Club Brugge en vijf andere topclubs vrezen het failliet van het topvoetbal

Voorzitter Bart Verhaeghe van Club Brugge. © BELGA
Frank Buyse
Frank Buyse Senior writer

Club Brugge en de vijf andere topclubs – Anderlecht, Antwerp, Genk, Gent en Standard – vrezen dat de programmawetten van de regering inzake de recuperatie bedrijfsvoorheffing “het failliet van de sector” tot gevolg zullen hebben en reageren in een gezamenlijke brief. Wij geven hun statement integraal mee.

“Op 20 oktober berichtte de regering dat er in de schoot van de begrotingsbeslissingen een politiek akkoord werd gevonden voor een inperking van de sector specifieke (para)fiscale voordelen van de profsport ten belope van 43 miljoen euro. Er werd opdracht gegeven aan ministers Vandenbroucke (30 miljoen) en Van Peteghem (13 miljoen) om in overleg met de sector de modaliteiten van dat akkoord te verfijnen. De Belgische topclubs erkennen deze (para)fiscale evolutie, assumeren deze inperking en zijn bereid tot sectorieel overleg om de maatregelen hun doel, met name een vrijwaring van internationale competitiviteit en vooral een incentivering van jeugddoorstroming, te realiseren.

Wat daarna in de programmawetten verscheen, vooral als het gaat om de beperking van de sectorspecifieke recuperatie bedrijfsvoorheffing, slaat ons met verstomming. We kunnen niet anders dan vaststellen dat er voorstellen worden geformuleerd die volgens de berekeningen in totaliteit zouden kunnen oplopen tot een recurrente impact van 170 miljoen. Dat is per definitie het failliet van de sector.

Meer specifiek worden de ‘topclubs’ geraakt daar zij vaak het grootste budget, de beste spelers en bijgevolg ook de hoogste spelerslonen betalen. Laat dat nu net de clubs zijn die – nagenoeg als enige – nog in Belgische handen zijn, en hard inzetten op jeugddoorstroming en lokale verankering op vlak van opleiding en sociale werken.

Dit ging in de voorbije jaren gepaard met zeer substantiële infrastructuur investeringen in jeugdopleidingscentra. Deze clubs staan per definitie hoog gerangschikt in het programma jeugdlicentie dat de investeringen en inspanningen in jeugdvoetbal catalogeert. Deze clubs stallen bijgevolg het overgrote deel van de Belgische talenten en leveren het merendeel van de spelers voor de nationale jeugdploegen. En dat in een internationaal uiterst concurrentieel speelveld.

De Belgische topclubs die samen meer dan 80 % van het het ‘product’ Belgisch voetbal uitmaken, die Europees voetbal spelen, die het leeuwendeel van het publiek in de stadions en op tv lokken, die elke dag media maken en cafés laten vollopen, die de leveranciers van Belgisch toptalent zijn voor zichzelf en De Rode Duivels worden hiermee gedecimeerd.

Ondertussen komt de programmawet in de krant als een fait accompli, met de ambitie om die in te voeren in januari, halverwege het budgettaire voetbaljaar en het voetbalseizoen. Alternatieve voorstellen die zowel budgettair als doelmatig zeer efficiënt zouden zijn, zoals het verhogen van het minimumsalaris voor niet-EU’ers ter bevordering van de keuze voor jonge Belgische talenten, worden nergens vermeld.

Als de voorstellen in de fiscale programmawet bewaarheid worden zal het Belgisch topvoetbal in zijn huidige vorm, zowel nationaal, internationaal op clubniveau als qua niveau van de nationale ploegen ophouden te bestaan. Het effect van de maatregelen zal per definitief contraproductief zijn. Jonge Belgen zullen niet rijpen in Belgische opleidingen. Ze zullen naar het buitenland verhuizen en onzichtbaar worden in de Belgische competitie.

Dat of de inkomsten moeten op de kap van fans gegenereerd worden. En ook dat is relatief want om dergelijke impact te compenseren volstaat zelfs een verdrievoudiging van de ticketprijzen voor fans niet. België, dat in een recente wetenschappelijke studie in de buik van het Europese peloton zit wat betreft fiscaliteit zal per definitie wegkwijnen. Weg ambitie en trots voor miljoenen voetbalfans en weg Belgisch ondernemerschap in het voetbal.

Het spreekt voor zich dat wij op elk moment bereid zijn tot constructief overleg met de bevoegde ministers. Wat nu voorligt echter, is een ondoordachte, contraproductieve en zijn doel missende systematiek waar wij ons niet kunnen bij neerleggen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier