Weinig mensen kennen Brecht Dejaegere zo goed als Gino Caen. Hij lag destijds aan de basis van zijn doorstroming naar de A-kern en zijn doorbraak in het eerste elftal van KV Kortrijk én werkte later ook nog twee seizoenen met hem samen bij AA Gent “Het is duidelijk dat Brecht een transfer van het bestuur is”, zegt hij.
Ervaring kun je hem niet ontzeggen. Gino Caen (59) telt intussen meer dan 500 wedstrijden in de Jupiler Pro League en ook bijna 50 Europacupduels. Hij begon zijn trainerscarrière in het provinciale voetbal – bij de jeugd van FC Lichtervelde. Op profniveau was hij beloftecoach en conditietrainer bij KV Kortrijk en assistent-coach bij KV Oostende, Anderlecht, AA Gent, Zulte Waregem, Dender en Faisaly in Saoedi-Arabië. Hij werkte onder Hein Vanhaezebrouck, Yves Vanderhaeghe, Jess Thorup, Francky Dury en Timmy Simons.
“Zo’n speler die de club terughaalt omdat hij een meerwaarde kan zijn, laat je toch op zijn kwaliteiten spelen?”
Bij KVK lanceerde hij Brecht ‘Brechtje’ Dejaegere, nog altijd de laatste jeugdspeler die er doorbrak. En toen die twee maanden geleden naar het Guldensporenstadion terugkeerde, elf jaar na zijn vertrek, zei Caen: “Ze moeten hem in een centrale rol meteen de patron van de ploeg maken. Met zijn ervaring wordt hij een serieuze meerwaarde.”
Maar het draaide anders uit: Dejaegere zat al meer in de dug-out dan dat hij op het veld stond. Vorige zaterdag mocht hij nog eens starten, op de linkerflank zowaar, en droeg hij bij aan de felbevochten stuntzege tegen leider Genk. “Het is inderdaad anders uitgedraaid, omdat het slecht begonnen is”, zegt Caen. “Als je als coach zegt dat je Dejaegere niet nodig hebt, dat je iemand anders wou, is dat niet gezond. Dat valt niet goed. Dan zeg je eigenlijk: ik heb al zulke spelers lopen. Dat is een trainersfout. Een ervaren trainer doet dat niet. Het is duidelijk dat Brecht een transfer van het bestuur is geweest. Alexandersson laat ook zien dat het geen transfer van hem is: hij zet hem eerst twee weken op de bank, laat hem tegen Club Brugge zo’n 70 minuten spelen en tegen Union zet hij hem weer op de bank! Hoe kun je dan de allerbeste Dejaegere krijgen?”
Hoe gaat iemand als Dejaegere daar volgens jou mee om?
“Hij zal ontgoocheld zijn, en misschien ook wel denken: waar ben ik hier terechtgekomen? Brecht heeft het in zijn rijke carrière met toptrainers natuurlijk anders meegemaakt. Maar hij is een goed karakter, hè. Hij is iemand die altijd blijft vechten en antwoordt met prestaties. Daartoe moet hij dan wel de kans krijgen. Ik begrijp echt niet hoe Alexandersson met hem omgaat. Zo’n speler die de club terughaalt omdat hij een meerwaarde kan zijn, een sleutelspeler, die laat je toch op zijn kwaliteiten spelen? Misschien denkt hij: die Dejaegere is al 33 en komt hier uitbollen. Maar bij Brecht is het net andersom: hij wil zich nog extra bewijzen, zeker voor het Kortrijkse publiek, dat hem destijds alles heeft gegeven. En als je hem niet kent, dan ga je als coach toch wedstrijden van hem bekijken en zie je meteen wat zijn profiel is en wat zijn kwaliteiten zijn?”
Past Dejaegere wel goed in het spel van Alexandersson, dat vooral gebaseerd is op de counter, op lange ballen, op de tweede bal en op stilstaande fasen?
“Brecht is tactisch heel onderlegd en kan zich goed aanpassen. Maar het moet wel voor iedereen duidelijk zijn hoe er opgebouwd wordt en hoe er druk gezet wordt om je te kunnen inpassen. Als ik Kortrijk zie spelen, denk ik: wordt daar wel op getraind? In elk geval is het een werkpunt. Maar inderdaad, als je kick and rush speelt, heb je Brecht minder nodig. Maar hoeveel wedstrijden ga je winnen met 25 procent balbezit en 0,89 expected goals zoals tegen Genk?”
Waarom brak Dejaegere destijds wél door en brak er na hem geen enkele jeugdspeler meer door?
“Omdat Brecht goed scoorde op alle parameters die daarvoor nodig zijn. Je moet ontzettend graag voetballen en een enorme winnaarsmentaliteit hebben. Je moet technisch efficiënt zijn in functie van je profiel. Je moet het fysieke profiel hebben voor je positie en daar tijdens je opleiding in ontwikkeld worden. Dan zijn er nog twee dingen die talenten vaak missen. Ten eerste: coachbaar zijn, kunnen verdragen dat trainers en medespelers iets tegen je zeggen, én zelf coachen, wat wij tactische handelingssnelheid noemen. En ten tweede: de levensstijl. Opofferingen doen, je verzorgen, extra trainen, je sterke punten optimaliseren en je zwakke verbeteren. Als je een van die dingen mist, vergeet het dan maar. Brecht heeft bijvoorbeeld heel hard aan zijn lichaam gewerkt, om steviger op zijn benen te staan, was heel geïnteresseerd in tactiek en is zelfs al vroeg jeugdtrainer geworden. Als je dan als belofte mag meetrainen met de A-kern, moet je zorgen dat je aanvaard wordt en weerbaar bent, met prestatiedruk en concurrentie om kunt gaan, want je wordt er serieus getest. Je bent ook afhankelijk van mensen in de sportieve omkadering die je vooruit kunnen helpen. Talenten worden soms te vroeg afgeschreven omdat ex-profs in de staf wel weten wat er nodig is, kwaliteiten kunnen inschatten, maar niet weten hoe ze zwakke punten moeten wegwerken.”
Werd je ooit door de entourage van een jeugdspeler onder druk gezet om hem te laten doorstromen?
“Eén keer. Een vader bood mij een bedrag aan om zijn zoon toch te laten doorstromen van de U17 naar de U19. Maar zo werkt het natuurlijk niet, hè. (lacht) Ik heb dat toen ook meteen gemeld aan de jeugdmanager en de CEO.”
Ging het om een groot bedrag?
“Het was 10.000 euro.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
