Deze spelers leidden Club Brugge naar een negentiende landstitel

Nordin Jackers ontpopte zich dit seizoen tot een betrouwbare stand-in voor Mignolet. © Belga
Tjorven Messiaen
Tjorven Messiaen Reporter

Na een turbulent seizoen is Club Brugge er dan toch in geslaagd om zijn negentiende landstitel te pakken. Dit waren de acteurs van een opmerkelijk seizoen en hun bijdrage.

Simon Mignolet (32 matchen – 2.800 minuten – 12 clean sheets)

Minder indrukwekkend dan de voorbije seizoenen, maar toch opnieuw een belangrijke pion bij Club. Kampte in het begin van de play-offs met een blessure, maar nadat ook Jackers zich blesseerde kwam hij terug in de ploeg en pikte hij meteen het niveau terug op. Is duidelijk nog niet versleten.

Nordin Jackers (9 matchen – 800 minuten – 1 clean sheet)

Speelde onverwachts een sleutelrol in het behalen van de landstitel. Bewees zowel in het slot van de reguliere competitie, Europees als in de start van de play-offs dat hij een waardige stand-in is voor Mignolet. Stond er wanneer hij er moest staan en werd door Club daarvoor beloond met een contract tot 2027.

Jorne Spileers (29 matchen – 2.157 minuten – 1 assist)

Het Brugse jeugdproduct ontwikkelde zich goed dit seizoen. Kreeg aan de zijde van Mechele wel wat kritiek toen het minder liep en Club achterin kwetsbaar bleek, maar herpakte zich goed. Verloor in de play-offs wel zijn basisplaats aan Ordonez.

Brandon Mechele (40 matchen – 3.581 minuten – 5 goals)

Een seizoen zoals we het ondertussen wel gewoon zijn van Mechele: kreeg opnieuw kritiek, maar zoals altijd snoerde hij de criticasters de mond. Wierp zich opnieuw op tot de rots in de branding achterin. Speelt als linker centrale verdediger en trekt daar meer dan zijn streng. Onderschatte speler, nog steeds.

Joel Ordonez (19 matchen – 1.280 matchen – 1 assist)

De 20-jarige Ecuadoraan maakt vooral de laatste weken indruk. Verdedigend zeer sterk en zet ook in de opbouw stappen. Won deze play-offs de concurrentiestrijd van Spileers en wordt ongetwijfeld de volgende centrale verdediger die in navolging van Koussounou, Sylla en Nsoki een mooi bedrag zal opleveren.

Joel Ordonez won de laatste weken de concurrentiestrijd van Jorne Spileers.
Joel Ordonez won de laatste weken de concurrentiestrijd van Jorne Spileers. © KURT DESPLENTER BELGA

Dedryck Boyata (5 matchen – 174 minuten)

Miniem aandeel in de titel. Speelde amper vijf keer mee. Pijnlijk om te zien hoe de voormalige Rode Duivel is afgegleden.

Maxim De Cuyper (37 matchen – 2.754 minuten – 3 goals – 10 assists)

Bewees dat het jaar Westerlo hem goed gedaan heeft. Was zowat het hele seizoen basispion, al speelde hij toen Meijer na een blessure terug topfit was, ook een periode als rechtsachter. Presteerde echter ook tegen zijn voet naar behoren. Verschoof na de blessure van Meijer weer naar links. Was met zijn stilstaande fases vaak van goudwaarde.

Bjorn Meijer (27 matchen – 1.832 – 2 goals – 1 assist)

Sukkelde lange tijd met een buikspierblessure, maar veroverde langzaamaan wel opnieuw een basisplaats. Werd naarmate het seizoen vorderde steeds beter. Tot hij in deze play-offs opnieuw uitviel.

Kyriani Sabbe (19 matchen – 1.030 – 1 goal – 3 assists)

Nieuw West-Vlaams talent dat dit seizoen is opgestaan. Werd na een sterk begin afgeremd door een blessure en verdween nadien naar de bank, maar toonde in de play-offs opnieuw over hoeveel potentieel hij beschikt. Schopte het zelfs tot de 40-koppige voorselectie voor het EK. Met Sabbe zit Club alvast gebeiteld op rechtsachter.

Kyriani Sabbe toonde dit seizoen dat hij over heel wat potentieel beschikt.
Kyriani Sabbe toonde dit seizoen dat hij over heel wat potentieel beschikt. © LAURIE DIEFFEMBACQ BELGA

Denis Odoi (24 matchen – 1.027 minuten – 2 goals)

Verdween onder Ronny Deila naar het achterplan, maar knokte zich onder Hayen helemaal terug. Door zijn polyvalentie een zegen voor een coach, want kan als verdedigende middenvelder en als rechtsachter uit de voeten. Zakt zelden onder de ondergrens. Is einde contract, maar kan in deze vorm ook volgend jaar zijn rol spelen bij Club.

Tajon Buchanan (12 matchen – 833 minuten – 2 goals – 2 assists)

De nukkige Canadees werd in het begin van het seizoen vooral als rechtsachter uitgespeeld, maar leek daar niet altijd tevreden mee. Kampte ook met wat blessures. Vertrok in januari naar Inter, waar hij ook een landstitel mocht vieren.

Raphael Onyedika (30 matchen – 2.355 minuten – 3 goals – 1 assist)

De verrijzenis van het jaar? Nadat hij vorig seizoen als een komeet binnenkwam, deemsterde de Nigeriaan volledig weg. Pas onder Nicky Hayen floreerde de middenvelder opnieuw. Met zijn rust aan de bal en de manier waarop hij soms wegdraait is Onyedika genot om naar te kijken. Als hij de nonchalance die al eens in zijn spel durft te sluipen, eruit krijgt, wacht hem ongetwijfeld een grote toekomst.

Eder Balanta (21 matchen – 594 minuten)

Was op zijn manier toch maar weer van waarde voor Club. De Colombiaanse werkmier werd vaak ingebracht om als breker een resultaat over de streep te trekken en deed dat telkens naar behoren. En dat terwijl hij bij het begin van het seizoen nog naar de b-kern werd verwezen.

Balanta (links) werd in het begin van het seizoen nog naar de b-kern verwezen, maar knokte zich terug in de gratie.
Balanta (links) werd in het begin van het seizoen nog naar de b-kern verwezen, maar knokte zich terug in de gratie. © BRUNO FAHY BELGA

Hugo Vetlesen (37 matchen – 2.515 minuten – 3 goals – 4 assists)

Wisselvallig. Leek de eerste maanden meteen vlot mee te draaien in het Brugse geheel, maar kreeg het nadien moeilijker. Niet onlogisch voor een speler die overkomt van een Scandinavische competitie. Pikte de draad nadien wel weer op. Infiltreert goed en zorgt voor drive en werkkracht.

Casper Nielsen (31 matchen – 1.445 minuten – 2 goals – 1 assist)

Slaagde er ook dit seizoen niet in om een vaste basisplek te veroveren. Speelde wel altijd zijn match, maar het mocht voetballend soms toch net iets meer zijn.

Shion Homma (2 matchen – 10 minuten)

Speelde geen rol van betekenis. Zijn aandeel bleef beperkt tot twee invalbeurten van telkens vijf minuten.

Hans Vanaken (38 matchen – 3.349 minuten – 5 goals – 8 assists)

De draaischijf, de patron. Hans Vanaken was dit seizoen weer vintage Vanaken. Zakte ondanks het moeilijke seizoen van Club nooit onder de ondergrens en was outstanding in de play-offs. En dan te denken dat er weer heel even aan hem getwijfeld werd toen Club zonder hem Anderlecht klopte. Haalde nadien evenwel opnieuw zijn topniveau. Scoorde voor zijn doen wel opvallend weinig. Al maakte hij er wel zeven in Europa.

Hans Vanaken is en blijft de draaischijf en de patron van dit Club Brugge.
Hans Vanaken is en blijft de draaischijf en de patron van dit Club Brugge. © Tom Goyvaerts BELGA

Antonio Nusa (30 matchen – 1.499 minuten – 3 goals – 3 assists)

Dat hij een toptalent is, staat buiten kijf, maar mogen we net daarom niet meer verwachten van de jonge Noor? Werd natuurlijk niet gediend door de omstandigheden. Was flitsend, leek een toptransfer te versieren naar Brentford, maar die sprong af na vermeende knieproblemen. Mentaal een klap, die hij nog niet helemaal te boven lijkt. Zijn acties zien er wel vaak mooi uit, maar missen nog efficiëntie.

Philip Zinckernagel (29 matchen – 1.578 – 7 goals – 7 assists)

Protégé van Deila en mede daarom niet altijd even geliefd bij de Brugse fans. Begon nog degelijk aan het seizoen, maar kon dat niveau niet aanhouden. Verdween na het ontslag van Deila uit de ploeg. Niet helemaal onlogisch, want kon eigenlijk nooit echt overtuigen. Al ogen zijn statistieken met zeven goals en zeven assists allerminst slecht.

Michal Skoras (28 matchen – 1.079 minuten – 2 goals – 4 assists)

Duurde lang vooraleer hij aan de oppervlakte kwam, maar werd onder Hayen wel basisspeler. Ter illustratie: verzamelde in de play-offs meer minuten dan tijdens de reguliere competitie. Zijn acties komen er nog net iets te weinig uit, zeker in de topmatchen, maar maakt heel veel goed met zijn werkkracht en grinta. Is daarom ook heel geliefd bij het Brugse publiek.

Andreas Skov Olsen (33 matchen – 2.370 minuten – 14 goals – 4 assists)

In zijn dag de beste speler op de Belgische velden. Heeft ook duizelingwekkende statistieken – hij scoorde dit seizoen over alle competities heen 26 keer – maar blijft mentaal broos. Miste een deel van de play-offs door een blessure, maar toonde zich nadien opnieuw belangrijk. Scoorde bijvoorbeeld twee keer in 45 minuten tegen Union. Kan zonder twijfel mee in de Europese (sub)top, maar dan moet het kopje meewillen.

Skov Olsen, het Brugse enigma.
Skov Olsen, het Brugse enigma. © LAURIE DIEFFEMBACQ BELGA

Igor Thiago (34 matchen – 2.534 – 18 goals – 3 assists)

Wat een rollercoaster van een seizoen voor de Braziliaan. Wisselde periodes van droogte af met periodes waarin elke bal binnenvloog. Vocht lang tegen de scepsis en de soms snoeiharde kritiek, maar bewees de criticasters uiteindelijk ongelijk: Scoorde uiteindelijk achttien keer in 34 wedstrijden, maar werd vooral week na week belangrijker als kapstok in het aanvalsspel van Club Brugge. Aanvankelijk werd er nog smalend gedaan over het feit dat Brentford ruim 30 miljoen betaald heeft voor hem, maar ondertussen moet je je stilaan afvragen of Thiago dat bedrag toch niet gewoon waard is. Wel zonde dat hij door een knieblessure de titel niet op het veld kon verzilveren

Ferran Jutgla (35 matchen – 1.763 minuten – 8 goals – 6 assists)

Miste het begin van het seizoen door een pubalgie en werd daarna geregeld geblokkeerd door de goede prestaties van Thiago. Stond er wel wanneer Club hem nodig had, zoals op PAOK. Werd ook vaak op de flank geposteerd en speelde daar zijn match. Ging soms wel iets te nadrukkelijk op zoek naar een goaltje. Vooral zijn heerlijke doelpunt tegen Antwerp zal bijblijven.

Victor Barbera (4 matchen – 28 minuten)

De landgenoot van Jutgla kwam nooit verder dan vier korte invalbeurten.