De 19 landstitels van Club Brugge in een overzicht

De supporters van Club Brugge mogen hun sjaals opnieuw bovenhalen. © Archief Belga
John Taillieu
John Taillieu Medewerker KW

Club Brugge kroonde zich zondagavond voor de negentiende keer tot kampioen van België. We nemen u graag mee terug in de tijd en blikken terug op alle landstitels uit de blauw-zwarte geschiedenis.

Nummer 1: 1919-1920

Hoewel Brugge werd opgericht in 1891 duurde het een tijdje alvorens ze een eerste titel konden binnenrijven. Na een paar tweede plaatsen en een verloren testwedstrijd om het kampioenschap in 1910 was het na Wereldoorlog I eindelijk voor het eerst prijs. Brugge, dat toen nog onder de naam FC Brugeois speelde, haalde het nipt voor Union Saint-Gilloise.

Nummer 2: 1972-1973

Er gaapt een enorme kloof tussen de eerste en de tweede titel. Maar liefst 53 jaar moest Club Brugge wachten op een nieuwe oppergaai. In 1972 ging de titel op de slotspeeldag verloren, maar een seizoen later was het eindelijk prijs. Op het veld van aartsrivaal Anderlecht had Brugge genoeg aan een puntendeling om de titel binnen te rijven. Grote namen zoals Johny Thio en Raoul Lambert maakten toen deel uit van de successen.

Nummer 3: 1975-1976

Met de komst van de Oostenrijkse trainer Ernst Happel, overgenomen van het Spaanse Sevilla, begon Club Brugge aan een gouden periode. Niet enkel in eigen land stapelden de successen zich op, ook op het Europese strijdtoneel was Brugge een te duchten tegenstrever. De landstitel werd zonder veel problemen binnengehaald. Europees bereikte Brugge de finale van de UEFA-cup, daarin toonde Liverpool zich echter te sterk. Tijdens dit seizoen maakte Brugge de overstap naar het huidige Olympiastadion.

Nummer 4: 1976-1977

Alweer een successeizoen met een tweede opeenvolgende titel. Net zoals het seizoen ervoor moest rivaal Anderlecht zich tevreden stellen met een tweede plaats. Europees raakte Club Brugge tot in de kwartfinales van de Europa Cup I. Het seizoen werd in stijl afgesloten met winst in de beker na een zege tegen Anderlecht. Het was de eerste dubbel uit de Brugse geschiedenis.

Nummer 5: 1977-1978

De gouden generatie met onder meer Birger Jensen, Georges Leekens, Rene Vandereycken, Fons Bastijns en Raoul Lambert haalde een derde opeenvolgende titel binnen. De strafste prestatie kwam er echter in Europa. Club Brugge stootte als eerste en nog steeds enige ploeg door tot de finale van de Europa Cup I. Het mocht Liverpool bekampen op Wembley, maar net zoals twee seizoenen geleden in de UEFA-cup waren de Engelsen opnieuw te sterk.

Nummer 6: 1979-1980

Na een teleurstellende zesde plaats in het voorgaande seizoen knoopte Club Brugge aan met een vierde titel in vijf jaar tijd. Wondercoach Happel was ondertussen al weg maar onder de Nederlander Han Grijzenhout, overgenomen van de buren van Cercle, was de zesde landstitel een feit. Op het einde van het seizoen werd afscheid genomen van Raoul Lambert, na een fenomenale carrière van 22 seizoenen.

Nummer 7: 1987-1988

Onder Nederlands coach Henk Houwaart won Club Brugge eerder al de beker en de Supercup, maar het was wachten tot in 1988 voor een nieuwe landstitel. Met bekende namen zoals Broos, Van der Elst, Beyens en Ceulemans beleefde blauw-zwart heel wat memorabele Europese avonden.

Nederlagen buitenshuis werden steevast thuis in een zege omgezet zoals bijvoorbeeld tegen Dortmund. Enkel Espanyol stond een nieuwe Europese finale nog in de weg.

Nummer 8: 1989-1990

Met Georges Leekens aan het roer haalde Club Brugge een achtste landstitel binnen. Het seizoen begon nochtans niet al te voortvarend. In een week tijd werd Brugge zowel uit de beker als uit Europa gewipt. Maar onder impuls van een sterk keepende Dany Verlinden en met de 24 competitietreffers van Frank Farina mocht blauw-zwart uiteindelijk toch zegevieren. Andere rasechte Bruggelingen zoals Plovie en Borkelmans droegen ook hun steentje bij aan de landstitel.

Nummer 9: 1991-1992

Een jaar nadat Club Brugge de buren van Cercle een pandoering van 10-0 hadden gegeven, mocht er opnieuw een titel in de prijzenkast. Hugo Broos leidde Brugge tijdens zijn eerste seizoen onmiddellijk naar de titel. Voorin zorgden Foeke Booy en Daniel Amokachi voor het mooie weer. In de Europacup II was de halve finale tegen Werder Bremen het eindstation. De titel zorgde voor een primeur: Club Brugge mocht voor het eerst deelnemen aan de pas opgerichte Champions League.

Nummer 10: 1995-1996

De tiende titel kwam er in 1996. Club Brugge zette na Nieuwjaar een enorm sterke reeks neer en haalde het met maar liefst tien punten voorsprong op Anderlecht. Club Brugge boekte veertien opeenvolgende zeges en won later ook nog de beker. Het was tevens de tweede en laatste titel onder Hugo Broos, die verkozen werd tot Trainer van het Jaar. De Gouden Schoen kwam ook in Brugse handen: de Australische verdediger Paul Okon kroonde zich tot beste speler. Mario Stanic sloot het seizoen af als topschutter.

Nummer 11: 1997-1998

Eric Gerets won in 1997 de titel met Lierse en deed dat een jaar later nog eens over in Brugs dienstverband. In de competitie stond er geen maat op Club Brugge, dichtste achtervolger Genk had een achterstand van maar liefst achttien punten. Clubicoon Dany Verlinden stond nog steeds in doel, voorin maakte de Litouwer Jankauskas de doelpunten. De dubbel wenkte, maar in de bekerfinale volgde een zware 4-0 nederlaag tegen Racing Genk.

Nummer 12: 2002-2003

In 2000 nam de Noor Trond Sollied over. Het volgende seizoen won hij de beker en in 2003 kwam daar een eerste landstitel bij. Brugge speelde toen met heel wat Belgen tussen de lijnen zoals De Cock, Verheyen, Maertens, Englebert en Simons. Die laatste won zowel de Gouden Schoen en de trofee Profvoetballer van het Jaar.

Nummer 13: 2004-2005

Een jaar na de enorme stunt tegen Dortmund in de Champions League was het weer prijs in eigen land voor Sollied en zijn team. Een gelijkspel op de voorlaatste speeldag tegen concurrent Anderlecht was voldoende voor de titel. Op het einde van het seizoen stopte Sollied als coach. Onder zijn bewind haalde blauw-zwart twee titels, twee bekers en drie Supercups. De uitzege op AC Milan in de Champions League zal een van de meest legendarische wedstrijden onder Sollied blijven.

Nummer 14: 2015-2016

Na acht seizoenen waarin geen enkele prijs werd gewonnen, behaalde Michel Preud’homme in 2015 de winst in de beker. In 2015-2016 mocht Club Brugge eindelijk nog eens een titel vieren. Ondanks een aantal vrij matige seizoenen bleef het Brugse legioen trouw aan hun club. De euforie van een eerste landstitel in elf jaar was dan ook danig groot, zeker als die er kwam na een 4-0 zege op eigen veld tegen eeuwige rivaal Anderlecht. Diaby (2x), Vanaken en Simons waren de schutters van dienst. Het was overigens de eerste titel van Club Brugge sinds de invoering van de play-offs.

Nummer 15: 2017-2018

Ivan Leko werd aangenomen als nieuwe coach en tijdens zijn debuutseizoen veroverde hij meteen de titel. Club was soeverein tijdens de reguliere competitie, maar in de play-offs kwam Standard nog sterk opzetten. Met zeventien assists was Ruud Vormer de meest beslissende speler in de competitie, het leverde de Nederlander de Gouden Schoen op. Europees stelde Club Brugge wel teleur. Basaksehir was te sterk in de voorrondes van de Champions League en AEK Athene wipte Brugge in de voorrondes van de Europa League.

Nummer 16: 2019-2020

De traditie van een nieuwe coach en een nieuwe landstitel werd verder gezet met de aanstelling van Philippe Clement. De zestiende titel zal altijd wel speciaal blijven aangezien de competitie vroegtijdig gestopt werd vanwege corona. De stand na 29 speeldagen werd meteen ook de eindstand. Club Brugge had toen een voorsprong van vijftien punten op AA Gent. De laatste speeldag en de play-offs werden niet meer gespeeld. Naar goede gewoonte was Ruud Vormer de man met de meeste assists. Hans Vanaken won voor het tweede opeenvolgende seizoen de Gouden Schoen.

Nummer 17: 2020-2021

Voor het eerst sinds 1978 volgde Club Brugge zichzelf op als kampioen. Brugge begon met een mooie voorsprong aan de play-offs, maar bijna ging het nog mis. Blauw-zwart won slechts één van zijn zes wedstrijden terwijl Racing Genk 16 op 18 pakte. In de eindstand stonden beide clubs op gelijke hoogte, maar de titel ging wel naar Brugge vanwege hun eerste plaats in de reguliere competitie. Noa Lang ontpopte zich tot publiekslieveling en Charles De Ketelaere werd verkozen tot Belofte van het Jaar.

Nummer 18: 2021-2022

Een historische derde opeenvolgende landstitel kwam er niet zomaar op bestelling. Club had de handen meer dan vol met seizoensrevelatie Union. In januari vertrok Clement naar Monaco, hij werd opgevolgd door de Nederlander Alfred Schreuder. Met resultaatvoetbal slaagde die er tussen februari en mei in om de achterstand van twaalf punten om te draaien. In de play-offs begaf Union het finaal en Brugge sleepte de titel binnen op het veld van Antwerp. Noa Lang en Charles De Ketelaere grepen nipt naast de Gouden Schoen, die ging naar topschutter Paul Onuachu.

Nummer 19: 2023-2024

De negentiende landstitel is meteen ook de meest onverwachte. Een seizoen lang was het kommer en kwel bij Club Brugge. De aanstelling van Ronny Deila bleek al snel een miscast, maar het bestuur wachtte te lang om hem door te sturen. Het kalf leek verdronken, maar onder Nicky Hayen volgde een ongeziene omwenteling. Geholpen door de halvering van de punten, maar vooral door een schitterende reeks resultaten in de play-offs heeft Club Brugge het onwaarschijnlijke waargemaakt. Na de reguliere competitie stond Club Brugge, maar liefst 19 punten achter op Union.

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier