promovendi stiefmoederlijk gaan benaderen. De focus continu behouden: dat zal dus een zeer belangrijk aspect worden. Élk team in tweede klasse is een verraderlijke klant. Dat maakt deze competitie zo speciaal.”
5. Hoe belangrijk is het lokale verhaal na de vele verschuivingen voor en achter de schermen?
“We leveren een inspanning om de fans terug voor ons te winnen. Daar lag ook de focus op tijdens de voorbereiding met oefenmatchen in de dichte regio, zoals tegen Oudenburg, Bredene, Ichtegem en op het veld van Oudenburg tegen Union. Ook de aanstelling van lokale assistenten (onder meer Bataille en Jonckheere, red.) is een surplus bovenop hun voetbalkennis en -kunde. De band met de achterban was helaas wat vertroebeld, maar daar werken we aan. Kijk maar naar het aantal abonnees: dat gaat richting de 2.300stuks, wat veel is gezien we er vorig jaar evenveel hadden. Er was een mooie supportersdag met een leuk duel tegen Almere (2-2, red.) en sportief directeur Nils Vanneste nam de tijd om de vragen van de fans te beantwoorden. Maar finaal moet het op het veld gebeuren: mensen willen resultaat zien. Maar een positieve sfeer naast het veld, kan ook van belang zijn óp het veld – en omgekeerd.” (TVA)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier