Cercle-doelman Radoslaw Majecki aan laatste weken bezig bij de vereniging: “Ik zeg het nog steeds: ooit wil ik bij Real Madrid spelen”
Legia Warschau, Monaco, Cercle Brugge. Ziedaar het parcours van Radoslaw Majecki (23) tot dusver. De Poolse doelman van Cercle Brugge is aan zijn afscheidstournee bezig op onze velden, want deze zomer volgt hoogstwaarschijnlijk een nieuwe stap in zijn nog prille carrière. Wij blikken daarom aan de hand van vier van zijn coaches terug op wat al geweest is én vooruit op wat komt. “Ik zei het op mijn zeventiende al: ‘ooit wil ik voor Real Madrid spelen’.”
“Hoogstwaarschijnlijk wel”, antwoordt Majecki wanneer we aan het einde van dit interview vragen of dit zijn laatste interview was als doelman van Cercle Brugge. “Normaal gezien start ik deze zomer aan de voorbereiding bij Monaco en wat de toekomst brengt, zien we dan wel.” Enige ambitie is de Pool alleszins niet vreemd. Dat bleek al bij zijn eerste interview in ons land, afgelopen zomer, toen hij prompt stelde dat hij kampioen én de beste doelman in onze competitie wilde worden. Niet dat hij die ambities helemaal inloste, toch maakte de Pool dit seizoen ondanks een mindere start indruk bij de vereniging. En dat nadat hij de afgelopen jaren onder meer door (top)coaches als Ricardo Sá Pinto, Niko Kovac en Philippe Clement gekneed werd.
Ricardo Sá Pinto (Legia Warschau)
“Het begon voor mij allemaal in het seizoen 2017-2018, toen ik als 17-jarige uitgeleend werd aan een Poolse tweedeklasser. Ik speelde er alles en deed het er ook goed, maar toen ik in de zomer van 2018 terug bij Legia kwam, zei de toenmalige coach dat ik voor hem pas derde keuze was en dat ik geduldig moest zijn. Nochtans had ik wel het gevoel dat ik klaar was om te spelen, want ik had me een jaar eerder toch bewezen in tweede klasse. Ik moest dus vanaf de bank of de tribune toekijken hoe de club een moeilijke seizoensstart doormaakte.”
“Gelukkig voor mij werd de coach vrij vroeg op het seizoen ontslagen, waarna Ricardo Sá Pinto (ex-speler en -trainer van Standard, red.) overpakte. Vanaf dat moment veranderde voor mij alles. Sá Pinto zette eerste doelman Arkadiusz Malarz, die toch meer dan 130 matchen speelde voor Legia, terug naar de tweede ploeg en nadat de tweede doelman zich kort daarna blesseerde, was het plots aan mij. Ik kreeg van Sá Pinto mijn kans in een bekermatch, waarin ik een penalty pakte en verder ook een goede match speelde, en nadien zei hij dat ik zijn nieuwe nummer één was.”
“Ik zal Sá Pinto voor altijd dankbaar zijn. Dankzij hem is mijn carrière van de grond gekomen”
“We worden dat jaar uiteindelijk tweede, maar voor mij was het echt wel het jaar van de doorbraak. Wat ik onder Sá Pinto geleerd heb? Niets speciaals, hij liet me gewoon spelen waardoor ik match na match groeide en meer vertrouwen kreeg. En daar zal ik Sá Pinto altijd dankbaar voor zijn. Hij is in dat opzicht de belangrijkste coach die ik al gehad heb. Het is dankzij hem dat mijn carrière van de grond is gekomen. Wie weet hoe het anders was gelopen?”
“Dat hij hier bekend staat om zijn passionele manier van coachen? (lacht) Dat was in Polen niet anders, hoor. Hij is crazy, maar dan wel op een goede manier. Wanneer we verloren, vielen er altijd harde woorden, ook naar mij toe, maar als we wonnen, was hij ook intens gelukkig en vierde hij als een gek.”
Niko Kovac (AS Monaco)
“In het daaropvolgende seizoen speelde ik kampioen met Legia, kon ik me tonen in de voorronde van de Europa League, werd ik voor het eerst opgeroepen voor de Poolse nationale ploeg én versierde ik in januari een transfer naar AS Monaco. Ik maakte het seizoen wel af bij Legia, waarna ik me pas in de voorbereiding op het nieuwe seizoen bij Monaco meldde. Het enige probleem was dat de coach die me er heel graag bij wilde, Robert Moreno, toen al in de tweede week van die voorbereiding ontslagen werd. Dat was toch even slikken, want ik had een goede klik met hem en het was per slot van rekening hij die me er graag bij wilde.”
“Moreno werd opgevolgd door Niko Kovac, die voordien onder meer trainer was geweest van Bayern München, en hij zette me plots weer op de bank en op de tribune. Plots speelde ik zes maanden niet. Zelfs wanneer de eerste doelman eens geblesseerd uitviel, kreeg de derde keeper de voorkeur. Omdat hij zogezegd meer ervaring had. Dat was allesbehalve een gemakkelijke periode. Voor het eerst in mijn leven begon ik toen alles in vraag te stellen en piekerde ik over wat ik zou gaan doen. Hoe mijn band met Kovac was? (haalt de schouders op) Ik had niet per se een probleem met hem. Het was gewoon in het algemeen een moeilijk seizoen: ik speelde niet, niemand praatte tegen me, ik zat voor het eerst alleen in het buitenland… Dat is allemaal niet evident.”
“Gelukkig mocht ik na nieuwjaar wel spelen in de beker en haalden we uiteindelijk ook de finale. Dat ik die uiteindelijk ook mocht spelen? Dat is toch niet meer dan normaal? Ik weet dat trainers voor een finale vaak hun nummer één opstellen, maar dat slaat toch nergens op? Ik had alle rondes daarvoor gespeeld, ook die tegen de shit-teams, dan is het toch logisch dat ik ook de finale mocht spelen? Dat is alsof je mij een cake zou laten bakken, maar dat ik er niet van zou mogen eten. Alleen jammer dat we die bekerfinale uiteindelijk verloren.”
Philippe Clement (AS Monaco)
“De opvolger van Kovac. Ik moet zeggen: een hele goede trainer, echt een topcoach. Hij managet het allemaal erg goed en zijn trainingen zijn écht goed. Hij is ook allerminst een roeper. Zelfs als hij roept, klinkt het nog alsof hij gewoon praat. Ook omdat hij niet meteen de meest luide roepstem heeft natuurlijk. (lacht) Maar het is wel waar wat ze hier zeggen: hij staat dicht bij zijn spelers.”
“Of hij me voor dit seizoen een uitleenbeurt aanraadde? Nee, dat was eerder al besproken met de sportieve verantwoordelijken. Ze zeiden tegen mijn makelaar: Volgend jaar zal Radoslaw nummer één zijn. We weten alleen nog niet waar. In de voorbereiding op dit seizoen voelde ik me ook heel erg goed, maar ik wist dat Alexander Nübel, die nog door Kovac gehaald was bij Bayern München, de voorkeur zou krijgen. Daarom heb ik beslist om toch uitgeleend te worden. Clement wist me dan wel wat dingen te vertellen over deze club en de competitie. Hij wist dat ik hier stappen zou kunnen zetten en dat ik uit mijn comfortzone zou moeten stappen. Uiteindelijk gaf hij me ook zijn zegen. Ga naar Cercle en geniet ervan, zei hij me. Of hij op me rekent voor volgend seizoen in Monaco? Dat moet je aan hem vragen.”
Miron Muslic (Cercle Brugge)
“Toen ik bij Cercle aankwam, was het aanvankelijk niet gemakkelijk. Ik had tijd nodig om me aan te passen. Ik was nieuw in de ploeg, kende de speelstijl niet, de resultaten zaten niet mee en ook de supporters hielpen me aanvankelijk niet echt. Ik had immers die stempel van een doelman die hier geplaatst werd door Monaco. De toenmalige coach (Dominik Thalhammer, red.) hielp me daar ook niet echt mee. Toen Muslic hoofdcoach werd, veranderde dat gelukkig. Met hem was het zoals bij Sá Pinto: hij gaf me vertrouwen en maakte me duidelijk dat ik zijn nummer één was. Ik wilde zijn vertrouwen dan ook niet beschamen. Ik moest hem iets teruggeven.”
“Het klikt ook erg goed tussen ons. We verstaan elkaar zelfs zonder dat we iets moeten uitspreken. Ik weet wat hij van me verwacht en hij weet wat ik kan. We zijn ook allebei winnaars. En erg ambitieus. Zo zei ik inderdaad toen ik hier aankwam dat ik kampioen wilde worden en de beste keeper van België wilde worden, maar dat komt omdat ik in mijn leven altijd gewerkt heb om het best mogelijke resultaat te behalen.”
“Weet je, toen ik 17 was, had ik in Polen mijn eerste interview. Men stelde me toen de vraag waar ik ooit in doel wilde belanden. Ik antwoordde dat ik ooit voor Real Madrid zou spelen. En daar geloof ik nog steeds in. Ik mik op het allerhoogste. En wat Muslic betreft: hij heeft het potentieel om een grote trainer te worden.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier