“Interesse van andere clubs? Ik kan hier nog groeien als coach”: Miron Muslic trekt met Cercle Brugge Europa in
Net geen twee maanden nadat Cercle Brugge zich op de laatste speeldag van de play-offs verzekerde van de vierde plaats, staat het volgende week donderdag in en tegen Kilmarnock voor zijn eerste Europese confrontatie in 14 jaar. “We hebben de lat de afgelopen twee jaar hoog gelegd en dat willen we nu opnieuw doen”, aldus de immer ambitieuze Miron Muslic naar aanleiding van onze minireeks ‘Bouwheren’, waarin we de coaches van onze drie eersteklassers op de rooster leggen.
Ondanks de korte break, ziet u er heel ontspannen uit. Heeft u de batterijen wat kunnen opladen in het tussenseizoen?
“Ja, toch wel. Aangezien ik hier in Brugge doorheen het jaar alleen op mijn appartement zit, heb ik in de break zowat elke minuut doorgebracht met mijn familie. Ik had er ook echt nood aan, want ik mis hen doorheen het jaar heel erg. We zijn nu 3,5 weken samen geweest en die tijd is echt voorbijgevlogen. Telkens als ik het leven thuis opnieuw wat gewoon ben, moet ik bij wijze van spreken al terugkeren naar België. Afscheid nemen blijft dan ook elke keer zwaar. Ik trek me evenwel op aan de gedachte dat het pijn doet nét omdat ik mensen in mijn leven heb die ik graag zie en die de moeite waard zijn om te missen. Dus eigenlijk mag ik me net gelukkig prijzen.”
Hoeveel dagen bent u tijdens uw vakantie helemaal niet met voetbal bezig geweest?
“Geen enkele, vrees is. Ik heb het geprobeerd, maar het is me niet gelukt. (lacht) Je moet in deze job nu eenmaal altijd beschikbaar zijn en weten wat er gaande is. Zeker omdat de transferperiode open is. Al moet ik toegeven dat ik ook amper een minuut gemist heb van het EK. Het is gewoon zo lastig om niet te kijken. Zeker als ik zie hoe Oostenrijk en Turkije speelden. Offensief, met agressie, hoog op het veld, met veel moed. Een beetje zoals Cercle eigenlijk.”
“Als ik afstand wilde nemen van het voetbal, ging ik in Oostenrijk wandelen in de bergen”
“Maar ik heb wel geprobeerd om bij momenten een beetje meer afstand te nemen van het voetbal. Dan ging ik bijvoorbeeld wandelen in de bergen. Ik denk dat ik zowat elke berg in de buurt van ons huis in Oostenrijk beklommen heb. Dat zijn voor mij de momenten waarop ik volledig kan ontspannen. Even weg van alles. Ideaal om mijn gedachten te verfrissen en te ordenen. Zo’n wandeling in de natuur houdt me met de voeten op de grond.”
Veel tijd om te zweven is er ook niet, want jullie moeten er volgende week meteen staan. Helemaal klaar zijn voor de dubbele confrontatie met Kilmarnock lijkt me niet evident.
“Dat is zeker een uitdaging, want de break was erg kort, net zoals de voorbereiding nu ook kort is. We zijn al twee jaar op een rij de ploeg met de hoogste fysieke output in België, maar de uitdaging is nu om dat zowel op donderdag, als op zondag te brengen. Eén ding is daarbij zeker: we zullen dit niet kunnen bolwerken met elf spelers. We zullen een kern van 17 à 18 spelers nodig hebben die allemaal klaar moeten zijn om een impact te hebben. We moeten kunnen roteren met een vijftal spelers en de spelersgroep daarop voorbereiden. Op fysiek en mentaal vlak, maar ook op tactisch vlak. Ook al is dat niet evident, aangezien je tussen de wedstrijden telkens maar enkele dagen hebt waarin je dan nog vooral herstelsessies moet inplannen. Dat is een nieuw gegeven.”
Hoe pakken jullie dat dan aan? Want om het Cercle-voetbal te spelen moet iedereen fysiek top zijn.
“We zijn vorig seizoen heel sterk geëindigd, daar bestaat geen twijfel over. Ik heb het daarbij niet enkel over die vierde plek, maar ook op het vlak van fysieke paraatheid. Veel spelers zullen nog steeds kunnen teren op de brede conditionele basis van vorig seizoen. Na het seizoen hebben ze een achttal dagen gehad waarin ze niets moesten doen, maar daarna hebben ze huiswerk meegekregen om zeker fit te blijven. Conditioneel zijn ze dan ook niet heel veel verloren.”
Anders lijkt het me voor nieuwe spelers.
“Inderdaad. Nieuwe spelers moeten eerst gewoon geraken aan onze manier van spelen en dat vergt tijd. Alleen zullen we die tijd de komende weken niet hebben. Daarom wordt er met hen ook veel individueel gewerkt. Dan heb ik het niet alleen over het fysieke aspect. Zo houden we met nieuwe spelers altijd enkele integratiemeetings tijdens hun eerste weken hier. Daarin hebben we het dan over onze identiteit, over onze principes, over wat we van hen verwachten tijdens een wedstrijd en op stilstaande fases. Neem bijvoorbeeld onze eerste transfer, Ibrahim Diakité. Jammer genoeg is hij geblesseerd aangekomen en zullen we hem twee maanden moeten missen, maar hoewel hij niet kan trainen, zullen we die twee maanden wel gebruiken om hem tactisch voor te bereiden. Nieuwe spelers hebben inderdaad tijd nodig en dat is tricky. Zeker voor onze sportief directeur Rembert Vromant, aangezien hij spelers moet proberen aanbrengen die zo snel mogelijk klaar kunnen zijn.”
Hoelang heeft een speler gemiddeld nodig om op het fysieke niveau te komen van de jongens die hier al zitten?
“Toch vier à vijf maanden. Abu Francis is daarvan het perfecte voorbeeld. Hij kwam hier goed in vorm aan, maar had toch een kleine vijf maanden nodig om helemaal klaar te zijn om het Cercle-voetbal te spelen. Eens hij fysiek aangepast was, was hij wel meteen klaar om te presteren.”
Jullie oefenden in deze voorbereiding al tegen de Cypriotische kampioen AEK Larnaca en AS Monaco. Dit weekend volgt nog een oefenpot tegen Feyenoord. Is het een bewuste keuze om tegen sterke teams te spelen?
“Zeker, want dat zijn de matchen waarvan je het meest opsteekt. Vorig jaar wonnen we bijvoorbeeld onze voorlaatste oefenmatch met 3-0 van Monaco. We speelden fantastisch en iedereen was euforisch. Vijf dagen later verloren we echter met 7-2 van Lille. Iedereen dacht na Monaco nochtans dat we klaar waren voor de competitie, maar dan kregen we er plots zeven om de oren. Vooral die laatste match heeft de zaken blootgelegd die beter moesten. Als je wint tegen Monaco kan je natuurlijk vieren, maar dan verdoezelt het resultaat ook wel de manco’s binnen de ploeg. Daarom wil ik dat mijn ploeg in een voorbereiding uitgedaagd wordt.”
Nog iets vervelends in zo’n voorbereiding: de lange transferperiode. Vorige week kwam de Pro League hier de ploegfoto nemen. Hoe anders zal die foto er in september uitzien, wanneer de transferperiode erop zit?
(lacht) “Goed punt. Er zijn inderdaad wel spelers die op interesse kunnen rekenen van andere teams, maar die jongens staan gelukkig onder contract bij Cercle. Als ploegen hen weg willen plukken, zullen ze boter bij de vis moeten doen en een bod neerleggen dat Rembert niet kan weigeren. En natuurlijk zal er de komende weken nog wel een en ander veranderen, maar daar maak ik me niet druk om, want dat is nu eenmaal hoe het gaat in het voetbal en ik maak me geen zorgen om dingen die ik niet in de hand heb. Al zal ik wel heel blij zijn als het september is, want dan weet je dat de jongens die er dan zijn, ook zullen blijven. Of toch op zijn minst tot januari.”
U stond het afgelopen jaar ook wel in de belangstelling. Is het honderd procent zeker dat u nog op die ploegfoto in september zal staan?
“Ik hoop het, want ik heb daags voor die foto al een kappersafspraak gepland! Nee, serieus: ik houd ervan om bij Cercle te werken. We spreken vaak over het ontwikkelen van jonge spelers en over het geven van een platform om te schitteren en dat is voor mij niet anders. Ik kan hier nog steeds stappen zetten en me verder ontwikkelen. Zo krijg ik nu bijvoorbeeld de kans om me te tonen in Europa, iets wat ook voor mij helemaal nieuw is. Dat zijn allemaal zaken die me sterker zullen maken als coach. Ik ben hier ook gewoon erg graag. Ik heb in Brugge een tweede thuis gevonden. Ik houd van deze stad. Ik woon letterlijk in het hart van de stad en elke dag ontmoet ik Cercle-fans of mensen van de blauwe kant van Brugge en al wat ik krijg is liefde en respect, los van de kleuren. Ik kan me dan ook heel gelukkig prijzen dat ik hier niet alleen kan werken, maar ook kan wonen.”
“Ik heb in Brugge een tweede thuis gevonden, ik hou van deze stad”
Bevestigen is altijd moeilijker. Wat wordt dit seizoen de grootste uitdaging?
“We hebben de lat de afgelopen twee jaar natuurlijk erg hoog gelegd en dat willen we dit seizoen ook doen. Niet per se resultaatsgewijs, want het draait zoals ik altijd zeg over de herkenbaarheid, over de ontwikkeling van spelers, over de Cercle-identiteit…”
Akkoord, maar als je play-off 1 gespeeld hebt en een Europees ticket hebt afgedwongen, zal u, los van die spelersontwikkeling, toch wel ontgoocheld zijn mochten jullie komend seizoen pas achtste eindigen?
“Natuurlijk, maar ook dat maakt deel uit van de uitdaging. Die ga ik met plezier aan. Uiteraard zullen we obstakels tegenkomen, maar die zullen we vol overtuiging en moed aangaan en uiteindelijk omzetten in ervaringen. Geloof me, we zullen klaar zijn voor de volgende stap.”
De match tegen Kilmarnock komt nu wel heel dichtbij. Voelt u dat het leeft binnen de spelersgroep?
“Ja, toch wel. En dat hoort ook zo, want dit is waarvoor iedereen vorig jaar zo hard gewerkt heeft. Laat die match dus maar komen!”
En als ik u vraag wat de ambities in Europa zijn, krijg ik dan ook het antwoord dat jullie spelers willen ontwikkelen en de Cercle-identiteit willen tonen of mikt u toch op meer?
“Kijk, het ontwikkelen zal er altijd bijkomen, want dat is nu eenmaal onze visie. Maar donderdag draait het om winnen. Dat is donderdag zo, dat zal in de terugmatch zo zijn en dat zal in een eventuele volgende ronde ook zo zijn. Europees voetbal telt voor mij enkel als je de groepsfase haalt. Dat is dan ook onze ambitie. Anders kunnen we dit evengoed als een oefenmatch beschouwen.”
Volgende week: Nicky Hayen (Club Brugge).
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier