“Het is bij beide ploegen niets dan kommer en kwel”: Henk Houwaart en Aad de Mos fileren ex-clubs Club Brugge en Anderlecht
De match Club-Anderlecht van zondag is een andere topper dan de vorige vijf jaren, toen RSCA nog vergane glorie was. Vandaag staan de Brusselaars weer tweede in de rangschikking met negen punten voorsprong op Club Brugge. We polsten even naar de mening van ex-kampioenencoaches Henk Houwaart en Aad de Mos, ervaringsdeskundigen in de clasico. De eerste bleek maar weinig enthousiast over Deila en co waarop de tweede béide topclubs in de pan hakte. Alvast: Anderlecht is momenteel géén negen punten beter dan Club.
Voor de liefhebbers: 172 keer stonden Club Brugge en Anderlecht tegenover elkaar. 57 keer won blauw-zwart, 52 keer werd het een draw, 63 keer won paars-wit. Voor de fanatiekste cijferliefhebbers: in de klassieker maakte Hans Vanaken (10) het meeste goals vóór Paul Van Himst (8). De 173ste editie zondag ziet er wel een pak anders uit dan de vorige jaren, Anderlecht was vijf jaar lang op de sukkel. Al is het wel al van oktober 2020 geleden dat Club thuis nog eens kon winnen van RSCA (3-0), de volgende vier duels eindigden op een draw. Maar het is al heel lang geleden dat Anderlecht nog eens op bezoek kwam in Jan Breydel met negen punten voorsprong op Club.
Wisselvallig
Dat was in het kampioenenjaar van Houwaart anders. De inmiddels 78-jarige ex-coach van Club (1984-1989) werd in 1988 kampioen met Club met zes punten vóórsprong (tweepuntensysteem, na 34 matchen) op Anderlecht. Houwaart won in januari 1988 met 2-1 van Anderlecht – goals van Brylle, Van Wijk en Ukkonen (A). Te onthouden: Marc Degryse speelde bij Club, de trainer van Anderlecht heette Georges Leekens. Henk blauw-zwarte onderbroek Houwaart is vandaag nog steeds fanatiek supporter van Club, maar ziet op het veld nog maar weinig gelijkenissen met zijn Club van 1988.
“Alleen Anderlecht kan Union nog van de titel houden” – Henk Houwaart
Houwaart: “Ik zie in elk geval geen kampioenenvoetbal, daarvoor is Club veel te wisselvallig. Bij momenten voetballen ze echt niet goed. Ze spelen te vaak naar achter, te weinig hoog en dus te weinig aanvallend. Waardoor ze te veel punten verliezen, vaak in het laatste kwartier. Dat is de verantwoordelijkheid van de coach, vind ik. Want met dié ploeg moet je aanvallen! Deila heeft daar de spelers voor: Nusa, Skov Olsen… Nusa speelt veel te weinig. Dat is toch een speler die elke liefhebber elke week wil zien? Ik merk dat er bij een voorsprong al snel een aanvaller wordt uitgehaald voor een verdediger, Odoi bijvoorbeeld. Maar als je hoger speelt, maak je het gemakkelijker voor jezelf. Gewoon altijd proberen een goaltje meer te maken. Nu zijn ze in eerste instantie blij als ze de nul kunnen houden.”
Efficiëntie
Dan wordt wel opgeworpen dat Club nog steeds veel kansen creëert, maar het mist de nodige efficiëntie. Het had volgens de expected points (het aantal punten dat je verdient op basis van kansen, red.) al bijna 14 punten meer moeten hebben. Dat zou dan 16 punten meer zijn dan de expected points van Anderlecht, in plaats van 9 minder dus. Dat is moderne voetballerij waar Houwaart maar weinig geloof wil aan hechten. “Ze moeten gewoon nog meer kansen afdwingen én afmaken. Vanaken is een geweldige voetballer, maar hij kan niet alles doen. Anderzijds scoren Thiago en Skov Olsen toch ook regelmatig? Maar om nu te zeggen dat Thiago een spits is van 37 miljoen euro? Nee, toch? Dat is gewoon ongelooflijk goed onderhandeld van Mannaert. Dat Thiago zondag geschorst is, hoeft geen probleem te zijn, Jutglà is in goede vorm. Die is in de box heel gevaarlijk, vooral op voorzetten van Skov Olsen en Nusa.”
De kwetsbaarheid van de verdediging is ook een issue. “Ook de problemen achterin zijn een gevolg van te veel naar achteren te leunen. Nu zie ik wel twee flankverdedigers, De Cuyper en Meijer, die hoog spelen maar zij maken de fout dat ze vaak tegelijk doorschuiven. Ze moeten dat om beurt doen.”
Het is duidelijk: Club moet tegen Anderlecht gerichter maar vooral vaker aanvallen. “Dan breng je zo Anderlecht in problemen, zeker weten. Want dat is momenteel ook geen wereldploeg, hoor. Die staan tweede met veel enthousiasme en dankzij veel geluk. Club kan best winnen hoor. Het wordt 2-1, denk ik.” Net als in ’88 dus. Maar Club wordt deze keer wel geen kampioen.
“Neen, ook met een zege maken ze alleen nog kans op een tweede plaats. De kloof op Union van 17 punten is heus niet meer te dichten. Alleen Anderlecht kan Union nog van de titel houden, die hebben nog 50 % kans. Maar dan mogen zij zondag niet verliezen. Bij winst van Club is de kampioen zondag al gekend. Union dus.”
Lot in handen van Vertonghen
Ook Aad de Mos ziet op het veld geen verschil van negen punten tussen beide clubs. Vandaag is de 76-jarige Nederlander nog steeds analist, van 1989 tot 1992 was hij hoofdcoach van Anderlecht, in 1991 werd hij kampioen. In dat kampioenenjaar won hij in maart met RSCA op Club Brugge. “0-2! Doelpunten van Kooiman en Keshi! Of neen, van Kooiman en Gert Verheyen.” De Mos’ herinneringen zijn zoet. “Anderlecht bracht toen champagnevoetbal, zei men!” En pour la petite histoire: de trainer van Club heette toen Georges Leekens en Marc Degryse voetbalde intussen bij Anderlecht. Dat toen kampioen werd met zes punten voorsprong op Club, de vierde in de stand.
“Thiago of Jutglà maakt niet veel verschil. Allebei halfjes” – Aad de Mos
Als je De Mos mag geloven, blijven béide ploegen vandaag vér onder het niveau van toen. “Waar beide clubs heel goed in zijn is marketing en merchandising en blijkbaar ook in het verkopen van spelers. Maar op het veld is het bij allebei niets dan kommer en kwel. Ik zie alleen maar voorzichtigheid. Wat van de bank komt. Vooral bij Anderlecht. Riemer kondigde wel pressingvoetbal aan maar ik zie dat alleen maar als ze achter komen, dan wordt de voorzichtigheid losgelaten en wordt er gerepareerd. Zoals tegen STVV. Maar als ze zoals tegen Mechelen op voorsprong komen, kruipen ze meteen achteruit en worden ze weggespeeld. (denkt na) Riemer heeft zijn lot gelegd in de handen van Vertonghen. Net als Debast loopt die graag achteruit, die vinden 0-1 op Mechelen ook lekker. En bij 1-2 hetzelfde. Zo voetbalt Anderlecht dus. Met een spits zonder gif ook. Dolberg dus. Eens een intikkertje, eens een strafschopje, mooie stift, mooi kopje. Maar hij maakt het verschil niet. In Vazquez zit toch meer gif.”
Geen kapstok
Club heeft hetzelfde probleem voorin, vindt hij. “Ook twee halfjes: Thiago of Jutglà, veel verschil zie ik niet. Allemaal halfjes. Wat Club binnenhaalde voor Thiago is ongelooflijk. Natuurlijk is hij geen 37 miljoen waard. Ik weet waarover ik praat, die jongen komt van Cruzeiro, de club van mijn Ronaldo bij PSV, dat was een ander niveau.”
(lees verder onder de foto)
Waarop hij verder fulmineert. “Ik mis bij Club vooral de intrinsieke motivatie om elke match weer die intensiteit te kunnen opbrengen. En ik zie almaar achterin dezelfde technische fouten: almaar achteruit lopen. Mechele is ook zo’n type als Vertonghen: ook niet gelukkig te voetballen met 40 meter in zijn rug. Wat voetbal hoort te zijn. En elke keer weer gaat er iemand in de fout: Spileers, Mechele of een ander… Mignolet wordt er ook gek van.”
Allebei bang om te verliezen
En de wisselvalligheid moet eruit. “Dat komt omdat er nog steeds geen basisformatie staat. Er is geen kapstok in de lengte van het veld. Ik zie geen herkenbaar elftal of herkenbaar voetbal, geen handtekening van de coach. Ik zie geen evenwicht en stabiliteit.” Wat hij wel ziet bij Union. Ook voor De Mos nu al bijna de enige titelfavoriet.
“Antwerp, Genk, Gent… Ze maken allemaal geen kans meer. Alleen Anderlecht maakt nog kans. Want na 30 matchen is het toch weer herbeginnen. Dan staan ze bij Union op maandagochtend op en zien ze in de dagbladen hun voorsprong gehalveerd. Dat is weer schrikken, hoor. En Club? No way! “Neen, die kunnen het vergeten. Ik denk ook niet dat ze zondag winnen. Het wordt wel weer een gelijkspelletje. Allebei bang om te verliezen. 2-2.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier