Het is sowieso al een opmerkelijk verhaal: een jongen uit Dadizele die Club Brugge laat staan om bij Squadra Moeskroen te gaan zaalvoetballen. En met succes, want dit seizoen speelt de vorige maand pas 14 geworden Loïc De Smet daar zowaar al mee met de U21. “Ik kies voor de ploeg waar ik mij het best kan ontwikkelen”, zegt hij. “In futsal wordt er collectiever en sneller gespeeld.”
Het gezin woonde jarenlang in Izegem, waar Loïc (14) en zijn zus Gaëlle (11) nog naar school gaan en waar moeder Isabelle Maresceau les geeft in basisschool De Stadsparel, maar verhuisde in 2019 naar Dadizele. Vader Andy De Smet, leraar in het VTI Menen, werkte als spelers- en wedstrijdanalist onder meer voor Everton FC en de Rode Duivels. Ook zijn twee oudere zonen uit zijn eerste huwelijk groeiden op met een voetbal, maar Loïc is de enige die zaalvoetbalt.
Collectief denken
“Toen Loïc vier, vijf jaar was en bij SV Roeselare begon te voetballen, zag je dat hij atypisch was”, vertelt Andy. “Als hij de bal kreeg, was het eerste wat hij deed, kijken wie hij kon aanspelen. Hij dacht toen al collectief, terwijl het motto op die leeftijd ‘ik en de bal’ is. Ik heb daar toen eens over gesproken met Thomas Caers van de Essevee Soccer School en hij zei dat Loïc zich beter zou ontwikkelen als hij het veldvoetbal met futsal zou combineren. Daarom heb ik Loïc toen aangesloten bij Squadra Moeskroen. Die combinatie ging goed, tot bij SV Roeselare jeugdverantwoordelijke Tom Colpaert vertrok en de jeugddirectie die combinatie niet meer zag zitten. Datzelfde overkwam ons na vier seizoenen bij Club Brugge: na de dood van Yves Faelens paste die combinatie niet meer in het plaatje van zijn opvolger en zijn we vertrokken.”
Sindsdien kiest Loïc voluit voor futsal én met succes.
Loïc: “Omdat het op die leeftijd in het buitenvoetbal meer dribbelen, lopen en schieten was. In futsal wordt er collectiever gespeeld en ik voelde dat ik daar beter op aansloot, ook omdat Squadra een heel familiale club is.”
Andy: “Ondanks de taal-, cultuur- en leeftijdsbarrière zagen we hem er heel snel evolueren. Qua snelheid van uitvoering is futsal een meerwaarde en dat maakt het als opleiding heel interessant. In tegenstelling tot in minivoetbal wordt er ook best hard, viriel gespeeld. Dat Loïc als dertienjarige al met de U21 mocht meespelen, is niet omdat hij sneller kan lopen of beter kan dribbelen dan anderen, maar puur omdat hij weinig of geen ballen verliest. Hij speelt slim en sec en komt daardoor zelden in een fysiek duel terecht.”
Loïc: “Omdat er sneller gespeeld wordt, moet ik sneller denken; en omdat ik tegenover fysiek sterkere spelers sta, moet ik uit het duel spelen. Dit is het seizoen waarin ik al het meest heb bijgeleerd.”
Dé vraag is: blijft Loïc zaalvoetballen of ligt zijn ambitie in het veldvoetbal?
Andy: “Toen twee jaar geleden bij Club Brugge de combinatie niet meer mogelijk was, zei Loïc: ‘Ik wil later prof worden, maar op een andere manier.’ Wij laten hem de keuze.”
Loïc: “Mijn grote droom blijft profvoetballer worden en daar zal ik alles voor doen, maar momenteel ligt mijn focus niet op de toekomst. Ik kies nu voor waar ik mij het best kan ontwikkelen.”
Andy: “Op dit moment zit hij in een luxesituatie: hij amuseert zich en ontwikkelt zich uitstekend. Er zijn mensen die mij zeggen: ‘Wanneer hij zestien is, moet je hem in het buitenvoetbal steken.’ Maar ik denk dat er in dit verhaal niets van moeten is. Stel dat een club ons een plan voorlegt, dan is de vraag: gaan we erover nadenken of niet? Zolang dat er niet is, moet Loïc zich geen zorgen maken, want qua opleiding kan hij nergens beter zijn. Ik zou ook niet durven zeggen dat er in het veldvoetbal intensiever gewerkt wordt. Loïc traint bij Squadra drie keer per week, speelt de vrijdag met de U21 en de zondag met de U17 én er wordt aan veel buitenlandse tornooien deelgenomen. De explosiviteit die er in futsal gevraagd wordt, ligt zeer hoog, dus word je er ook fysiek serieus geprikkeld.”
Dit gaat niet ten koste van zijn resultaten op de Prizma Middenschool in Izegem?
Andy: “Neen, zeker niet. Loïc zit in het tweede jaar Latijn en haalt uitstekende resultaten.”
Loïc: “Ik heb voor Latijn gekozen omdat ik heel competitief ben en iets moeilijks waar ik meer voor moet doen verkies boven iets gemakkelijks waar ik niets voor hoef te doen. Mocht het niet lukken om profvoetballer te worden, dan wil ik zeker een goeie job hebben en in deze richting blijven alle opties mogelijk.”
Vanavond staat hij dus in het Tolhuis in Gent in de finale van de beker van België tegen RSC Anderlecht. Wie gaat er winnen?
Loïc: “Ik denk dat de kansen gelijk zijn. In de eerste match van het seizoen verloren wij met 1-2. Het was gelijk opgaand, maar toen speelden wij als ploeg nog niet zo goed samen als nu. In de terugmatch werd het 1-1 en vond ik ons beter.”
Andy: “Nu doen er bij jullie wel drie jeugdinternationals van de eerste ploeg mee.”
Loïc: “En bij Anderlecht?”
Andy: “Daar is er maar een speler van de eerste ploeg die nog met de beloften mag meedoen.”
Loïc: “Dat vergroot wel onze winstkansen. Ook omdat Anderlecht in de competitie fysiek sterker was dan wij en deze drie jongens die afzakken van bij de eerste ploeg ons fysiek sterker maken. In elk geval zal ik elke minuut die ik op het veld sta alles geven!”
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier