Vanavond Genk-Club, de krachtmeting tussen de twee topploegen die momenteel de toon zetten: de leider op bezoek bij de naaste achtervolger, de bekerwinnaar tegen de regerende kampioen. Koen Daerden (39) voetbalde voor beide clubs en is nu technisch directeur van de Jos Vaessen Talent Academy. Zijn taak is dezelfde als deze van zijn collega van de Club Academy: nog meer topspelers als Maarten Vandevoordt en Charles De Ketelaere opleiden.
Het is een wedstrijd waar ze in Genk geweldig naar uitkijken: winnen ze, dan komen ze op vijf punten van Club, waardoor ze in twee wedstrijden hun achterstand zouden hebben gehalveerd. Met dan nog vier wedstrijden te gaan, waaronder Club-Genk, zou dat de bekerwinnaar nog een onverwacht perspectief bieden. “Het mooie voor ons is: het moet niet echt”, zegt Koen Daerden daarover. “Ik bedoel: alles wat komt, is puur lekker voetballen op onze manier. Als je als team met dat gevoel het veld kunt opgaan, is dat heel leuk. Ik ben benieuwd.”
Extra lading
Ook het bezoek van Philippe Clement, ex-speler en ex-trainer van KRC, geeft de wedstrijd een extra lading. Zeker omdat ze het in Genk niet apprecieerden dat hij in 2019 na de titel al na anderhalf seizoen naar Club vertrok. “Dat was inderdaad een jammerlijke beslissing, omdat we dachten dat we met hem als hoofdtrainer op langere termijn zouden kunnen werken. Maar dat moet je respecteren. De club is veel groter dan één persoon.”
Ze waren destijds ploegmaats bij Club en bij de nationale ploeg. “De eerste anderhalve maand in Brugge is Philippe mijn persoonlijke begeleider geweest. Dat hij mij op eigen initiatief hielp daar een huis te zoeken, typeerde hem: hij nam altijd het voortouw. Hij kon met iedereen goed opschieten, maar hij had ook wel discussies. Zoals met Ivan Leko en Bosko Balaban, herinner ik mij. Philippe ging er wel eens hard tegenin en maakte daarbij ook wel eens een verkeerde inschatting, maar bij hem stond het teambelang altijd voorop. Wat je nu ziet, zag je toen ook al: de feeling van een people manager . Daar schrijf ik zijn succes als trainer ook heel fel aan toe.”
Club haalde Daerden in 2006 voor de toenmalige recordsom van vier miljoen euro weg bij Genk. Maar de linksmidden liep een zware knieblessure op en haalde nooit meer zijn beste niveau. “Je kan het Club van toen niet vergelijken met dat van nu”, zegt hij. “Heel de club raakte toen in verval.”
Intussen is hij sinds 2015 TD van de Jos Vaessen Talent Academy. En dat brengt ons bij de vergelijking met Club, evenzeer aan een upgrade van de eigen jeugd bezig. Club sprak zelfs al de ambitie uit om in het seizoen 2023/24 de helft van zijn basisploeg uit de eigen opleiding te halen. Ook in Genk leggen ze de lat hoog. “We zijn het plan voor 2025 aan het uitschrijven en daarin definiëren we drie grote doelstellingen”, aldus Daerden. “Eén: 50 procent van onze A-kern zelf opleiden. Nu zijn dat er 10 van de 25. Twee: 75 spelers uit onze academie in het profcircuit. Nu zitten we aan 65. En drie: minstens om de drie jaar één zelf opgeleide speler leveren aan een G5-competitie. We moeten nu de voetballer voor 2030 beginnen opleiden en zijn daarvoor een aantal zaken aan het finetunen.”
Club zet tegenwoordig in op technische, mobiele en cognitief sterke spelers, jongens met vista die meedenken en proactief zijn. In Genk zijn ze al langer bezig met vragen als: hoe ontwikkelen we spelintelligentie? Zo zijn Pascal Roosen, coördinator middenbouw, en U21-coach Hans Somers geïnspireerd door het breincentraal leren van Michel Bruyninckx. “De grootste stap die we aan het zetten zijn, is inzetten op een holistisch model waarin we fysiek, techniek, cognitie en self mastery op een almaar efficiëntere manier integreren.”
Beloften
Club profiteerde dit seizoen wel van het feit dat zijn beloften, Club NXT, in 1B op profniveau mochten spelen. In Genk waren ze daar niet gelukkig mee. “De keuze viel op Club omdat ze bij de stopzetting van de U21-competitie eerste stonden, maar dat kwam omdat wij aan de Youth League deelnamen. Als de resultaten het criterium zijn, kan ik zeggen dat we de voorbije drie jaar zowel bij de U18 als bij de U21 alle prijzen wonnen. We waren ook beter gewapend om in 1B mee te doen. Maar we legden ons daarbij neer omdat we dachten dat Club de deur zou openen voor andere clubs. Dat is noodzakelijk om heel veel jonge talenten te kunnen blijven doorontwikkelen, wat ook ontzettend belangrijk is voor de nationale ploeg. Maar volgend seizoen zal het zijn: ofwel x aantal belofteploegen in 1B, hopelijk, ofwel niemand.”
Genk rekruteert over het hele land en vooral vanaf de U12, om spelers tijdig te kunnen beginnen ontwikkelen – zo haalde het derde doelman Vic Chambaere (18) destijds weg bij de U13 van KV Kortrijk. Maar garanties biedt dat niet. Zo kwamen Leandro Trossard en Timothy Castagne uit het amateurvoetbal toen ze pas in het seizoen dat ze zestien werden naar Genk verhuisden. Bryan Heynen kreeg op zijn zestiende geen profcontract, in tegenstelling tot vier toenmalige ploegmaats, maar uitgerekend hij brak door. En Brandon Mechele was bij de U16 van Club zowat de enige die geen jeugdinternational was, maar van die ploeg is hij de enige die nu prof is.
“Zo zijn er veel”, bevestigt Daerden. “Er zijn op jonge leeftijd nog zoveel aspecten die ontwikkeld moeten worden waardoor dit heel moeilijk in te schatten is. Jay-Dee Geusens (19) was dit seizoen een van de twee enige jongens in de beloftekern zonder contract, maar hij zat wel in de selectie voor de bekerfinale. Intussen heeft hij ook een contract.”
Opvallend: de Jos Vaessen Talent Academy leverde nog niet één centrumverdediger af die doorbrak. “We zijn ons daarvan bewust en zijn aan het bekijken hoe we daar iets aan kunnen doen. Dat is ook wel een van de moeilijkste posities. Kijk maar in het internationale voetbal: centrale verdedigers van 18, 19 jaar zijn zeer uitzonderlijk. Hannes Delcroix ging ook eerst naar RKC voor hij basisspeler werd bij Anderlecht en Brandon Mechele werd uitgeleend aan STVV. Er is veel tijd en geduld nodig, van de clubs én van de spelers.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
