Na drie jaar op de bank is Warleson onbetwiste nummer één bij Cercle: “Ik wist dat het tij vroeg of laat zou keren”

Warleson: “We hebben niet per se plannen, maar mochten we de kans krijgen om na mijn carrière hier te blijven wonen, dan zouden we dat doen.” © Isosport
Tjorven Messiaen
Tjorven Messiaen Reporter

Na de nederlaag van zondag tegen Union ontvangt Cercle Brugge zaterdag landskampioen Antwerp. Tegen The Great Old wil de Vereniging proberen om een 0 op 6 te vermijden. Daarvoor rekent het vooral ook op zijn Braziliaanse sluitpost Warleson Stellion Lisboa Oliveira (27), oftewel Warleson.

Het was een aandoenlijk beeld, enkele weken geleden in de Brugse derby. Warleson speelde er misschien wel de wedstrijd van zijn leven en werd na het laatste fluitsignaal bedolven onder de knuffels van ploegmaats. Het zal Warleson deugd gedaan hebben, want dit was misschien wel dé referentiematch waarnaar hij de afgelopen vier jaar op zoek was. Warly zelf blijft er evenwel rustig onder. “Het is simpel: individuen kunnen pas schitteren als de hele groep zijn werk doet.” Het vat precies samen hoe Warleson is: een harde werker, met de voeten op de grond. “Dat zit in m’n DNA”, aldus de doelman. Die werkethos is iets wat ook zijn coach Miron Muslic al aanhaalde. “Geen inspanning is Warly te veel, zelfs na een intensieve sessie van twee uur mag ik hem nog vragen even af te sluiten met wat weerwerk voor de spitsen op afwerkingsvormen”, zei de coach enkele maanden geleden over zijn toen nog tweede doelman. Ondertussen is Warleson voor het eerst in zijn bijna vier jaar bij Cercle de onbetwiste titularis bij de Vereniging en was hij al goed voor zeven clean sheets in zestien matchen.

Ik wilde je Mister Clean Sheet noemen, maar die titel ben je na dit weekend voorlopig weer kwijt aan Antwerp-doelman Jean Butez.

(haalt de schouders op) “Daar ben ik niet mee bezig. Het belangrijkste is wedstrijden winnen. Als ik belangrijk kan zijn voor de ploeg, dan graag. Levert dat dan ook een clean sheet op, dan zie ik dat als een cadeautje en zeg ik thank you very much.”

Los daarvan zal je wel gelukkig zijn met hoe het momenteel loopt, zowel collectief als individueel?

“Klopt. We hebben nu een duidelijk spelplan en een duidelijke visie. Ons DNA is nu helemaal doorgedrongen in de spelersgroep en dat maakt het gemakkelijker voetballen. Je merkt ook dat we op dit moment echt genieten van het spelletje.”

Wat een verschil met toen je hier vier jaar geleden aankwam. Toen speelden jullie nog tegen de degradatie, maar ondertussen doen jullie mee voor een plekje in de Champions play-off.

“Die resultaten zijn het gevolg van onze duidelijke visie. We voeren uit wat de coach van ons verlangt.”

“Clean sheets zijn cadeautjes. Dan zeg ik thank you very much

Dat is exact wat hij zelf ook zou zeggen. ‘We have to stick to our vision, stick to our plan and then the rest will follow.’ Ook hij wil het niet over het klassement hebben.

(lacht) “Of we gebrainwasht zijn? Dat niet. Maar het is wel zo dat we gewoon ons ding moeten blijven doen. We staan achter zijn plan en als we het goed uitvoeren, zal de rest inderdaad volgen.”

Je bent nu zelf ook – eindelijk – titularis. Hoe heb je de afgelopen jaren van bankzitten beleefd?

“Voor de buitenstaanders zal het misschien raar lijken dat ik hier drie jaar bleef zonder echt te spelen, maar mijn familie zei altijd dat bij Cercle blijven en hard werken de beste optie was. Er waren andere opties, maar zij en ikzelf waren ervan overtuigd dat mijn tijd wel zou komen. Dat is ook gebleken.”

Dat is gemakkelijk gezegd, maar evident zal het toch niet geweest zijn? Tot twee keer toe mocht je op de eerste speeldag aan het seizoen starten, maar werd je nadien naar de bank verwezen door de komst van een nieuwe doelman. Eerst met Thomas Didillon, daarna met Radoslaw Majecki.

“Ik was daar oprecht niet mee bezig. Ik stelde me wel de vraag hoe ik de situatie kon omkeren, maar anderzijds was het vooral belangrijk dat het team punten pakte. Daarom ook dat ik altijd wilde dat Thomas en Radoslaw goed speelden. Want speelden ze niet goed, dan pakte de ploeg geen punten. Voor mij was het daarom vooral zaak om elke dag op training het beste van mezelf te geven en te tonen dat ik de kwaliteiten had en klaar was om het team te helpen indien nodig. Ik was ervan overtuigd dat het tij vroeg of laat wel zou keren. Ook God hielp me om dat een plek te geven. Ik ben erg gelovig en dat geloof gaf me de moed om door te gaan en erin te blijven geloven.”

Warleson is nog maar sinds dit seizoen titularis, maar was ook voordien al zeer geliefd bij de Cercle-fans.
Warleson is nog maar sinds dit seizoen titularis, maar was ook voordien al zeer geliefd bij de Cercle-fans. © Isosport

Ook de supporters bleven duidelijk in je geloven. Toen je vorig seizoen naar de bank verdween, waren ze zelfs kwaad.

“Geen idee vanwaar dat kwam. (lacht) Maar ik was wel heel dankbaar voor hun steun. Ook al wilde ik er op dat moment vooral zijn om Radoslaw te steunen.”

Heel collegiaal.

“Mocht je in de spelersgroep vragen wat voor iemand ik ben, denk ik wel dat veel jongens zouden zeggen dat ik een behulpzaam iemand ben. Ook de andere doelmannen wil ik zo goed mogelijk met raad en daad bijstaan. Waarom niet? We zijn één ploeg, hé.”

Vandaar de bijnaam Pai, dus.

“Inderdaad. (lacht) Pai betekent vader in het Portugees en een vader probeert toch ook altijd te helpen, niet?”

Klopt het dat je nu evengoed bij KV Mechelen had kunnen spelen?

“Dat is een lang verhaal, maar het klopt, ja. Toen ik bij een kleine club in Brazilië speelde, werd ik na het seizoen gecontacteerd door een vriend die al vijftien jaar in Brussel woont. Hij vroeg me of ik niet eens wilde komen testen in Europa. Ik ben toen zonder al te veel na te denken naar België vertrokken. Eerst ging ik een week testen bij FC Emmen in Nederland, maar dat werd niets, waarna ik bij KV Mechelen terechtkon. Dat was gewoon om mee te trainen en fit te blijven. Aanvankelijk trainde ik er met de B-kern, maar nadat de keepertrainer me aan het werk had gezien, mocht ik aansluiten bij de A-kern. Ik trainde er mee tot aan de winterstop, waarna de ploeg op stage vertrok naar Spanje en ik in België bleef. Via via heb ik dan een stageperiode mogen doen bij Cercle, dat toen in Malta trainde, en de rest is geschiedenis: drie weken later tekende ik hier mijn contract.”

Een riskante beslissing, want Cercle stond toen allerlaatste. Nooit getwijfeld?

“Totaal niet, want ik had daar eigenlijk geen idee van. (lacht) Ik kende het Belgische voetbal niet. Ik wist zelfs niet waar België op de kaart lag. Ik had ooit wel eens tegen Anderlecht gespeeld op een jeugdtoernooi, maar verder ging mijn kennis niet. Het was gewoon mijn droom om in Europa te spelen.”

Was het voor je gezin lastig om Brazilië te verlaten en je naar hier te volgen?

“Nee. Mijn vrouw zou me overal volgen, waar ik ook zou gaan. Voor de kinderen was het wel iets moeilijker. Mijn stiefzoon was toen een jaar of tien en ging al naar school in Brazilië, maar plots moest hij verhuizen naar een land waar hij een andere taal moest spreken. Gelukkig was zijn lerares fantastisch en werd hij heel goed geholpen.”

“Ik probeer het nieuws te lezen en samen met mijn dochter lees ik kinderboeken. Nederlands begrijpen lukt dus wel”

Je jongste zoontje is dan weer Belg. Althans: hij is geboren in Gent.

“Klopt. Dat is toch een beetje een vreemd gegeven. Hij is hier geboren, maar hij is nog steeds een Braziliaan. Hij heeft dus de Braziliaanse nationaliteit, alleen staat er op zijn paspoort dat hij geboren is in België. Dat is toch iets dat hij later aan zijn kinderen zal kunnen vertellen.” (lacht)

Hoe is hun Vlaams ondertussen?

“Beter dan het mijne! Kinderen leren heel snel. Mijn dochter is naar de crèche beginnen gaan toen ze 2,5 jaar was en pikte meteen heel veel op. Haar Nederlands is daardoor nu zelfs beter dan haar Portugees. Dat was aanvankelijk niet evident, want dan wilde ze iets zeggen in het Portugees, maar gooide ze er Nederlandse woorden tussen die ze niet wist in het Portugees. Maar ondertussen is mijn Nederlands ook veel verbeterd. Ik probeer het nieuws te lezen en samen met mijn dochter lees ik ook kinderboeken. Begrijpen lukt dus wel, alleen spreken is door het accent een pak moeilijker.”

Zou je België missen mocht je hier ooit weggaan?

“Zeker en vast. Weet je, we hebben niet per se plannen, maar mochten we de kans krijgen om na mijn carrière hier te blijven wonen, dan zouden we dat doen. Dit is ondertussen echt onze tweede thuis geworden.”