Nu maakt hij ook nog levensbelangrijke goals: Jelle Vossen is helemaal terug: “Club ligt nog altijd wat op mijn maag”
Daar was ‘m, daar was ‘m. Jelle Vossen. ‘De Redder van Essevee’ zette zondag met zijn inmiddels al vijftiende goal het benauwde Zulte Waregem tegen Seraing in één keer op weg naar het behoud. Een hoogtepunt alvast, na twee seizoenen gesukkel met Essevee. De topscorer, bijna 33 intussen, blikt terug en vooruit. “Wie kan er zeggen dat hij al bijna 200 goals maakte?”
Het moet een van de belangrijkste goals uit jouw carrière zijn.
“Het was in elk geval een levensbelangrijke. Sowieso mijn belangrijkste voor Zulte Waregem, maar die op Standard, na die handsbal van Vormer, die Club op weg zette naar de titel, was ook wel belangrijk.”
De opluchting was groot. Zo angstig dat jullie voetbalden!
“Iedereen besefte het belang van de match. Bij verlies zou er echt grote paniek geweest zijn. Angstig zou ik het niet noemen. Het was gewoon de bedoeling om geduldig Seraing aan de bal te laten, om er op de tegenaanval uit te komen en dan efficiënt te zijn. Dat is goed gelukt, maar we zijn er nog niet.”
Wat is er nu specifiek veranderd sinds het vertrek van trainer Francky Dury?
“Dat is een hele moeilijke. Eenmaal gered zullen Timmy en Davy naar volgend seizoen toe nog meer hun eigen accenten leggen, maar het enige wat nu telt, is punten pakken. Hoe we dat doen, is van ondergeschikt belang. Iedereen moet dat beseffen. Veel mensen zeggen mij dat we over te veel kwaliteit beschikken om te zakken, maar je kan dat niet blijven zeggen.”
Olivier Deschacht vindt dat er een paar zich eens kwaad moeten maken.
“Ik zal wel zeggen waar het op staat, maar dan op een rustige manier, ik ga geen rolletje spelen. Ik ben er niet van overtuigd dat roepen helpt, wel op het veld het voortouw nemen. We hebben misschien wel een iets te brave groep, maar het is wel een groep die aan elkaar hangt. Alleen moeten we dat meer op het veld tonen.”
Twee goals in je eerste half seizoen en zes vorig seizoen: dat was voor Vossen te weinig, niet?
(denkt na) “Tja, het is hier anders natuurlijk. Ik speelde vroeger altijd bij clubs die bovenaan stonden, dominant voetbalden en veel kansen afdwongen. Het was hier toch even aanpassen. Dit seizoen ben ik blijkbaar weer heel efficiënt, ik krijg geen drie, vier kansen per wedstrijd. Vorig seizoen scoorde Gianni Bruno met de ogen dicht, nu is het aan mij. En Zinho maakte er ook al dertien, hé.”
Scoren is een kunst. En dat verleer je niet?
“Ik had nooit het gevoel dat ik veel kansen miste.”
Al ben je nog nooit een spits geweest. Een echte 9,5.
“Dat is zo. Het was altijd al een gespreksthema, hé. Ik weet van mezelf dat ik geen spelverdeler ben, geen targetspits en geen snelle spits, ik zit overal een beetje tussenin. Maar ik was wel altijd gevaarlijk voor doel. Vooral met een sterk middenveld achter mij.”
Weet je dat in het lijstje van alltime topscorers in de Belgische eerste klasse met 148 goals alleen nog Patrick Goots (156) en Gert Verheyen (157) boven jou staan? Daar spring je toch nog over? Dan ben je misschien wel voor eeuwig de beste Belgische goalgetter aller tijden.
“Ik wist dat ik al bijna aan 150 zat. Alle competities samen tel ik er al bijna 200. Daar ben ik heel fier op, veel voetballers komen zelfs niet 200 wedstrijden. Dat lijstje motiveert me wel om die twee nog voorbij te steken.”
Je scoorde in je hele carrière al in 39 procent van de wedstrijden. Je zit daar dit seizoen al boven. Is de oude Vossen helemaal terug?
“Ik heb dit seizoen zelfs nog een paar matchen gemist.”
Eerlijk: is jouw job sinds je komst naar Zulte Waregem in januari ’20 niet minder plezant? Je tekende bij een subtopper, maar verzeilde al snel bij een degradatiekandidaat.
“Essevee speelde toen de halve finale van de beker en stond zesde. Sinds ik hier ben is het blijkbaar alleen maar bergaf gegaan. (lacht) Ik kon toen ook naar Mechelen gaan maar koos voor Essevee, dichter bij huis in Knokke. En ik heb daar nog steeds geen spijt van. Ik had het ook graag anders gezien, maar ik moet ook in de spiegel kijken, ik ben mee verantwoordelijk.”
Ik moet ook in de spiegel kijken
“Maar geloof me, ik heb er nog steeds evenveel plezier in en ik ben ervan overtuigd dat Essevee helemaal terugkomt. Het is nu gewoon een andere uitdaging dan bij Club.”
Heb je nu meer plezier dan toen je bij Club in dat laatste anderhalve seizoen als 12de of 13de man voor de titel speelde?
“Dertiende man? Ik was de negentiende man! Dan speel ik liever, ja. Onder Preud’homme stond Diaby in de spits, maar was ik tenminste nog eerste invaller. Ik viel bijna altijd in en dat seizoen maakte ik nog veertien doelpunten.”
Dat laatste anderhalf jaar bij Club ligt nog altijd op je maag, niet?
“Mja, toch wel. Ik begrijp het nog altijd niet helemaal. Ik maakte 48 goals voor Club in zo’n 120 wedstrijden, dat waren toch goeie cijfers? Als Belg, hé. Sindsdien hadden ze toch geen spits meer die die cijfers kan voorleggen? Maar oké, ik heb die bladzijde moeten omdraaien.”
Wordt Club opnieuw kampioen?
“Ik denk het. Omdat ze toch intrinsiek over de meeste kwaliteiten beschikken én ze hebben de ervaring van play-off 1.”
Club kampioen, Essevee redt zich en je gaat je laatste contractjaar in. Misschien wordt Essevee dan wél weer die subtopper. Wil je hier je carrière afsluiten?
“Eerst die barragematchen vermijden want die zijn toch altijd gevaarlijk. En daarna meteen een goede start nemen, dat wordt heel belangrijk. Ik wil hier best langer blijven. Ook al volg ik hier vlakbij de UEFA A-cursus, ik ben nog niet bezig met mijn toekomst. (lacht) Timmy was al 40 toen hij stopte, misschien ga ik ook nog zo lang door. Heel graag als dat kan. Ik word dan wel 33, ik voel me nog steeds even fit. Mijn snelheid kan niet veel afgebot zijn, want ik ben nooit snel geweest. (lacht) Maar ik leg wel in 8 van de 10 wedstrijden het meeste kilometers af en scoorde alweer vijftien keer. En ik voetbal nog steeds met veel plezier, zodus.”
(FB)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier