Maxim De Cuyper (22) in de basis bij zijn droomploeg: “Bij Club blijven is altijd de keuze van het hart geweest”
Zelden een voetballer met meer liefde over zijn club horen praten dan hoe Maxim De Cuyper over Club Brugge spreekt. Na twee jaar op uitleenbasis bij Westerlo veroverde de West-Vlaamse krullenbol in het seizoensbegin al meteen een basisplaats bij de club van zijn dromen. En daar hoeft het niet te stoppen: “Al van toen ik een klein manneke was, zeg ik dat kampioen spelen met Club het allermooiste zou zijn.”
Dankzij de interlandbreak kon Maxim De Cuyper vorig weekend genieten van enkele vrije dagen. Geen overbodige luxe na een lang vorig seizoen, een zomer met het EK voor beloften en een zwaar seizoensbegin met ook nog de Europese voorrondewedstrijden. “Het heeft heel veel deugd gedaan”, knikt De Cuyper. “Om de drie dagen match, met tussendoor nog die Europese verplaatsingen… dat kruipt wel in de kleren, ja. Al is twee matchen in de week ook gewoon heel erg tof.”
Had hij de afgelopen dagen dan toch niet liever bij de Rode Duivels vertoefd? Op zich had De Cuyper niet misstaan in de selectie van Domenico Tedesco, al noemde de Duitse bondscoach het “nog wat te vroeg”. De Cuyper glimlacht als we hem vragen naar zijn gevoel bij de niet-selectie én de uitspraak van de bondscoach. “Die uitspraak was (denkt na) opvallend”, aldus De Cuyper. “Uiteraard is het een droom om voor de Rode Duivels te spelen en als je in de preselectie zit, is er hoop – zeker als je bij een topploeg speelt, maar ik bekijk het anders. Ik moet nu vooral doen wat ik moet doen, namelijk sterk presteren bij Club Brugge. Dat ik het hier goed doe, is het allerbelangrijkste. De rest is bonus.”
In dat opzicht was de seizoensstart – op de rode kaart in de eerste wedstrijd na – alvast veelbelovend.
“Ja, dat wel. Het begin was klote, niet alleen door die rode kaart, maar ook omdat ik wist dat ik beter kon. Mijn spel was nog niet zoals het bij Westerlo was. Gelukkig waren er dan veel matchen op een korte tijd, waardoor ik in mijn ritme kon blijven. Sindsdien ging het match na match beter.”
Met als hoogtepunt de goal tegen Osasuna.
“Dat denk ik wel, ja. (lacht) Mijn eerste officiële goal voor Club én op een belangrijk moment, dat is fantastisch, hé. En gelukkig dat we het een week later ook konden afmaken, want anders hadden we uiteindelijk ook niets aan die goal.”
Nu mogen jullie aan de bak in de Conference League.
“Het is niet hetzelfde niveau als de Champions League, maar Club Brugge zijnde moeten we wel sowieso de groepsfase overleven. Op zich zitten we met Molde, Lugano en Besiktas ook wel in een Europa League-waardige poule. Zeker de verplaatsingen worden geen makkie. Al is spelen in een vol Besiktas sowieso leuker dan spelen op pakweg IJsland.”
Je Europese debuut en je debuut voor blauw-zwart, tegen Manchester United, is ondertussen al 3,5 jaar geleden. Dat lijkt een eeuwigheid.
“Dat lijkt inderdaad al heel lang geleden. Ik denk eerlijk gezegd ook minder en minder aan die match terug eigenlijk. In het begin deed ik dat veel vaker, maar nu ben ik de helft al vergeten. Logisch ergens, want de tijd gaat zo snel! Al besef ik wel dat ik er elke dag van moet genieten, want het zal snel gedaan zijn.”
Op welk vlak heb je in die 3,5 jaar het meeste stappen gezet?
“Op mentaal vlak, denk ik. Vroeger was ik een speler die iets te veel naar anderen keek en op anderen rekende omdat ik te weinig vertrouwen in mezelf had. Ik geloofde vroeger eigenlijk nooit echt dat ik prof zou worden. Op termijn leerde ik echter mijn kwaliteiten beter kennen en kreeg ik het vertrouwen om zelf die actie te maken of die voorzet te geven. En hoe meer ik speelde, hoe meer het geloof groeide.”
“Vroeger geloofde ik eigenlijk nooit echt dat ik prof zou worden”
Wanneer is die klik er gekomen dat je effectief prof kon worden?
“In het allereerste seizoen dat we met Club NXT in 1B speelden. Na de winter, wanneer we er als ploeg wat doorkwamen. Een jaar later speelde ik dan kampioen met Westerlo en besefte ik dat het verschil tussen 1A en 1B eigenlijk niet zo groot is. Het feit dat ik die kwaliteit kon brengen in 1B, zorgde voor het geloof dat ik dat ook in 1A kon brengen.”
Qua carrièreplanning heb je wel een modeltraject afgelegd, lijkt me.
“Ik denk inderdaad wel dat mijn traject een voorbeeld kan zijn voor laatmature jongens die bij een topclub spelen. Ik denk dat sommige jongens misschien hun neus ophalen voor een uitleenbeurt aan een 1B-ploeg, maar volgens mij is dat allerminst een schande. Integendeel, het is net een hele verstandige stap. Daarom was ik ook niet ontgoocheld dat Club in die periode nog niet op me rekende. Ik was heel realistisch en wist dat ik er nog niet klaar voor was. Daarom vroeg ik zelf om een uitleenbeurt en het is uiteindelijk toch goed uitgedraaid, hé. Ik denk niet dat ik een betere keuze had kunnen maken. Al is dit nu toch wel een beetje een scharnierseizoen. Ik moet nu proberen om mijn prestaties van de afgelopen seizoenen door te trekken bij de grootste club van België.”
Heb je ooit andere opties overwogen dan een terugkeer naar Club?
“Er is nog interesse geweest en je luistert altijd wel naar wat die opties te bieden hebben, maar het zat altijd wel in mijn achterhoofd dat het mijn droom is om hier kampioen te spelen. Al van toen ik nog een klein manneke was, zei ik dat kampioen spelen met Club het allermooiste zou zijn. Dat scenario had dus altijd wel een streepje voor. Niet dat de keuze om bij Club te blijven per se snel gemaakt was, maar het is wel altijd de keuze van het hart geweest.”
Hoe zot is het dan om week in, week uit op het veld te staan bij de club van je hart?
“Uiteraard is dat fantastisch. Ik kom uit een omgeving die doordrenkt is van blauw en zwart en ik ben hier opgeleid. Dat maakt het allemaal supermooi. Al moet ik wel toegeven dat het na een tijdje op een manier ook wel went. Het doet me nog steeds wel iets om in Jan Breydel te spelen, maar hoe meer je in dat ritme komt, hoe normaler het wordt en hoe meer je gewoon met de flow meegaat.”
“Ik kom uit een omgeving die doordrenkt is van blauw en zwart en ik ben hier opgeleid. Dat maakt het allemaal supermooi”
Hoe is het om na twee jaar in Westerlo weer aan ’t zeetje te wonen?
“Goh, ik woon nu even weer thuis, dus dat was toch weer aanpassen. (lacht) De eerste weken waren niet gemakkelijk, maar nu gaat het alweer beter. Het is ook maar voor even, want normaal gezien kan ik volgende maand intrekken in mijn eigen huis in Knokke. Dat heb ik vorig jaar gekocht en helemaal laten renoveren.”
Maar het wordt dus alleen wonen, want een vriendin is blijkbaar nog niet aan de orde.
“Inderdaad. Niet dat ik daar geen nood of behoefte aan heb, maar zulke zaken laat ik gewoon op mij afkomen. Ik ben gelukkig met hoe het nu is. Misschien ook daarom dat ik niet zelf actief op zoek ga.”
Als speler van Club zal je nochtans wel goed in de markt liggen, toch?
(lacht) “Dat is het leven van een jonge gast zeker?
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier