Cercle-routinier Pieter Gerkens (30) spreekt klare taal: “We moeten meer vanuit het defensieve vlak denken”

Pieter Gerkens: "Mijn rol bij Cercle is ook anders, in die zin dat ik hier in de groep iets meer de oudere speler en de leider ben, diegene die mee moet zoeken naar oplossingen voor het geheel." (foto David Catry/Isosport)
Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Sportjournalist

Na veertien speeldagen staat Cercle Brugge voorlaatste. Zaterdagnamiddag sluit het de heenronde af op het veld van leider Union. “We laten te veel steken vallen en er is niemand om die op te rapen”, zegt Pieter Gerkens. “We moeten meer verantwoordelijkheid opnemen om de fouten die we maken samen te kunnen opvangen.”

Bij zijn moederclub KRC Genk slaagde hij er niet in helemaal door te breken, maar bij STVV was Pieter Gerkens niet te stoppen: als infiltrerende box-to-box-middenvelder maakte hij er veertien doelpunten in één seizoen, de meeste van binnen de zestien meter én in één tijd! Het leidde zijn carrière weer naar de top via drie G-5-clubs: Anderlecht,  Antwerp en AA Gent, dat hem de voorbije zomer verhuurde aan Cercle Brugge. In plaats van bovenaan het klassement voor de prijzen te spelen, moet hij op zijn dertigste tegen de degradatie strijden. Toch is hij gelukkig.

“Op voetbalvlak kan het momenteel natuurlijk beter, maar voor de rest ben ik binnen de vereniging heel tevreden”, zegt hij. “We hebben een heel goeie groep en ik speel, dus dat is positief. Vorig seizoen speelde ik weinig en het was belangrijk om nu het spelletje weer te kunnen spelen, om doorheen de week weer de motivatie te vinden om elke dag te trainen met een doel voor ogen. De resultaten vallen op dit moment wat tegen, maar ik denk wel dat we op de goeie weg zijn. Plezier halen uit kleine dingen om naar een goede prestatie toe te werken en daar als groep samen voor te strijden, is wat ik in mijn laatste jaar bij AA Gent het meest miste. Ik heb nog geen enkele seconde spijt gehad van mijn beslissing om naar Cercle Brugge te komen.”

Het klassement ziet er echt niet goed uit: bijna halfweg de reguliere competitie staan jullie voorlaatste.

“In veel van onze wedstrijden hebben we het betere van het spel, maar daar koop je niets mee. Ik denk dat we iets matuurder moeten zijn om meer punten over de lijn te kunnen trekken. Dat zijn dingen die snel moeten veranderen.”

“We laten te veel steken vallen en er is niemand om die op te rapen”

Tegen OH Leuven bleek alweer: niet efficiënt genoeg voorin en te kwetsbaar achterin. Hoe los je dat op?

“Fouten gebeuren bij elke ploeg en in elke wedstrijd. Ik denk dat iedereen in de groep iets meer verantwoordelijkheid moet opnemen om ervoor te zorgen dat we die fouten samen kunnen opvangen. Dat is op dit moment het grootste probleem. In beide boxen zijn we als groep niet doortastend genoeg. We laten te veel steken vallen en er is niemand om die op te rapen. Vooral defensief is er ruimte voor verbetering. Offensief missen we veel kansen, ook qua afwerking is er zeker ruimte voor verbetering, maar anderzijds scoren we ook wel relatief veel voor een ploeg die zo laag staat. Ik heb in grotere clubs gespeeld waar het probleem was dat er geen kansen gecreëerd werden. Hier stelt zich dat probleem niet. Wij tonen dat we kunnen voetballen, zetten in balbezit grote stappen vooruit in vergelijking met de voorbije jaren én scoren bijna elke wedstrijd. Ik denk dat we vooral iets meer vanuit het defensieve vlak moeten denken en af en toe de nul moeten kunnen houden.”

Pieter Gerkens, hier in duel met Liam De smet van Kortrijk. (foto belga)

Ligt het aan de jeugdigheid van de groep?

“We begaan vooral defensief jeugdzondes, fouten die terugkomen en eigenlijk niet zouden mogen terugkomen. Ik denk dat dat de grootste marge is om beter te doen.”

Moet er iets veranderen aan de spelwijze? Is 4-4-2 wel het beste systeem voor deze spelersgroep?

“Daar zijn we naar aan het kijken. De trainersstaf is continu bezig met het zoeken naar oplossingen.”

Tegen OH Leuven begon jij op rechts! Zo ontstaat toch de indruk: daar klopt iets niet?

“Zoals ik zei: we zijn op zoek naar oplossingen om meer stabiliteit te krijgen.”

Hoe gaat deze jonge groep om met de realiteit dat er tegen de degradatie geknokt moet worden?

“De groepssfeer is best oké, maar ik denk dat het in deze omstandigheden ook nodig is om een beetje sense of urgency te hebben. Het is voornamelijk de taak van Hannes Van der Bruggen en  mezelf om te proberen die urgentie erin te krijgen, te zorgen dat het bewust zijn of het begrijpen van de ernst van de situatie op sommige momenten niet verloren gaat.”

Hoe is in deze omstandigheden de sfeer in de club?

“Ik denk dat iedereen wel beseft of zou moeten beseffen dat het nu van moetens is en dat we ervoor moeten zorgen dat we allemaal samen uit deze situatie geraken. Ik heb niet het gevoel dat er paniek is en er ondoordachte beslissingen genomen zullen worden.”

Floreren

Je hebt de voorbije jaren bovenaan de rangschikking gespeeld, bent met Antwerp zelfs landskampioen geworden: hoe is het om nu tegen de degradatie te moeten strijden?

“Dat is een heel andere druk, maar toch ook vergelijkbaar. Bij een topclub is er elke week druk om te moeten winnen. Daar is misschien zelfs meer stress dan hier.”

Je kende je beste periodes in je carrière bij STVV en Antwerp onder Ivan Leko. Bij het woelige Gent eindigde je eind vorig seizoen in de C-kern. Is het vorige zomer na de komst van Leko naar Gent geen optie meer geweest om daar toch te blijven?

“Zijn komst naar Gent en mijn vertrek daar zijn een beetje samengevallen. Ik trainde nog een week onder hem en hij heeft mij gezegd dat mocht er om de een of andere reden geen akkoord zijn bereikt met Cercle, ik nu nog een speler van Gent zou zijn geweest. Ik had daar wellicht toch nog mijn steentje kunnen hebben bijdragen.”

Waarom rendeer je zo goed onder Leko?

“Omdat hij iemand is met een heel duidelijk stramien en een heel duidelijke lijn van wat er kan en wat er niet kan. Iedere speler weet exact wat hij moet doen en ik ben iemand die daar fel in floreert, die heel goed die lijnen kan volgen en daarbinnen perfect weet wat kan en wat niet kan, wat mag en wat niet mag. Dat ligt mij heel erg.”

Pushen

Je bent intussen dertig jaar. Ben je tevreden met hoe je carrière tot nu toe gelopen is?

“Ja, ik ben fier op wat ik heb bereikt. Er zijn altijd wel momenten waarvan je gehoopt had dat het beter zou zijn gegaan, maar uiteindelijk: that’s how life goes.”

In welke zin ben je doorheen je carrière geëvolueerd als persoon?

“Ik ben matuurder geworden. Vroeger zegden mijn ouders: Pieter is veel te lief, veel te teder voor die harde mannenwereld. Ik denk dat ik daar wel stappen in gezet heb. Je leert om je mannetje te staan. Bij Genk was ik nog iets meer die lieve persoon, waardoor ik mijn stempel niet genoeg heb kunnen drukken op de groep en misschien daarom ook niet helemaal ben kunnen doorbreken. De laatste jaren gaat het beter om iets meer de aanjager, de pusher te zijn. Qua agressiviteit was het voordien eerder ik die aangejaagd en gepusht moest worden. Mijn rol bij Cercle is ook anders, in die zin dat ik hier in de groep iets meer de oudere speler en de leider ben, diegene die mee moet zoeken naar oplossingen voor het geheel. Vroeger was het eerder kijken naar hoe ikzelf het beter kon doen, nu is mijn reflectie breder: hoe kunnen we het als groep beter aanpakken, wat kan ik doen zodat we iets anders functioneren? Ik vind het interessant om die kant van mezelf te ontdekken.”

Wat heb je intussen geleerd over de voetbalwereld?

“Ik heb geleerd dat – hoe raar het ook mag klinken – hard werken, altijd je best doen, doen wat er van je gevraagd wordt in de voetbalwereld niet altijd beloond wordt. Soms moet je blijkbaar iets meer een bad boy zijn, de tegendraadse uithangen en buiten de lijntjes kleuren.”

Lukt je dat?

“Ik ben zeker geen bad boy geworden. Ik ben nog altijd iemand die vooral hard werkt en doet wat er van hem gevraagd wordt, maar verbaal ben ik toch iets meer op mijn strepen gaan staan en probeer ik iets meer dingen af te dwingen.”

Partner Expertise