Danniël Bernaert was deze week eregast op het Gala van de Gouden Schoen omdat hij maar liefst 50 jaar als scheidsrechter aan de slag is. De Lekenaar kreeg de voorbije dagen vanuit alle hoeken enorm veel media-aandacht, maar is daar intussen al wat van bekomen. “Het was een prachtige week. Fantastisch om al die erkenning te krijgen.”
“De huldiging was een hele belevenis”, blikt Danniël nog even terug. “Om als scheidsrechter uit het verre West-Vlaanderen uitgenodigd te worden op de Gouden Schoen, om op de rode loper te mogen staan… Het was een dag om nooit meer te vergeten. Ik moet toegeven dat ik in het begin wat zenuwachtig was, maar eens ik er was, ging het beter met de zenuwen.”
Minstens 3.000 matchen
Danniël begon op zijn 22ste te fluiten. “In mijn jonge jaren heb ik zelfs nochtans niet veel gevoetbald, maar via mijn schoonbroer ben ik erin gerold. Hij was als voetballer bij Gistel aan de slag toen hij me vroeg om samen een scheidsrechterscursus te volgen. 50 jaar later ben ik nog steeds scheidsrechter, maar mijn schoonbroer is al gestopt”, lacht Danniël.
“Ik heb niet geteld hoeveel matchen ik al gefloten heb, maar dat zijn er intussen minstens 3.000. Ik heb nog seizoenen gehad waar ik 120 matchen floot. Nu fluit ik er nog steeds een 60-tal per jaar. Op vrijdagavond fluit ik de nationale reserven en op zaterdagmiddag vaak nog de nationale jeugd.”
Danniël was vele jaren in eerste provinciale actief. “Ik heb 11 jaar in eerste provinciale gefloten. Ik heb nog topmatchen voor het kampioenschap geleid, waar toch makkelijk 2 tot 3-duizend man langs de kant stonden. Ik herinner me dat er in Ieper of Ingelmunster altijd veel volk was. Op 48-jarige leeftijd moest ik stoppen op provinciaal niveau en de stap richting het jeugdvoetbal zetten.”
Streng met veel gezag
“Onder de spelers sta ik bekend als een eerder strenge scheidsrechter en ik heb best veel gezag. De spelers voelen dat ook zelf aan. De eerste 10 minuten word je altijd wat getest, maar dan is het belangrijk om grenzen te stellen. In de nationale jeugd heb je over het algemeen te maken met spelers die een goede, gedisciplineerde opvoeding krijgen, dus die luisteren over het algemeen wel goed.”
Kritiek hoort er als scheidsrechter natuurlijk wel bij. “Dat kan je inderdaad niet vermijden. De jeugd is ook veel mondiger geworden in vergelijking met vroeger. Ik kan echter heel vlot met kritiek omgaan. Het is logisch dat je soms eens een mindere wedstrijd fluit, maar ik lig daar niet wakker van. Over het algemeen ervaar ik veel waardering van de clubs.”
Danniël heeft ook altijd veel steun ervaren van thuis. “Ik heb nooit klachten gehad dat ik zo vaak weg was van huis. Mijn vrouw was niet echt voetbalminded, maar steunde me toch volop in mijn hobby. Vier jaar geleden is mijn vrouwtje helaas overleden, maar intussen heb ik een vriendin, die ook heel begripvol is en me mijn hobby gunt.”
Laatste seizoen?
De Lekenaar zegt al een paar jaar dat het zijn laatste seizoen is, maar blijft toch doorgaan. “Als het nieuw seizoen voor de deur staat, begint dat altijd weer te kriebelen”, lacht hij.
“Volgende week word ik er 73, dus dat begint al te tellen. Mijn geheim om fit te blijven? Op woensdag doe ik meestal nog een duurloopje en het is belangrijk om ook in het tussenseizoen actief te blijven. Ik heb altijd een goede conditie gehad en ben fysisch nog steeds in orde. Ik hoop nog zo lang mogelijk blessurevrij te blijven en ermee door te gaan.”
(SB)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier