Ze hadden bij SK Roeselare net na het verstrijken van de competitie nog een verrassing in petto. Niet huidig trainer Dieter Lauwers, maar wel Lieven Gevaert (48) – het brein achter de successen van voormalig reeksgenoot Dikkelvenne – moet de wit-zwarten na het verlof zonder al te veel problemen door de eerste afdeling loodsen.
“Ze waren bij Roeselare op zoek naar iets anders en voor mij is dit een mooie kans”, geeft de jongste van de twee Gevaert-trainers – broer David is aan de slag bij Merelbeke, dat straks net als de Schiervelde-boys in de hoogste amateurklasse uitkomt – een woordje uitleg bij zijn overstap. “Ik had mij na het einde bij Dikkelvenne nochtans voorgenomen om mijn tijd te nemen om een nieuwe ploeg te vinden, maar toen Roeselare kwam aankloppen, is het plots snel gegaan. Het plaatje klopt. Waarom dan wachten?”
“Deze club spreekt iedereen aan. De factor Patrick Rotsaert? We zijn, nadat we het bij Mandel United goed met elkaar konden vinden, altijd contact blijven houden. Meer moet je daar niet achter zoeken. Ook Jasper Beyens, Daan Debouver, Michiel Clyncke en Henri Van Marcke ken ik trouwens nog van toen.”
“Het plaatje klopt, waarom dan wachten?”
“Mijn tijd bij Dikkelvenne? Het nieuws dat ze het in de nationale reeksen voor bekeken houden, is hard aangekomen”, geeft Gevaert toe. “Ik ben trots dat we er ondanks dat alles toch nog in geslaagd zijn om vooraan te eindigen. Het siert de spelers en de club, die alle verplichtingen is nagekomen, dat ze er zijn blijven voor gaan. Ik begrijp dat er voorwaarden nodig zijn, maar als je ziet dat nu bijvoorbeeld zelfs de nummer zeven (Jong Zulte, red.) in de eindronde zit omdat er bijna geen enkele club kan of wil promoveren, dan heb ik het daar, als je alleen naar het sportieve kijkt, als liefhebber moeilijk mee.”
“Bij Roeselare blijven bijna alle jongens waar ik vorig jaar met Dikkelvenne tegen speelde op post. Op misschien nog een opportuniteit na ligt onze kern voor volgend seizoen normaal gezien zo goed als vast.”
“Waar de supporters zich mogen aan verwachten? Ik hou ervan om hoog te pressen en om de bal zo ver mogelijk op de helft van de tegenstander te veroveren. In de mate van het mogelijke, natuurlijk. Ten koste van alles altijd vol voor het offensief kiezen, daar win je geen wedstrijden mee”, besluit de nieuwe T1.