“Wat anderen denken, kan mij niet schelen”: Hugo Vetlesen vindt niet dat hij onder de (hoge) verwachtingen blijft
Hugo Vetlesen lijkt bij Club eindelijk op het goede spoor. De Noorse middenvelder stond na de smadelijke nederlaag op Union begin november weer in de basis, ging er niet meer uit en zorgt in zijn nieuwe positie als tweede zes naast Onyedika voor defensief evenwicht, Club telt nu al zeven clean sheets op rij. Voor die periode bleef de Noorse Speler van het Jaar in 2022 – toen goed voor 16 goals en 12 assists – onder de verwachtingen. Toch? Neen, dat vindt de toptransfer voor wie Club zeven miljoen euro betaalde zelf niet.
Een sterk debuut tegen het Deense Aarhus eind juli, meteen gekruid met een goal, joeg de verwachtingen nog de hoogte in. Hugo Vetlesen – fysiek gedreven, goede voetjes, een perfecte box-to-box leek het – zou naast Hans Vanaken het Brugse middenveld een nieuwe dynamiek bezorgen. Hij erfde het nummer 10 van Noa Lang, dat betekende ook al iets. Al waarschuwde coach Ronny Deila in de eerste weken: “Hij is pas 23 jaar, Hans heeft op zijn 31ste zoveel meer ervaring. Hugo zal tijd nodig hebben om even dragend te zijn als Hans.” Dat bleek ook, Vetlesen dobberde die eerste maanden bij het ook maar weinig overtuigend Club redelijk onopvallend mee. In de heenronde haalde hij in een kwart van de matchen de basis niet, in balans met Nielsen en Onyedika kwam hij slechts aan twee derde van alle speelminuten. En in competitie niet één goal of assist op zijn naam, terwijl hij bij Bodo/Glimt in 123 wedstrijden 69 keer beslissend was: 32 goals en 37 assists.
Geen EK
Maar, zo stelt hij laconiek vast: “Het gaat weer de goede richting op.” Met Club en met Vetlesen, vooral sinds de interlandbreak waarin hij met Noorwegen naast een ticket voor het EK ‘24 greep. Dat was ook teleurstellend: geen Haaland, geen Odegaard, geen Nusa en geen Vetlesen (drie caps, 1 goal) dus deze zomer in Duitsland. Al betekent dat wel dat hij volgende zomer eindelijk wat rust kan nemen. Doordat de competitie in Noorwegen doorliep tot aan zijn voorbereiding met Club heeft Vetlesen omzeggens al anderhalf jaar geen vakantie meer gehad. “Oké, eindelijk wat rust volgende zomer, maar natuurlijk was het missen van het EK wel een teleurstelling. We speelden nochtans een paar goeie wedstrijden, alleen ontbrak het wat aan geluk. Vooral tegen Spanje (groepswinnaar voor Schotland, red.) ontbrak het ons aan de nodige efficiëntie. Jammer, want ik kan erg veel leren van die nationale selecties, met spelers die aan de top spelen van de sterkste competities van Europa.”
Niet eenzaam
Momenteel is er evenwel nog geen sprake van vermoeidheid. “Ook niet aan het ritme van twee wedstrijden per week. Voor mij kunnen er niet genoeg matchen zijn. Wat ook helpt: ik ben die hele tijd gespaard gebleven van blessures en ik verzorg me ook zo goed mogelijk: voldoende slaap, gezond eten, op tijd een massage… Ik leef gewoon zo professioneel mogelijk. It’s my job.”
De volledige focus dus op het voetbal en op Club, daar in Knokke-Heist waar de alleenstaande een flat betrekt. “Dat gaat prima, ik ben graag op mijn eentje. En de Scandinaviërs van Club – Antonio Nusa, Zinckernagel, Skov Olsen… – zoeken elkaar regelmatig op, ook voor family dinners, zeg maar. En tussendoor maken we regelmatig strandwandelingen. Ik mag zeggen dat ik mij niet snel eenzaam voel. Ik kook graag, bekijk graag series… That’s okay for me.”
“Het heeft enige tijd geduurd, maar in de laatste wedstrijden vond ik toch al beter mijn draai. Daar wil ik nu verder op bouwen”
Dat is dan het leven buiten het voetbal. Maar wat vindt hij zelf van zijn eerste maanden bij Club? Hij wil er geen cijfer op plakken. “Helemaal tevreden zal ik nooit zijn, ik wil almaar beter worden. Het heeft enige tijd geduurd, maar in de laatste wedstrijden vond ik toch al beter mijn draai. Daar wil ik nu verder op bouwen.”
Verwachtingen
Dat hij eerder onder de verwachtingen bleef, wil hij niet gezegd hebben. Vetlesen haalt de schouders op: “In het voetbal liggen de verwachtingen altijd hoog. Dan kan ik alleen zeggen: míjn verwachtingen liggen nóg hoger dan van gelijk wie. Waarbij ik alleen kijk naar de prestaties op het veld. Alles eromheen, wat anderen zeggen of schrijven, dat speelt voor mij niet. I really don’t care. Alleen wat de coach en mijn ploeg van mij verlangen, is wat telt. Het is nu eenmaal zo dat een jonge speler zich met hoogtes en laagtes ontwikkelt. Ik praat vaak met de coach, ook over de concurrentie op het middenveld. Natuurlijk was ik niet blij als ik niet startte, maar ik kreeg er wel altijd een duidelijke uitleg voor.”
Wat ook meespeelde, vindt hij: hij speelt een stuk lager dan vroeger, een stuk minder aanvallend. “Dat vraagt ook enige aanpassing en het is een verklaring waarom ik vroeger vaker scoorde en voor meer assists zorgde.” En wat vond hij van het Club Brugge van de afgelopen maanden? In de Conference League presteert blauw-zwart best op niveau – dat moest gisteren opnieuw blijken – maar in competitie kon de ploeg van Deila pas vorige week wegkruipen van de 7de plaats. “Die 7de plaats was wat niemand verwachtte, dat klopt. Dat was onder ons niveau. Een echte verklaring zie ik niet, al verdienden we toch al een paar keer meer. Het ontbrak ons alleen maar aan efficiëntie – ik denk aan de 0-0 tegen Cercle Brugge. Maar daarna ging het almaar beter, scoorden we tot zondag in Mechelen vlot én pakten we géén goals meer. Zo hard werken, dat moést een keer lonen. (denkt na) Het zit in het voetbal altijd in details.”
Conference League
Gisteren zal Club tegen Bodo/Glimt zijn leiderspositie in groep D van de Conference League wel bevestigd hebben, zeker zondag wordt in de Slag om Vlaanderen tegen Gent nóg maar eens een referentiematch verwacht. De Noor hoedt zich evenwel voor grote uitspraken: “Dat kan best zijn. We moeten gewoon de focus behouden en het match per match bekijken. We mogen niet te ver in de toekomst kijken.”
Maar de kloof met Union van 14 punten zou met nog drie matchen te gaan (waarvan de laatste op 26 december thuis tegen Union) toch moeten verkleind zijn tegen Nieuwjaar? “Dat is de bedoeling, ja. Al mogen we niet focussen op Union of gelijk welke andere titelkandidaat. Dan verliezen we onze eigen richting. We moeten alleen naar onszelf kijken.” Hij zag in de heenronde al alle titelconcurrenten aan het werk en het is toch Union dat het meeste indruk op hem maakte. “Al heb ik ook vastgesteld dat we in alle onderlinge duels met Union, Antwerp, Anderlecht… nooit minder waren. Ook niet tegen Gent. We hebben in elk geval niet minder kwaliteit, dat weet ik wel zeker.” De titelstrijd blijft alvast de corebusiness, maar de Europese overwintering in de Conference League brengt soelaas. “For sure. Maar we mogen nu niet gaan denken dat we die ook nog kunnen winnen. Ook hier geldt: match voor match.”
Franse taal
Neen, grote uitspraken moet je niet verwachten van de koele Noor. Vetlesen werd echter geboren in België, hij bracht vier jaar door in het Waalse Eigenbrakel. Zijn vader werkte in Brussel voor een Noors gas- en oliebedrijf – hij komt nog steeds vaak in Brussel – en zijn moeder is een Française uit de buurt van Bordeaux. Hij spreekt dan ook uitstekend Frans. “Oui, je parles français. (lacht) Ik voel me ook meer Frans dan Belgisch, mijn moeder is altijd de belangrijkste persoon in mijn leven geweest. Ik heb alleen maar vage herinneringen aan mijn eerste levensjaren hier. Al was het wel apart om in België te komen voetballen. Maar het is leuk voor de familie, telkens mijn vader nog eens naar Brussel komt voor zijn werk kan hij een match van Club meepikken.” Ook meegenomen: in Knokke-Heist wordt een aardig mondje Frans gesproken. “Ik spreek het overal, in de winkels en zo. En hier op de club met Boyata. Handig hoor in België, Frans als tweede taal.” (lacht)
Toekomst
Hij tekende bij Club tot 2027 en ook voor zijn carrièreplanning geldt: stap voor stap. “Natuurlijk heb ik nog dromen. Dat had ik als kind al, ik wilde alleen maar profvoetballer worden. Zinédine Zidane was mijn grote idool. Fransman, hé. (lacht) Ik heb er dan ook alles voor gedaan, ook op de Sportschool telde voor mij alleen maar voetbal. En dat is gelukt. Nu wil ik vooral geen stappen overslaan. Eerst Stabaek, dan Bodo/Glimt waar we twee keer landskampioen werden en nu is Club Brugge de volgende stap. Verder wil ik niet kijken. Ik ben daar heel rationeel in, anders verlies je de focus. Ik ben ook pas 23, ik heb nog een hele tijd voor mij.”
“Zinédine Zidane was mijn grote idool. Fransman, hé”
Al gaat die tijd voor hem wel traag. Hij is namelijk geboren op 29 februari 2000 en is dus eigenlijk maar om de vier jaar jarig. Maar 2024 is wel een schrikkeljaar. “Big party op 29 februari? (lacht) Ach, als kind vond ik dat wel speciaal, maar later werd ik dat gewoon. In gewone jaren vier ik mijn verjaardag op 28 februari.”
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier